Op naar de detox

Voor de digitale nieuwsbrief van mijn werk (Welzin) schrijf ik maandelijks een column. Deze keer ging het over Arend. Een cliënt waar ik op 5 maart al eerder over schreef.

Daar staan we dan voor de deur van Victas. Arend staat te trillen op zijn benen terwijl hij een sigaretje rolt. We komen net terug van een bezoek aan de arts en zij heeft er voor gezorgd dat Arend met voorrang kan worden opgenomen in Bilthoven.

Het nu duidelijk; Arend wordt maandag om 10 uur verwacht, dat is over vier dagen al. We schrikken er beiden van. Dat betekent namelijk dat dit voorlopig de laatste keer is dat ik Arend zie, want nu hij twee maanden wordt opgenomen voor zijn alcoholverslaving en daarna een aantal weken intensieve therapie volgt bij Victas zit mijn werk er op. Dat is wel een raar idee, helemaal omdat ik de laatste twee weken wel drie keer per week langs ging bij Arend om hem bij de les te houden. Zijn dochtertje van 9  is sinds twee weken bij zijn ex-vrouw ondergebracht en daardoor verdween het beetje structuur dat hij nog had in zijn leven helemaal. Vandaar dat ik om de dag even langskwam om een praatje te maken en te checken of hij nog wel voor zichzelf zorgde.  De andere dagen belde zijn dochter hem op om te horen hoe het met hem ging.

Eigenlijk vond ik dat hij het nog aardig vol hield. Hij had eten geregeld bij “tafeltje dekje” en deed elke dag een klusje. Wel zag ik de stress oplopen. Ik voelde dat hij een datum nodig had waar hij naar toe zou kunnen werken. Hij had zekerheid nodig want van wachten werd Arend onzeker.

Ruim twee maanden geleden had Arend mij verteld dat hij alcoholist was en vanaf die dag is er veel gebeurd. We begonnen bij de huisarts, die hem doorverwees naar ‘Victas’, vroeger ‘de Maliebaan’.  Daar hadden we een heftig intake-gesprek. Tijdens dat gesprek bleek dat Arend tegen mij niet de waarheid had verteld over de hoeveelheid drank die hij dagelijks nam. Gelukkig was hij bij Victas wel eerlijk….tenminste, daar ga ik van uit. Vervolgens hebben we bij Bureau Jeugdzorg onderdak geregeld voor zijn dochtertje en na nog wat telefoontjes over en weer konden we vanochtend terecht bij de arts. En nu is het dus zover hij wordt opgenomen in een ontwenningskliniek. Tijd om ook deze cliënt weer los te laten. We nemen onhandig afscheid, ik pak mijn fiets uit het fietsenrek en fiets in het zonnetje naar huis. Fijn om weer eens een cliënt te hebben waarbij je het gevoel hebt dat je de casus op een positieve manier afsluit. Wel realiseer ik me dat het voor Arend nog maar net begonnen is, er volgen vast nog hele moeilijke weken voor hem. Thuisgekomen pak ik bijna automatisch de fles witte wijn uit de koelkast om met een glaasje in de tuin te gaan zitten. Ik doe het toch niet. Vandaag laat ik die fles maar even staan…..

Afbeelding 

 

 

Zeef

Afbeelding

Het is ongelooflijk. Wat is er toch met mijn hoofd aan de hand? We komen net terug van een weekendje Landal Greenparks en wat zie ik; we hebben per ongeluk een handdoek uit het huisje mee naar huis genomen. De handdoek zat tussen onze eigen badlakens die we mee hadden genomen naar het zwembad. Dom, dom, dom….  Misschien denk je nu; dat kan toch iedereen overkomen? En dat is ook wel zo, maar niet wanneer je leest wat ik vorige week al schreef, maar nog niet op mijn blog had gezet.

Woensdag 22 mei

“Oh, nee….”, ik loop naar mijn jas en voel eventjes in mijn jaszak. Het zal ook niet zo zijn. Ik ben lekker een middag bij mijn moeder geweest die in een huisje in Hoenderloo zit. De kinderen gingen mee en hebben gezwommen in het zwembad daar en nu zit het pasje van dat zwembad in mijn jaszak. Ik ben inmiddels weer thuis in Amersfoort. Niet handig dus. 

En dat is niet de eerste keer deze week dat mijn hoofd een zeef is. Afgelopen weekend waren we op Hoppop en toen ik thuiskwam merkte ik dat ik niet alleen de kussens van Marcoen en van mij weer mee terug had genomen. Ik had twee extra kussens in de auto gedaan in de veronderstelling dat die van Pim en Puck waren. Of eigenlijk had ik er gewoon niet over nagedacht. Ik kwam er pas achter toen ik de kussens op de bedden van de kinderen wilde leggen. Daar lagen al kussens. Foutje bedankt.

