Het is vandaag een bijzondere dag voor Atze Haytsma, onze buurman van 83. In Amsterdam wordt namelijk “The Ravestijn Gallery” geopend waar zijn foto’s zullen hangen. Ook wordt daar vandaag zijn boek gepresenteerd, een boek met zwart-wit foto’s van blote vrouwen. Wij zijn ook uitgenodigd en natuurlijk willen we daar bij zijn, want we hebben het ‘ontstaan’ van het boek tot de uitvoering ervan van dichtbij meegemaakt. Af en toe kwam Atze ons vol enthousiasme vertellen hoe het ging met het boek en vertelde hij over de drukproeven en de vormgeving. Vorige week stond hij trots met een exemplaar voor de deur. Om een indruk te krijgen wie onze buurman is, kun je het volgende filmpje bekijken.
Maandelijks archief: september 2012
Met andere ogen
Kijk eens even de kamer rond -ik neem aan dat je dit weblog thuis leest- en beantwoord de volgende vraag: Zijn er dingen in de kamer die je eigenlijk niet meer ziet? Misschien denk je nu; waar heeft ze het over, dingen die ik niet meer zie?
Laat ik wat voorbeelden geven:Als ik nu rondkijk zie ik dat ik het gordijn dat ik een paar weken geleden heb gewassen eigenlijk nog moet strijken, dat de plinten nog geverfd moeten worden en dat ik de foto die in de lijst gezakt is weer een keer goed moet hangen.
Iedereen heeft wel van die onvolkomenheden in zijn kamer die je niet meer opvallen omdat je ze dagelijks ziet. Zo kwam ik er van de week weer achter dat er nog steeds een schoenafdruk op de drempel staat.
Hier zit een verhaal achter: Marcoen had maanden geleden de drempel –die al tijden onbehandeld was- gelakt en hij had er een krukje voor gezet zodat we niet per ongeluk op de drempel zouden trappen. Het was al een paar keer goedgegaan tot Pim uit de keuken kwam en de kamer in wilde lopen. Aan de kant van de keuken stond geen obstakel. We wilden nog net zeggen: “Pas op…”, maar het was al te laat. Pim stond met zijn schoen op de drempel. Omdat dit zoiets ‘typisch gevalletje Pim’ was kon ik niet boos worden. Eigenlijk moest ik wel lachen… Marcoen vond het wat minder, want hij had echt zijn best gedaan. “Laat de afdruk er maar in staan”, zei ik. “Vind ik wel leuk”. En zo komt het dat Pim een onuitwisbare indruk heeft achtergelaten. Of moet ik zeggen een onuitwisbare afdruk?
Scherven
Het leek wel een scene uit CSI, maar het was gewoon een maandagavond bij ons thuis. Ik zat op de bank met een glaasje wijn voor me op de tafel. Even later lag er een flinke plas op de grond. Hoe ik het voor elkaar heb gekregen weet ik nog niet, maar een kussen van de bank was door een onmogelijke beweging van mij op het glas beland. Deze viel om en … pats…. overal glas. En wijn….
Dit was zeker niet de eerste keer dat ik een glas kapot liet vallen. Het overkomt me regelmatig; genetische onhandigheid. Dezelfde die ik doorgegeven heb aan mijn kinderen. Toen ik 40 werd heb ik tien vriendinnen uitgenodigd en aan hen allemaal één wijnglas gevraagd, gelukkig zijn daar nog een stuk of zes van heel. Maar in de afgelopen jaar zijn vooral veel zelfgekochte glazen aan diggelen gevallen. Zo had ik ooit vier prachtige wijnglazen met ingegraveerde druivenranken, echt prachtexemplaren. Vandaag ging het laatste exemplaar ook kapot. Niet aan diggelen, maar het voetje brak af. Nu heb ik dus een bijna heel glas. Even heb ik er over nagedacht om hem te houden, er kan tenslotte nog wijn in, maar dan moet ik het glas wel vasthouden tot ik het leeg heb gedronken. Mijn vader had ooit zo’n berenburgglaasje zonder voet dat werd een “fugeltsje” genoemd.
Ik heb even in mijn kast gekeken maar de nood is nog niet zo hoog, er staan nog een paar mooie glazen. Wel hele grote, maar dat lijkt met geen probleem. Kan die zonder voetje toch naar de glasbak.
Bijzonder bezoek
Wat een vreemd gezicht. Afgelopen week zaten ’s ochtends vroeg zo’n 7 wespen voor ons keukenraam. Waren ze nieuwsgierig naar ons ontbijtje? Zaten ze uit de wind een beetje wakker te worden? Vonden ze het gewoon gezellig? We zullen er wel nooit achter komen. Vier van die mooie beestjes heb ik gefotografeerd. Best een gave foto geworden, al zeg ik het zelf. En kijk eens naar de tailles!
