Elf

Om 12 minuten voor 12 werd hij in het ziekenhuis in Amersfoort geboren.Pim Corneel Hopstaken. Het eerste kleinkind van mijn ouders, de vierde kleinzoon van mijn schoonouders. Wat een wonder was het. Die eerste dagen kon ik niets, behalve in bed liggen en kijken. Ik kon uren naar hem kijken, had geen televisie nodig. Zijn eerste lach, het moment dat hij begon te kruipen en te lopen. Allemaal momenten die ik heb gekoesterd en waarvan ik hoop dat ik ze nooit vergeet. Zo vergeet ik ook nooit de opmerking die hij als drie-jarige maakte toen we een keer in de auto zaten. “Mama, als ik een vogel was hield de wind mij vast”.

Ik zie hem nog  voor het eerst in de klas zitten. Met zijn grote blauwe ogen keek hij verbaasd in het rond, twee vingers in zijn mond. Inmiddels hoort hij bij de grote kinderen van de school. Met zijn 1 meter 54 en zijn blonde haar een opvallende verschijning. Een eigen karakter, origineel, fantasierijk. Mijn god, wat houd ik van die jongen. Vandaag vierden we zijn elfde verjaardag. Weer een mijlpaal. Toen hij naar bed ging hebben we nog even nagekletst. Ik heb hem stevig vastgehouden, terwijl ik hem aan de andere kant steeds meer los moet laten. Alsof hij een vogel is. Ik moet er maar op vertrouwen dat de wind hem vast houdt, en hem niet laat vallen.

 

Kwartet

Mag ik van jou Elsa uit Veendam, Ilja uit Nijmegen en Carmen uit Rotterdam? Samen met Nienke uit Bolsward heb je dan: Kwartet!

Vierentwintig jaar geleden kwamen we elkaar voor het eerst tegen op de School voor Journalistiek in Kampen. Omdat onze achternamen qua alfabet dicht bij elkaar stonden kwamen we in dezelfde klas terecht. En omdat er een goede klik was woonden we een jaar later samen in een huis aan de Molenweg in Zwolle.

Daar hebben we veel meegemaakt; feestjes gegeven tot de zon weer op kwam, ruzie gehad met de buurman omdat zijn dag rond tien uur ’s avonds begon, ineens je fiets kwijt zijn en die fiets een straat verder weer vinden en terug eisen, een overbuurjongens hebben waar twee van ons een oogje op hadden, samen hardlopen, tv-kijken, uitgaan,  voor elkaar koken, onze diepste geheimen delen… Kortom; we waren student en dat was goed te merken.

En nu, vierentwintig jaar later wonen we in verschillende plaatsen en zijn onze levens allemaal heel anders verlopen, maar ondanks dat pikken we de draad steeds gewoon weer op. Dat deden we gisteren in Hilversum, waar een van ons een nieuw huis heeft dat we graag wilden zien. En een ‘nieuw’ kind, waar we met bewondering naar hebben gekeken; wat een prachtventje.

Samen weer aan een wijntje, samen lekker gegeten, alsof er geen vierentwintig jaar tussen hebben gezeten. Ieder met zijn eigen verhaal. Eigenlijk zijn we niets veranderd, we zijn alleen wat ouder geworden, dat wel.

Afbeelding

Puzzelen

Het is echt iets om te doen op een regenachtige dag, zoals gisteren. Verstand op nul en blik op de stukjes. Verder niets aan je hoofd. Vroeger hadden we wel eens puzzels thuis met het stadhuis van Gouda er op, of een frans landschap met vele zonnebloemen. Nu ben ik vooral verslaafd aan de puzzels getekend door Van Haasteren. Als je een stukje legt weet je ook zeker dat het klopt, dat was bij die zonnebloemstukjes nog maar de vraag. Probleem van puzzelen is vaak dat je geen ruimte hebt om hem neer te leggen, want de tafel moet toch weer een keer gebruikt worden. Een paar maanden geleden hadden we nog een dunne plank die we na het puzzelen boven op de kast konden leggen. Maar toen die zomaar van de kast viel (bijna op het hoofd van een vriendin) besloten we een puzzel-kleed te kopen. Als je stopt met puzzelen kun je de puzzel oprollen en wegleggen. Hij lag alweer een paar weken boven op de kast, maar gisteren hebben we de puzzel afgemaakt. Kan de doos weer naar oma, en het puzzelkleed kan in de kast. Wanneer het buiten weer eens regent, en de zondagen nat en koud zijn beginnen we aan een nieuwe puzzel. Wel eentje van Van Haasteren.Afbeelding

