Kattenpies

Het is zo’n schatje, onze zwarte poes Panter. Wanneer ik ’s ochtends de kinderen wakker ga maken staat ze al voor de deur van de overloop te wachten. Die doe ik open en parmantig loopt zij dan naast me mee naar de kamer van Pim. Daar springt zij via het trappetje op Pim zijn hoge bed en geeft dan kopjes aan mijn zoon, die haar liefkozingen met een paar warme knuffels beantwoordt.

De ogen van Panter zijn prachtig, geel, en ze staan altijd een beetje verbaasd. Alsof ze zeggen wil “ik begrijp het ook niet zo goed” of “ik weet ook niet waarom ik dit doe”.  Verder komt ze vaak even knuffelen wanneer ik op de bank zit en soms heeft ze de zomer in haar hoofd en dan gaat ze vliegen vangen. Erg leuk om te zien.

Afbeelding

Tot zover de leuke kanten van deze 2-jarige poes. Wat al maanden een probleem is; onze poes heeft last van een minderwaardigheidscomplex en dat uit ze door te gaan plassen. In huis dus…. Tegen de deuren, in het hoekje bij de bank en tegen de gordijnen. We hebben al van alles geprobeerd. Sprays om haar weg te jagen, sprays met een lekkere geur zodat ze op die lokatie niet zou gaan plassen, aluminiumfolie…. niets helpt. En omdat mijn schoonouders tijdens onze vakantie hier op ons huis passen en vanuit Amersfoort leuke dagtochten gaan maken besloot ik de gordijnen maar weer eens te wassen. De vlekken zijn er uit. Maar de lengte……

Afbeelding

Gelukkig hebben we dit varkentje –of in dit geval onze gordijnen- eerder gewassen. Inmiddels weet ik uit ervaring dat die tien centimeter er wel weer bij zullen komen. Een paar dagen laten hangen, dan nog even strijken en dan lopen de gordijnen weer mooi tot op de grond. Hoop ik. Als ik nu naar dat gapende gat kijk ben ik er toch niet zo heel zeker van.

Geslaagd

Dit keer stond ik achterin de zaal en zaten mijn twee collega’s Floor en Hilde op de stoelen vooraan. Zij hebben in Nijmegen de opleiding gedaan voor Thuisbegeleiding en zijn geslaagd. Een klein jaar geleden nam ik zelf vol trots mijn diploma en bloemen in ontvangst.

Wie had dat ooit gedacht. Ik op mijn 42-ste nog een opleiding beginnen, en nog wel in de zorg. Na jaren radio-journalistiek was dit een hele andere richting. Hoewel… bij beide beroepen is luisteren erg belangrijk.

Ik leerde van alles over hulpverlening, psychiatrie en opvoedondersteuning en –het meest belangrijke- over mezelf. Want ik ben mezelf vorig jaar flink tegen gekomen en ik heb daar veel aan gehad. Waar de verantwoordelijkheid bijvoorbeeld ligt (bij de cliënt), wie de doelen moet vaststellen (de cliënt) en wie de regie moet krijgen (de cliënt). Het enige wat je als hulpverlener kan doen is iemand een beetje sturen, helpen lichtpuntjes te zien en soms een schopje onder zijn of haar kont geven.

Of ik een goede thuisbegeleider ben daar ben ik nog niet uit. Van meerdere cliënten hoor ik: “jij bent niet zo’n echte hulpverlener”. In het begin werd ik daar onzeker van, en zag ik dat als  negatief. Maar nu begrijp ik beter wat ze bedoelen. Een stagiare verwoordde het als volgt: Je bent geen hulpverlener, maar Nienke die hulp verleent. En ach, ik accepteer mijn cliënten zoals zij zijn en ik hoop dat ze mij accepteren zoals ik ben….

 Afbeelding

Dromen

 

Vroeger wilde ik het jeugdjournaal presenteren, musicalster worden of kinderboekenschrijfster zijn. Het jeugdjournaal is niet gelukt, maar ik kwam bij de radio terecht en presenteerde daar ondermeer “Dubbeluur”. En mijn grootste musicalrol was die van Baloe de Beer in het Jungleboek. Die musical speelden we met een amateurgezelschap in de blauwe zaal van de Stadsschouwburg in Utrecht, dat dan weer wel. En nu? Nu zijn mijn dromen ingehaald door mijn realiteitszin en mijn gebrek aan zelfvertrouwen.