En zo komt het dat ik straks 20 euro overmaak aan de rechtmatige eigenaren van de kussens en dat ik het pasje op de bus moet doen. Binnenkort gaan we een weekendje naar Landal Greenparks, een weekendje dat ik gewonnen heb via twitter. Als we de boel inpakken zal ik alles dubbel-checken. Hoop dat ik niet teveel mee terug neem. Moet ik er natuurlijk ook wel aan denken dat ik niets laat liggen. Het is wat, zo’n zeef in je hoofd…

Ik ga zo maar eens even bellen met Landal. Kijken hoe we dit nu weer oplossen. Opsturen? Geld overmaken…. ik merk het wel weer.
Het is maar goed dat we de komende weken niet gaan kamperen of logeren of wat dan ook. Voor ik het goed en wel in de gaten heb, heb ik een extra uitzet bij elkaar gespaard. Maar dan met dingen die ik toch niet nodig heb ;-(

Afbeelding

Doolhof

Afbeelding

“Nee hè, hier zijn we al geweeest”. Puck kijkt verbaasd rond en vervolgt het pad. “Zullen we hier dan naar links?” . We lopen haar achterna maar het lukt ons niet om de toren in het midden van het doolhof te vinden. Wanneer we voor de tweede keer weer bij het beginpunt staan haken Pim en ik af, Marcoen en Puck zetten door. Typerend wel.

Terwijl ik samen met Pim in het zonnetje zit te wachten bedenk ik me dat zo’n doolhof lijkt op het leven zelf. Je hebt een doel, maar weet niet precies welke weg je moet nemen. De ene keer kies je het linkerpad, de volgende keer besluit je risico te nemen door tussen de waterstralen door te lopen en soms kies je voor de moeilijke weg; op je knieën door een veel te laag tunneltje. Dan sta je ineens op een doodlopend stukje en moet je weer terug.

Afbeelding 

Pim en ik waren afgehaakt maar hebben ondertussen genoten van de fontein bij het beginpunt. Marcoen en Puck hebben de toren in het midden bereikt, maar wel door over een hoog hek te klimmen. Ik heb het volgende bedacht; we gaan vaker met zijn viertjes op pad want daar word ik toch wel heel gelukkig van. Ook ga ik eens nadenken over een nieuw doel in mijn leven….en over de manier waarop ik dat doel kan bereiken.

Weekend

“Wauw…..”, dat was onze eerste indruk toen we huisje nr. 266 binnen kwamen. “Wat een luxe!” De kinderen renden meteen naar boven en steggelden over wie op welke kamer mocht slapen. Ik keek rond en zag dat ik helemaal geen handdoeken, thee-doek of wasmachine-tablet mee had hoeven nemen. En wat een heerlijkheid; de bedden waren al opgemaakt.  Het moge duidelijk zijn; ik ben niet gewend aan zulke luxe huisjes.

We zitten in een huis van Landal Greenparks in Vaals, gewonnen via twitter. Daar werd een oproep gedaan door commercieel directeur Bas Hoogland. Hij was op zoek naar bloggers die het leuk vonden om een weekendje naar Landal Greenparks te gaan in ruil voor een blog. Wat ik niet had verwacht; ik won! En zo komt het dat we nu in het Zuiden van Nederland zitten. Niet naast de deur en daarom extra leuk!

Het was wel een rit met hindernissen. Puck werd voor het eerst van haar leven wagenziek met alle gevolgen van dien en door files deden we er bijna drie en half uur over. Maar nu zijn we er. Genoeg te doen hier in de omgeving zien we al in de folders. Onze planning is om morgen naar het drie-landen-punt te gaan, daarna misschien even naar Aken. We gaan eten bij Victor, een oud-collega van Marcoen. Hij besloot een aantal jaar geleden een Cubaans restaurant te beginnen; laat dat nou op 5 km van ons huisje zijn. Daar moeten we natuurlijk naar toe! Verder denken we dat we zondag lekker gaan zwemmen en voordat we dan weer naar huis gaan, gaan we nog eten in het restaurant hier. Nu eerst een spelletje doen uit de spelletjesdoos die hier ook gewoon ligt en dan een wijntje, open haard aan, en genieten maar….

Afbeelding

 

Dit is het uitzicht vanuit ons huisje. Mooi toch!