Kwaak

We hebben huisdieren. Als het goed is wist je dat al, want de kat die bovenaan deze weblog staat is onze kater “Muis” en de over poes “Panter” heb ik al dikwijls geschreven in verband met haar ‘gezeik’. Over dat gezeik kan ik kort zijn: sinds de buurkatten samen met de buurvrouw verhuisd zijn naar een andere wijk, is het geplas een stuk minder geworden. We hopen dat dat zo blijft. We hebben namelijk serieus overwogen of we deze zwarte Panter niet weg moesten doen omdat we dagelijks bezig waren met het schoonmaken van deuren, vloeren, kasten, gordijnen. Juist deze poes staat elke ochtend bovenaan de trap te wachten tot ik de deur open doe zodat hij naar de kamer van onze zoon kan gaan. Daar springt hij dan op zijn bed om even samen te knuffelen. Pim’s hart zou breken als hij afscheid had moeten nemen van deze poes. Maar goed. Voorlopig lijkt dat dus niet nodig. Nee. Nu hebben we een ander ‘probleem’. Onze katten nemen namelijk steeds vaker kikkers mee naar binnen. Waar ze die vandaan halen? Ergens uit de tuin. Maar zelf zie ik ze daar nooit, behalve wanneer de poezen er mee spelen. Want dat doen ze. Even een tikje met hun poot op de kikker, die dan weg springt. Meestal eindigen de kikkers in de maag van een kat. Tja, als wij kikkerbillen al als delicatesse beschouwen… Laatst kwam een kikker aan de achterkant van het huis binnen en sprong hij uiteindelijk via de voordeur zijn vrijheid tegemoet. Ik heb geprobeerd een foto van deze kikker te nemen. Eentje is gelukt. Voor de rest had ik vooral een lege vloer op de foto staan. Daarom, hier met enige trots: Kermit de Kikker

Afbeelding

Tic

Ik geef het toe; ik heb een tic. Wanneer ik de was ophang probeer ik er vaak een mooi kleurenpalet van te maken. De blauwe, groene en gele handdoeken bij elkaar, dan de oranje en rode handdoeken op een rijtje en verder de zwarte en de grijze handdoeken weer op een ander deel van de droog-molen. Echt witte handdoeken heb ik niet meer, de handdoek die ik als ‘wit’ heb gekocht heeft nu een grijstint. Ik sorteer het overigens niet altijd op kleur, bij haast kan het me niet schelen wat waar hangt. Maar heb ik geen haast dan geniet ik van de leuke kleurtjes. Is dat een tic, ben ik een beetje getikt of heet dat creatief? Wie het weet mag het zeggen….

Afbeelding

Afbeelding

AUW!!!!

Ze kwebbelde vol op toen we richting “De Zonnehof” fietsten. Even twee prikjes halen, niets aan de hand. Toen we het gebouw van de GGD inkwamen stond er al een flinke rij te wachten. We sloten achteraan in de rij aan. Op de uitnodiging stond 13.45 uur. Maar al gauw werd het twee uur, tien over twee en tenslotte was Puck vijf voor half drie aan de beurt. Ondertussen had ze al menig klasgenootje –al dan niet met rode ogen- terug zien lopen en was de spanning opgelopen. Het was ook erg warm en druk in de hal bij de GGD. Uiteindelijk was het dan zo ver. Een aardige mevrouw aan de linkerkant vertelde dat ze na de drie tot tien mee moest tellen, aan Pucks rechterkant keek een mevrouw ook vriendelijke,  en tien seconden later was het klaar. Geen tranen bij Puck, maar het had wel flink pijn gedaan.