Om mij heen zie ik de één na de ander zijn droom volgen en uitvoeren. Vriendinnen zijn bezig met het schrijven van een roman. Kennissen hebben al boeken geschreven die je in de winkel kunt kopen en ik? Ik droom nog steeds over een kinderboek dat opvalt tussen al die andere titels in de bibliotheek.

Maar doe ik er wat aan? Niet echt. Het leven gaat daarvoor te snel. Ik werk, breng tijd door met vriendinnen, voed samen met mijn lief mijn kinderen op, sport af en toe en ben blij wanneer ik dagelijks dit weblog heb geschreven.

Misschien is het wel de angst om te beginnen. Dan zal immers blijken of ik het wel kan. Zolang je droomt, kun je zelf de uitkomst min of meer bepalen, maar als het realiteit wordt kan ik mijn neus stoten. Dan kan ik te maken krijgen met afwijzingen, zie ik dat er zoveel mensen zijn die kinderboeken schrijven. En hoe haal ik het in mijn hoofd om te denken dat mijn naam ooit op de voorkant van een kinderboek zal staan? Waar moet het over gaan. Voor welke leeftijd wil ik schrijven. Kortom; ik ben er nog niet over uit. Misschien moet ik gewoon beginnen? Ik hou jullie op de hoogte….

Afbeelding

Klavertje drie…

Waarom zou een klavertje drie niet mooi genoeg zijn?

Dat zinnetje schreef ik ooit toen ik een jaar of 16 was in mijn opschrijfboekje en vandaag moest ik er weer aan denken. Ik was in de tuin bezig met het wieden van wat onkruid en het snoeien van een struik. Ineens zag ik klavertjes, en ik betrapte me er op dat ik toch zocht naar een klavertje vier. Waarom ? Is een klavertje vier nu echt mooier? Of brengt hij geluk omdat hij zeldzamer is…. In de economie geldt dat wel; hoe minder er ergens van zijn hoe waardevoller het vaak is. Maar in het leven gaat het er eigenlijk om dat je ook de ‘gewone’ dingen kunt waarderen. Genoegen nemen met een klavertje drie dus. Het lukt me niet altijd, maar vanavond bij het werken in de tuin kon ik er wel  van genieten.

 Afbeelding

Daarna verdween ook dit klavertje drie in de kliko. 

Aardbei

Ze stonden eerst in onze voormalige zandbak. Zo’n bak van een vierkante meter die we overigens erg groot vonden toen Pim en Puck 4 en 2 jaar waren. Een bak waarvan we twee jaar geleden dachten; wat doen we ermee; Pim en Puck speelden al tijden niet meer in de zandbak.

Ik heb de bak gevuld met aarde en we hebben er van alles geplant. Sla (nooit gegeten door ons, want slakken), Sperziebonen (te weinig om te eten) , Tomaten (die deden het aardig) en…jawel, aardbeien.

En die aarbeiden deden het wel goed, maar ik durfde ze niet te eten. Tussen de prachtig rode aardbeien lagen namelijk kattendrollen. Jak. Daarom hebben Puck en ik dit jaar alle aarbeienplantjes uit de bak gehaald en in potten gedaan. Probleem opgelost.
Afgelopen week zagen we ineens een paar aardbeien rood worden en omdat we ze vanmorgen op ons beschuitje wilden hebben we ze geplukt. Maar om nou te zeggen dat de oogst groot is; Nee, maar daar gaat het niet om. Het is gewoon leuk om aardbeien uit eigen tuin te hebben. Ik ga overigens deze week nog wel een bak halen bij de groenteboer. Kunnen we alle vier een beschuit nemen met aardbeien. En ach, momenteel kost het geen drol.