Enthousiasme
Het mes is van plastic. Gelukkig maar. Pim laat me de oefeningen zien die hij heeft geleerd tijdens zijn Ninja-les. Deze keer niet meer met ‘de kleintjes’, maar met volwassenen. Bijna wilde hij stoppen met les omdat hij het saai vond, maar gelukkig mocht hij toen naar de groep die later op de avond trainde. Op de heenweg in de auto was Pim wat stil. Zenuwen, zo bleek. Maar na afloop spatte het enthousiasme er van af. Dat gaat nog wel wat jaartjes duren. Nu de gele band met twee oranje slips, maar hij wil uiteindelijk de groene band halen. Terwijl hij onder de douche staat zie ik twee blauwe plekken op zijn schouderbladen. Van de buikspieroefeningen! Dat wordt een six-pack…
Kriebels….
“Ach, nee….” Ik zag het papier op tafel liggen. “Bij Pim is luis/neten geconstateerd. Uw medewerking is noodzakelijk om verdere verspreiding van hoofluis te voorkomen…” Ik baal. Op tafel ligt een brief van “De Tafelronde”, de school waar onze kinderen op zitten. In dezelfde brief staat dat het nieuwe advies bij hoofdluis “kammen” is. Twee weken lang kammen terwijl er cremespoeling in het haar zit.
Nou, dat heb ik de afgelopen maand al gedaan. Want vlak na de vakantie kwam ik er zelf achter dat Pim last had van luizen; hij krabbelde iets te vaak aan zijn hoofd.
Na een paar dagen kammen -best gezellig- ben ik er mee opgehouden in de veronderstelling dat er geen luis of neet meer in Pim zijn haar zat. Maar nu kwam dus die brief. Waren dit oude neten of een nieuwe besmetting?
Om een lang verhaal iets korter te maken; ik zie het niet zitten om de komende week elke avond weer een kwartier tot een half uur te kammen en heb daarom in de winkel een lotion gekocht. Een niet chemische lotion, die –gelukkig- niet stinkt. Inmiddels heeft het 15 minuten tijd gehad om in te trekken en is het er weer uit gewassen. En daarna heb ik Pim zijn haren weer gekamt met een luizenkam die ze overigens in de winkel netjes “stofkam” noemen. Want anders sta je natuurlijk voor paal als je zo’n kam moet afrekenen. Maar goed. De oogst vandaag was; twee miniscule neten. Geen enkele luis. Knappe luizenmoeder die dat heeft ontdekt. Nu maar hopen dat het de komende weken/maanden/jaren rustig blijft op het hoofd van mijn mannetje.
De eerste keer dat Pim thuiskwam met luizen was ik lichtelijk in paniek. En toen ik ze zelf ook nog bleek te hebben kon je me helemaal opvegen. Ik heb toen onze jassen in de vrieskou gehangen, en de knuffels in afgesloten zakken buiten gezet. Men dacht destijds (zo’n 5 jaar geleden) dat dat nodig was en ook werd je geacht al het beddengoed te wassen en de autostoelen uit te zuigen. Nu hoeft dat dus allemaal niet meer; hoef je “alleen maar” te kammen.
We mogen overigens onze handen dicht mogen knijpen dat Puck (lange blonde haren) en Marcoen (lange krullende haren) geen last hebben van luizen. Of ik zelf luisvrij ben? Ik weet het niet. Het begint nu namelijk ontzettend te jeuken op mijn hoofd…..
Loslaten
Wanneer mensen vragen wat voor werk ik doe dan vertel ik dat het thuisbegeleiding heet en dat het lijkt op maatschappelijk werk, maar dan echt bij mensen thuis. Om een klein beetje een indruk te geven staat hieronder een column die ik schreef voor het digitale personeelsblad voor de afdeling Maatschappelijke Zorg en Dienstverlening.
“Weet je, je kunt nu best zonder mijn bezoekjes,” zeg ik, terwijl ik een slok van mijn koffie neem. “Als je ziet waar je vandaan kwam en waar je nu bent dan weet je dat zelf ook”. José kijkt me wat onzeker aan. Ze weet het zelf ook, maar het is zo moeilijk om afscheid te nemen. Om dat kleine lijntje dat ik met haar heb echt los te laten.
Een paar maanden geleden kwam ik voor het eerst bij haar thuis. Ze was moe en depressief. Wist niet hoe ze het vol moest houden met twee kleine kinderen. Had weinig sociale contacten. Langzaam kwam ze uit het dal. Ze knokte ervoor, ging naar het Riagg en volgde wat van mijn tips op. Zo adviseerde ik haar om een kaart te sturen naar de buren toen ik zag dat die een kind hadden gekregen. Dat deed ze en nu heeft ze goed contact met diezelfde buren. Ook vertelde ik haar dat ze het goed doet met haar kinderen waardoor haar zelfvertrouwen groter werd. En verder heb ik haar gemotiveerd om eens wat leuks te ondernemen met haar man. Dat resulteerde in een gezellig gourmet-avondje. Ze is er nog niet helemaal maar haar dips zijn minder diep, en durft ze weer naar de toekomst te kijken.