Ik vraag me twee dingen af: Kunnen ze het na al die jaren ervaring niet beter plannen? Als je een bepaald aantal kinderen om kwart voor twee uitnodigt dan weet je na een aantal jaar toch wel hoeveel kinderen je per kwartier kunt vaccineren? Toen we terugliepen stonden er volgens mij wel zo’n vijftig kinderen met hun ouders te wachten. Denk dat de wachttijd inmiddels gestegen was tot een uur. En de andere vraag: Kan er geen achteruitgang worden geregeld, zodat de kinderen die nog staan te wachten niet de huilende en betraande kinderen die teruglopen zien? Scheelt een hoop stress….

Afbeelding

Weer naar school

Ongelooflijk. Zoon Pim zit alweer in groep 8, hij hoort nu bij ‘de groten van de school.’  En als je bij de groten hoort vind je naar school gaan natuurlijk niet leuk. De laatste vakantieweek had hij geen goed woord over voor de school. Hij zei steeds; zat ik maar op de middelbare school, dan heb je steeds wisselende leraren en als je iets hebt wat je niet leuk vindt dan ben je daar na een uurtje weer af. Daar heeft hij een punt.

Gisteren had hij nog vrij; een onverwachte studiedag waar we pas afgelopen woensdag achterkwamen. Hij ging nog met een vriendje naar het strand en kwam enthousiast terug. ’s Avonds in bed zei hij dat hij de volgende zomer wel 2 maanden vakantie heeft, dat er dit jaar kamp is met de klas en dat er een musical wordt voorbereid. Kortom, de weerstand om weer naar school te gaan werd al een stuk minder. En ik geloofde het bijna niet, maar vanochtend had hij zijn bureau opgeruimd zodat hij weer huiswerk kon maken. De schat. Toen ik hem naar zijn klas begeleidde bleek wel dat ik snel weer moest gaan; Doei mam! Ik begreep de hint. Hij is al bijna 11!

 

Al weken geleden zei ze; “Ik wil wel weer naar school dan zie ik Bowy weer en Britt.” En haar enthousiasme werd de afgelopen weken niet minder. Vanmorgen om zeven uur lag Puck al aangekleed in bed nog wat te lezen en met veel enthousiasme werd haar broodbakje voor de dag gehaald en haar drinkbeker gevuld. Dit jaar komt ze bij twee nieuwe juffen: Juf Beer en juf Len, en de eerste indruk was erg goed. Juf Beer kon wel streng zijn, maar ze had ook veel humor. Komt goed uit; daar worden kinderen vrolijk van. Wel was er weer wat geplaag en geduw door jongens uit de klas, maar Puck kan dat al veel beter handelen. Kortom; We hopen dat het een mooi jaar wordt en dat Puck stevig in haar schoenen blijft staan. Groep 6 alweer. Kleine meisjes worden groot.

 

Muzikale klanken….

“I tried to look the other way, to make it through another day. Does it ever get any better, cause I’d be with you the rest of my life…All my live, …’

Marcoen zit aan de piano en speelt de bijbehorende akkoorden uit de map voor hem. Ik sta achter Marcoen zodat ik de tekst van dit nummer van Krezip mee kan lezen. Terwijl ik zing zit Pim op de bank en neuriet mee, loepzuiver. Puck staat onder de douche.

Dikwijls neemt Marcoen na het avondeten plaats achter de piano en als het een beetje kan zing ik mee. De tekst erbij, want ik ben ongelooflijk slecht in het onthouden van teksten.

Hoewel ik Marcoen inmiddels 14 jaar ken, kwam ik er pas afgelopen jaar achter dat hij piano kan spelen. Ik wist wel dat hij vroeger orgelles had gehad, maar pas toen we een electrische piano hadden gekocht omdat Puck op pianoles ging, bleek dat Marcoen ook talent heeft. En doorzettingsvermogen. Want de afgelopen maanden gaat het spelen steeds beter; ook de moeilijke akkoorden komen er nu soepel uit.