Afbeelding

Oma

Een dagje oma in Bolsward vandaag. Een dag waarbij het maar bleef regenen. Zo erg dat we allemaal geen zin hadden om ook maar een stap buiten de deur te zetten. Wat doe je dan? Dan doe je een spelletje. Oma dook de kast in en kwam terug met “vier op een rij” en “Rummikub”. En Puck, ons spelletjesmonster, speelde vandaag voor het eerst “Rummikub”. Niet dat dat iets uitmaakt; ze won twee keer achter elkaar, alsof ze het “Rummikuppen” al jaren beheerst.

Afbeelding

Afbeelding

Vaffanculo….

Nog een paar weken en we reizen af naar Italië. Ik ben er eerder geweest,   maar dat is al een flink aantal jaren geleden. Samen met mijn zus en twee vriendinnen gingen we op interrail en we bezochten ondermeer Pisa, Rome en Bari. Drie blonde meiden + een donkere schone (mijn zus). Dat zorgde destijds voor veel geflirt en gefluit. Mijn minderwaardigheidscomplex, waar ik vanaf mijn tienerjaren al mee gezegend ben, werd die zomer in één klap onderuit gehaald. Man, wat voelde ik me op en top leuk en knap. Italiaanse mannen knipoogden, maakten een praatje, en we werden  zelfs gevraagd te komen eten. Maar soms ging het ook te ver en dan werden die mooie donkere mannen opdringerig. In Bari bijvoorbeeld kwamen we ’s avonds laat aan en toen konden we niet meteen een jeugdherberg vinden. Wildvreemde mensen kwamen naar ons toe met de mededeling dat we snel een slaapplek moesten vinden omdat het veel  te gevaarlijk was voor vier van die jonge meiden uit Nederland. Gelukkig konden we nog ergens op een gang bij iemand terecht.  Het was wel  een heel avontuur en we hebben veel mensen ontmoet, ook hebben we een paar woorden italiaans geleerd, waaronde ‘vaffanculo’. Nu, zo’n 25 jaar later kan ik me dat woord nog steeds herinneren. Heb het destijds ook een paar keer gebruikt.

Dit jaar ga ik met man en twee (blonde) kinderen. Ik ben benieuwd hoe we het gaan ervaren. Het is de eerste keer dat we met ons gezin naar Italië gaan. Dat hebben we vorige zomer al besloten toen we weggeregend waren in Zweden.  We gaan een weekje naar een rustige camping in het oosten van Italie en we gaan een weekje naar  een plaats vlak bij de Franse Kust. Bij die laatste camping zal het wat drukker zijn en kunnen we vanuit de camping makkelijk kustplaatsen bezoeken. Ik zal binnenkort eens goed op de kaart kijken waar we  precies naar toe gaan, want het is alweer een tijdje geleden dat we de campings uitgekozen en besproken hebben. Want ja, dat doen we wel  tijdens het hoogseizoen met twee kinderen. Geheel tegen mijn eigen gevoel in, maar wel praktisch. Het grote aftellen is al begonnen.

Afbeelding

Vergeten

Het was alweer een aantal maanden geleden dat ik voor het laatst bij haar was, maar omdat haar huidige thuisbegeleidster op vakantie was mocht ik vandaag invallen. Mevrouw Daalmeijer deed de deur voor me open. Ik zag dat ze wat meer gebogen liep en er wat moeier uitzag dan de vorige keer. “Hallo mevrouw Daalmeijer,  ik ben Nienke. Ik ben hier wel vaker geweest”. Ze keek me aan en zei; “Dat zou kunnen. Ik kan me je niet herinneren.”

Het blijft gek, dementie. Mevrouw Daalmeijer heeft last van vasculaire dementie, ze gaat langzaam achteruit. Toen ik net thuisbegeleidster werd, was ze een van mijn eerste cliënten. Ik kwam er wekelijks om met haar te wandelen en samen een boterham te eten om haar te activeren en de familie een beetje te ontlasten. 

Mevrouw Daalmeijer heeft veel humor en ze draagt tegelijkertijd enorm veel verdriet met zich mee. Haar dochter deed lang geleden een zelfmoordpoging en gaat nu zonder onderbenen door het leven en haar zoon is, toen hij 15 jaar was, onder een trein gekomen en is daarbij gestorven.