En die toekomst wordt er eentje zonder mijn bezoekjes want ze begrijpt ook wel dat ik niet meer langskom wanneer we alles afsluiten. Haar man vertelde dat ze het altijd fijn vonden wanneer ik langskwam en dat ze me gaan missen en dat is wederzijds.
José is een fijne cliënte en ergens gaat onze relatie ook iets verder dan hulpverlener-cliënt. Ik weet dat dat niet hoort, maar ja…. Nu is het dus tijd om de banden door te snijden. Tijd om het vangnet achter te laten. Niet alleen moeilijk voor mijn clënte, maar ook voor mij.
A Positief
Waarom heeft het zo lang geduurd voordat ik deze stap heb gezet? Was het de angst voor de naald, het gedoe, de angst voor de pijn? Ik denk dat ik jarenlang de stap niet heb gezet uit gemakzucht, want het kost je toch wel anderhalf uur per keer, inclusief de fietstocht heen en terug.
Toch ben ik blij dat ik zo’n twee jaar geleden de stap heb gezet en bloed ben gaan geven bij Sanquin. Meteen na de eerste keer vroegen ze me of ik geen plasma-donor wilde worden. “Want je aderen zijn er zo geschikt voor”. Waarom ook niet, dacht ik. En zo zit ik gemiddeld 1 x per twee maanden bij de bloedbank. Plasmaferese komt er op neer dat je bloed afstaat, dat gaat in de centrifuge, daarna krijg je de rode bloedlichamen terug en blijven het plasma achter in de zak. Het duurt ongeveer een half uur en in die tijd word je in de watten gelegd. Je mag ook vaker komen dan bij bloeddonatie, omdat het minder inspannend is voor je lichaam, en dat is weer mooi meegenomen.
Graag zou ik jullie ook een zetje geven, zodat er nog meer bloed/plasmadonoren zijn. Even wat voordelen op een rijtje:
*Het geeft je een goed gevoel om iets te kunnen doen voor de zieke medemens
*Je wordt gecontroleerd op bloeddruk en HB-gehalte en als er iets mis is met je bloed kunnen ze je dat vertellen (alleen als je daarin toestemt)
*Het is heerlijk om een uurtje te onthaasten in een fijne omgeving. Een drankje, een hapje en een vriendelijk woord…je voelt je altijd welkom.
Natuurlijk voel je de naald wel naar binnen gaan. Maar als je bedenkt dat veel mensen in het ziekenhuis vele keren moeten worden geprikt dan relativeert dat ook wel. Wil je eens kijken hoe het gaat: 13 oktober is het open dag bij Sanquin. Via http://www.sanquin.nl kun je zien of er ook afgiftepunten zijn bij jou in de buurt.
Hoe groot ben ik
Heel wat neven en nichten hebben zo’n plank gekregen van mijn ouders; een persoonlijk kraamcadeautje waar veel tijd en aandacht aan werd besteed. Mijn vader brandde de gaatjes in het hout en zorgde voor de getallen, mijn moeder zocht plaatjes op en plakte die op de plank. Daarna lakte mijn vader de plank af.
Toen ik zelf zwanger was beloofden ze mij ook zo’n plank. Met nijntje-figuren deze keer. Inmiddels staat de zijkant van de plank vol met streepjes: Puck, 4 jaar, Pim 8 jaar en ga zo maar door. Vandaag schreef ik bij 1 meter 46; Puck 9 jaar.
Volgens deze plank is Puck nu groter dan Pim was op dezelfde leeftijd, maar helemaal zeker weet ik het niet. De plank heeft namelijk een paar jaar ietwat boven de grond gehangen, dat scheelt toch al gauw een paar centimeter. Maar eigenlijk maakt het niet uit. Het gaat er om dat je ziet dat je kinderen groter worden.
En als ik vol heimwee naar die plank kijk denk ik terug aan mijn eigen jeugd, aan mijn moeder die met een klein schaartje de plaatjes aan het knippen was en aan mij pa die ik zo weer zie zitten met een soldeerbout. Ik ruik zelfs de geur van het verbrande hout…
Kleurig
Wat is dat toch, de magie van een regenboog… Komt de ontroering omdat regen en zon bij elkaar komen? Is het omdat er aan het eind een pot met goud staat? Komt het omdat je een regenboog nooit vast kunt pakken? Ik weet het niet. Ooit had ik een sjaal in die kleuren, had ik regenboogbeenwarmers, stond mijn agenda vol met stickers met regenbogen. Wanneer ik nu een regenboog zie, maakt mijn hart een sprongetje en pak ik mijn fototoestel om het rood, oranje, geel, groen, blauw en paars vast te leggen.