Op de piano staat inmiddels een dikke map met liedjes van ‘De Dijk’, ‘Krezip’, ‘de Poema’s’ en vele anderen groepen. Zo nu en dan komt er een nieuw nummer bij. Wie had dat ooit gedacht; samen met mijn partner lekker zingen. Ik geniet er enorm van.

De nieuwe buurvrouw had ons gehoord en zij zei dat ze het erg leuk vond, muzikale buren. Hoop dat ze dat over een paar weken ook nog vindt.Afbeelding

Waar is Puck?

Even denk ik dat ik haar zie, maar het is een ander meisje met een blond staartje. Ik zwem nog een stukje door en kijk naar de kant waar Marcoen nog steeds staat. Ook hij zoekt Puck. Raar wel, want een half uur daarvoor hadden we gezegd dat we bijna weg gingen omdat het zo druk werd bij het Henschotermer en nu konden we haar niet meer vinden. Ik zwem terug naar Marcoen en vraag hem wat we gaan doen. We gaan nogmaals zoeken. Marcoen loopt een stuk langs het water, Pim blijft op de plek waar onze tassen staan en ik ga nogmaals het water in. Wat absurd. Een uur daarvoor hadden we het nog over de oproepen die we hoorden: “Wilt u uitkijken naar Daan de Groot, hij is 3 jaar, draagt een blauwe zwembroek met gele bandjes” en tien minuten later “Daan de Groot is weer terecht”. Ik was gewoon opgelucht toen ik dat hoorde omdat hier een maand geleden een 6-jarig jongetje was overleden. En nu zocht ik zelf naar mijn dochter. Natuurlijk; ze had wel 3 zwemdiploma’s, en waarschijnlijk kon ze ons niet meer vinden, maar toch.

Ik zwem nogmaals rond. Inmiddels zijn we wel ruim een half uur aan het zoeken en ondanks dat mijn bijnaam Panienke is ben ik niet in paniek, maar de knoop in mijn maag wordt wel steeds heftiger en mijn hartslag gaat omhoog. Ik zie Marcoen op het pad lopen terwijl hij om zich heen kijkt, stap uit het water en loop naar hem toe. Ik vraag hem of we Puck moeten laten omroepen. Ja dus, het duurt nu te lang. Even later sta ik bij de EHBO en geef mijn dochter als vermist op.

Omdat Puck negen jaar is en 3 zwemdiploma’s heeft willen ze haar eerst niet omroepen. Ergens begrijp ik het wel, maar ik zie het niet zitten om nog langer te wachten terwijl Puck ons –in het minst erge geval-  in paniek aan het zoeken is. Als ik benadruk dat Puck een dromer is en ADD-trekjes heeft doen ze het toch.

Haar naam schalt over de geluidsinstallatie, blond haar in een staart en een blauw bovenstukje met bloemen. Het is net of ik in een film zit. Ondertussen komt er een politie-agent naar me toe en hij stelt me wat vragen. Terwijl ik zijn telefoon krijg om Marcoen te bellen die weer bij de handdoeken is komt er een mevrouw aan met Puck. Wat een opluchting. Puck was de verkeerde kant opgelopen en was gaan zoeken naar het ijswagentje dat achter onze handdoeken stond. Ze liep door en bedacht zich niet dat ze misschien de verkeerde kant was opgelopen. Ze wist dat we bij het bordje van “De Kat” zaten, maar durfde niemand aan te spreken. Uiteindelijk is ze bijna het hele meer omgelopen zoekend naar ons. Ze hoorde dat ze gezocht werd en kort daarna zag iemand haar lopen en vroeg ‘ben je Puck?”. Toen Puck dat bevestigde en begon te huilen is deze lieve mevrouw met Puck meegelopen naar de EHBO. Daar stond ik, wat een opluchting. Ik heb haar flink geknuffeld. Je moet er toch niet aan denken dat….. 

Afbeelding