Ik ben ruim een jaar bij haar geweest en toen nam een collega het van me over omdat ik een opleiding deed en minder tijd had voor mijn cliënten. En, ik moet eerlijk zeggen, ik kende haar verhalen inmiddels van buiten en vond het fijn dat iemand anders wekelijks naar haar toe zou gaan, want ze vertelde me elke keer dezelfde dingen, zo ook vandaag.  Over dat ze veel  hoofdpijn had gehad vroeger,  over de straten waar ze had gewoond,  over dat ze voor gedrag een 6 had gehad op haar rapport…. Het moeilijke was; ze begon soms een verhaal  en wist het dan even niet meer. Ik had de neiging om haar aan te vullen, ik kende de verhalen  immers al van voor naar achter.

Ze gaat wel  achteruit. Wist ze vorig jaar nog dat ze geboren is op 5 oktober 1922. Nu vertelde ze dat ze wel wist dat ze op 5 oktober is geboren, maar dat ze niet meer wist hoe oud ze zou worden, dat stond wel op haar kalender. Ik heb maar niet gezegd dat ik wist dat ze in 1922 was geboren en dat ze dit jaar dus 90 jaar zou worden.

Voor haar hoeft het leven niet meer zo. De dagen kruipen om, ze vindt eten niets aan, weet nog maar net hoe ze koffie moet zetten, en vergeet bijna alles. En het erge; de traumatische gebeurtenissen uit het verleden vergeet ze niet en die komen juist telkens weer naar boven. Stiekem hoop ik dat ze binnenkort een keer gaat slapen en nooit meer wakker wordt. Ik zal haar in ieder geval niet vergeten.

Link

64 jaar waren ze samen en nu moet hij alleen verder, mijn buurman Atze. Na de uitvaart van zijn vrouw zijn we met een vriendin naar een terras gegaan en hebben gedronken op Mieke en op de toekomst. Vanaf nu gaan we Atze in de gaten houden. Hem vragen op de koffie, af en toe checken of hij wel wat eet, iets vaker dan normaal even met hem kletsen. Meer kunnen we niet doen…..

Frustratie

Dikke tranen rollen over haar wangen. “Ik heb echt mijn best gedaan mama, maar het lukte gewoon niet. Ik werd steeds zo afgeleid”. Dochterlief zit op de fiets en ik vroeg haar hoe de schooldag was geweest. Niet zo goed dus. Mijn hart breekt. Puck wil namelijk heel graag al haar sommen af hebben, maar het lukt haar dikwijls niet. Ze raakt afgeleid door laatjes die open en dicht gaan, een juf die op de gang kinderen tot de orde roept, of gewoon door een vlieg die tegen het raam aan vliegt en zoemt. Het gekke is; haar resultaten zijn hartstikke goed, maar haar werktempo ligt extreem laag.

Vandaag had ze eigenlijk na moeten blijven, dat moesten alle kinderen die niet klaar waren. Maar op de een of andere manier is Puck er tussen uit gesneakt. Geheel tegen haar karakter in overigens. Ze wilde naar Sport Buurtkids en de juf had Puck laten gaan. Hoe het precies zat? Ik ben er nog steeds niet helemaal achter, maar ik zal het wel horen morgen.

Zelfs na haar sportuurtje had Puck het er nog over. Over dat ze het zo vervelend vindt dat ze bijna nooit op tijd klaar is. Zelfs taal, wat ze enorm leuk vindt, krijgt ze niet altijd af.  Ze hoeft vaak al minder te doen dan haar klasgenoten, maar dan is het nog hangen en wurgen. Vandaag kwam er ook nog eens bij dat de sportmeester een paar keer had gezegd “Puck, je staat te slapen”. Het viel niet mee vandaag.

Kort daarna kwam mijn zoon thuis. Pissig, boos, verdrietig. Hij had bij zijn vriend huiswerk proberen te maken. Maar het was niet gelukt. Het was teveel en ook zijn topografie had hij nog niet kunnen leren. Stampvoetend en met tranen van frustratie ging hij naar boven.

Ik besloot met een glaasje witte wijn in de tuin te gaan zitten. Daar realiseerde ik me dat we bijzondere kinderen hebben. Kinderen die boos worden omdat het niet lukt om hun huiswerk te maken. Het zijn toch meestal de ouders die boos worden omdat hun kinderen geen zín hebben huiswerk te maken?