Gatenkaas

Gek hoe je sommige dingen uit je jeugd weer zo terug kan halen. Pim zijn kies zat los en hij liet even zien hoe scherp het randje was. Hij wipte zo met zijn tong onder de kies die nog aan één wortel vast bleef zitten. Meteen wist ik weer hoe dat voelde. Als kind zat ik dan de hele dag met mijn losse kies te spelen. De randjes van de oude kies waren scherp. Mijn tong deed er pijn van, maar toch ging ik door. Onder de oude kies voelde ik dan nog een beetje tandvlees zitten, af en toe proefje ik een beetje bloed. Op het laatst, als de tand of kies er definitief uit ging, was het een opluchting. Wat wel raar was, was het feit dat de tand of kies zo heel klein was. In mijn mond nam hij namelijk groteske vormen aan. In een servetje nam ik de kies dan mee naar huis. Daar ging hij in een bakje om te bewaren. Het voelde even raar, maar daarna ging je over tot de orde van de dag. De geschiedenis herhaalt zich…

Afbeelding

 

 

Correspondenten gezocht

Het moet toch niet gekker worden. Op de voorpagina van “De Stad Amersfoort” vraagt de redactie van de krant om mensen die een bijdrage willen leveren aan de krant. “We zoeken al dan niet ervaren schrijvers die wekelijks mogelijkheden hebben om verhalen voor de krant te maken. Ervaring is een pré maar niet noodzakelijk. Tegenover de geleverde bijdragen staat een passende vergoeding”. Ik moet natuurlijk uit gaan zoeken wat die passende vergoeding inhoudt om het zeker te weten, maar ik denk dat het gaat om een paar tientjes per artikel.

Eigenlijk is het triest. De redactie moet wel extra mensen zoeken omdat de ene na de andere collega het veld heeft moeten ruimen en er moet toch tekst in de krant komen. Mensen die opgeleid zijn tot journalist of jarenlang ervaring hebben worden ontslagen en mensen die ‘voor de hobby’ schrijven worden ingezet om de krant te vullen. Ik ben er laatst natuurlijk ook ingetrapt door voor niets foto’s van Cabaretière Margriet Bolding te leveren aan de lokale huis-aan-huis-bladen. Dat deed ik vooral omdat ik Margriet zo’n leuk mens vind, maar wekelijks gaan schrijven voor een fooi dat ga ik niet doen. Dat voelt niet goed. Dan neem je volgens mij het vak van journalist niet serieus.

Weet je waar ik bang voor ben; dat er straks een heleboel Amersfoorters zijn die het leuk vinden om wat te schrijven en van de ‘passende vergoeding’ een keertje uit eten gaan. Straks blijft er geen ervaren journalist meer over. Je vult bij de slager toch ook geen vacature met mensen die wel van vlees houden? Of als je een aannemer wil hebben ga je toch ook niet op zoek naar iemand die in zijn vrije tijd wel eens klust? Als je een huis wil laten bouwen vraag je toch ook niet je buurjongen omdat hij zo leuk kan tekenen? Als je je auto wilt laten maken bij een garage wil je toch ook niet bij een hobbyist terecht komen? Kortom; afblijven van de journalisten.

Stel je voor

Afbeelding

Stel je voor, dat mijn cliënt die in een vechtscheiding zit ineens besluit zijn kinderen wat aan te doen….. ben ik dan verantwoordelijk? Als thuisbegeleider kom ik immers wekelijks bij deze man en zijn kinderen en hoor ik de verhalen over de problemen rondom de scheiding. Ik zie deze man op een goede manier met zijn kinderen omgaan, maar ik zie ook de kwetsbaarheid van deze kinderen. Zo’n scheiding gaat je niet in de koude kleren zitten, dat is wel duidelijk.

Wat kan ik doen als thuisbegeleidster? Ik luister naar zijn verhalen, ik observeer de kinderen en ga in overleg met de intern begeleidster van de school. Ik schat de situatie in en denk –en hoop- dat het langzaam weer de goede kant op gaat.

Stel dat mijn cliënt in zijn wanhoop rare dingen gaat doen, dat hij zijn kinderen en daarna zichzelf van het leven beroofd…. zou burgemeester Bolsius dan vinden dat ‘de hulpverlening’ moet worden aangesproken op de manier waarop het gezin van deze man werd begeleid? Zou ik dan mede-schuldig zijn aan de dood van de kinderen? Als dat zo is leg ik meteen mijn werk neer. Volgens mij heet een wanhoopsdaad niet voor niets een wanhoopsdaad. Er is dan iets mis gegaan in het hoofd van mijn cliënt en dat is niet gebeurd dóór de hulpverlening, maar òndanks de hulpverlening. Mensen zijn verantwoordelijk voor hun eigen daden. Het is triest genoeg… maar alsjeblieft; oordeel niet te snel. Niet over de dader en niet over de hulpverlening. Wij weten immers niets van de zaak…..

Afbeelding 

Hoppop 2013

“Waar gaan jullie heen?”, mijn collega kijkt me met een mengeling van verbazing en  verwarring aan.  “Hoppop”, antwoord ik, en ik vertel dat we jaarlijks met de familie van mijn man een familieweekend hebben. Altijd tijdens Pinksteren en in plaats van Pinkpop hebben wij Hoppop. Het gaat tenslotte om de familie Hopstaken.

Vorig jaar hadden we prachtig weer en gingen we met de vouwwagen, maar dit jaar waren de vooruitzichten zo slecht dat we het aanbod van mijn schoonouders om bij hen in de stacaravan te komen dankbaar aannamen. De kinderen hebben we amper gezien, die vermaakten zich met neefjes en nichtjes. Puck en Pim hebben het zwembad nog even uitgeprobeerd, maar het was toch echt te koud. Niet alleen de temperatuur boven water, ook de temperatuur van het water zelf was veel te laag.

 

Pim heeft zich verder vermaakt met stokken, pijlen, een zakmes en zijn neven. Gewoon een beetje chillen boven op een betonblok.

 

Op de terugweg vertelde Pim dat hij het weekend had ervaren als veel langer dan twee dagen. Hij vond het jammer dat het over was en dat het weer een jaar duurt voordat we weer naar Hoppop gaan. Puck was het met het laatste eens, maar zij vond de dagen juist supersnel omgegaan. Grappig, hoe ieder dat weer op een andere manier ervaart. Hoppop zit er op. Volgend jaar weer, maar dan hopelijk met meer familie en mooier weer!

16 Mei

“De tumor is dus ondanks de vier chemokuren niet kleiner geworden”, de longarts kijkt mijn cliënte aan en zegt niets. Mijn cliënte en haar man zijn ook even stil. Dit is een flinke tegenvaller, vooral voor haar man. “Dit had ik niet verwacht”, zegt hij tenslotte. “Dat was niet de bedoeling van al die kuren”, voegt mijn cliënte er aan toe.

De longarts zegt dat ze drie maanden pauze in wil lassen; een periode waarin mijn cliënte bij kan komen van haar chemo’s. Of ze daarna nog meer chemokuren krijgt zien ze tegen die tijd wel.

Mijn cliënte heeft uitgezaaide longkanker, maar dat is niet het enige. Sinds drie jaar heeft ze ook last van haar geheugen. Haar korte termijngeheugen is zeer slecht geworden, daarvan heeft ze meer last dan van de longkanker. Af en toe vergeet ze zelfs dat ze longkanker heeft.

Ik kom, als thuisbegeleidster,  al ruim een jaar bij dit gezin. Toen ik dinsdag hoorde dat ze vandaag de uitslag zouden krijgen en dat een goede vriend er niet bij kon zijn bood ik aan mee te gaan. Mijn cliënte kan niets onthouden en haar man heeft al heel veel aan zijn hoofd. Het is dan fijn om een extra paar ‘oren’ te hebben. Nu kunnen we achteraf nog eens praten over wat en hoe de longarts iets gezegd heeft. Zo kwam het dus dat ik bij deze vervelende uitslag aanwezig was.

Wat een toeval dat deze uitslag net vandaag kwam. Vandaag, de dag waarop mijn vader 84 zou zijn geworden als hij niet gestorven zou zijn aan… longkanker. Het kan raar lopen in de wereld. Vanavond drink ik een flinke borrel, op mijn cliënte èn op mijn vader. Proost…

Afbeelding

Veertje

Ik zag vandaag een veertje in de lucht terwijl ik op de fiets zat. Ik opende mijn hand en ving hem zo op. Even daarvoor had ik een veertje op de grond zien liggen, het deed me denken aan een verhaal van een collega.

Ook zij ving –inmiddels twee jaar geleden- een veertje op uit de lucht. Dat gebeurde op een moment dat ze er even flink doorheen zat. Haar vader was ernstig ziek en de zorgen stapelden zich op. Ze zat in de tuin en zag het veertje vanuit de lucht naar beneden zweven. Ze opende haar hand en hij viel er zo in.

Haar vader had diezelfde periode ook al een veertje opgevangen en had die aan zijn dochter gegeven. Toen ze een tijdje later in het boek “Een engel voor iedere dag” een bladzijde open sloeg stond daar iets in de trant van: Je vindt troost bij drie veertjes.

“Drie?” dacht ze. “Ik heb er maar twee”. Diezelfde dag viel een kaart in de bus; een kaart die ik had gestuurd. Ze had me het verhaal van de veertjes verteld en ik zag een prachtige foto-kaart in de winkel met een veertje er op. Ik wist niets van het boek waarin stond dat ze troost zou vinden bij drie veertjes. Maar door die ene kaart kwam ze aan het derde veertje. Het was een grote troost. Toeval? 

Afbeelding