Woensdag 4 september
“Nienke, je moet me beloven je geen zorgen over me te maken. Als het mijn tijd is, is het mijn tijd. Beloof je dat?”, ik grinnik een beetje en zeg met tegenzin; “Okay Gerrit, ik zal het proberen… Hou je haaks”. Ik leg de telefoon op de tafel en verdiep me weer in een rapport dat ik nog moet lezen voor mijn werk.
Gerrit had me die ochtend gebeld: “Nienke, ga je nog naar de winkel en wil je dan voor mij een tree “Export” halen? Ik heb namelijk heel erg pijn in mijn schouder en bovenarm”. Ik twijfelde even maar realiseerde me toen dat als ík het niet zou halen hij zelf waarschijnlijk op de fiets zou klimmen met alle gevolgen van dien. Dat had hij namelijk twee weken geleden ook gedaan en toen moest er een ambulance aan te pas komen omdat hij midden op straat omgevallen was. Die val was de oorzaak van de pijn in zijn schouder.
Gerrit is onze overbuurman. We kennen hem nu zo’n 15 jaar en hebben hem in die jaren af zien glijden. Hij rookte zijn kamer mistig en dronk veel. Hij werkte niet, had altijd te weinig geld en was bekend bij de wijkagenten in de Kruiskamp. Hij heeft een aantal jaar geleden ook een maand of vijf in de gevangenis gezeten, Marcoen heeft hem daar nog bezocht. Af en toe leende Gerrit geld van ons, daar hadden we duidelijke afspraken over gemaakt; nooit meer dan twintig euro, nooit lening op lening en we wilden er zelf niet achteraan hoeven. Daar hield hij zich aan, hij heeft het altijd terugbetaald. Vlak voor de geboorte van Puck vroeg hij of ik al wist wat de naam van ons kind zou worden, hij wilde namelijk een bijtring met bel met inscriptie cadeau geven. Ik wist toen nog niet dat ik een dochter zou krijgen en hij moest dus wachten, net als wij. Kort na Pucks geboorte kwam hij trots met het cadeau.
Sinds het overlijden van zijn dochter eerder dit jaar ging het in een sneltreinvaart slechter met hem. Hij belde me vaak even om zijn hart te luchten of om weer wat geld te leen te vragen. Woensdagochtend had hij dus gebeld met de vraag of ik een boodschap voor hem kon doen en zo kwam het dat ik later die ochtend met een tree bier voor zijn deur stond. Ik belde aan en hoorde zijn hond al blaffen. Gerrit deed open, keek wazig uit zijn ogen en nam met één hand het bier van me over. “Gerrit….we maken ons zorgen” zei ik. “Volgens ons gaat het niet goed met je, je moet echt beter voor jezelf gaan zorgen. Eet je nog wel?” Gerrit mompelde wat en maakte nog een grapje over de schijf van vijf, dat hij dat wel een hele opgave vond. “Joh, al eet je de schijf van twee, zorg alsjeblieft een beetje voor jezelf”, zei ik. Gerrit pakte een briefje van 20 en vertelde dat hij ook zijn schuld meteen wilde afbetalen, ik gaf hem wat wisselgeld terug. Mijn bezorgdheid had indruk op hem gemaakt, want die middag belde hij dus om te zeggen dat ik me geen zorgen moest maken.
Vrijdag 6 September
Ik zit in het zonnetje op het terras van het NIVON-Huis in Bennekom. Met mijn collega’s ben ik daar twee dagen om na te denken over de toekomst van Welzin en over de interventies die we kunnen inzetten. Ik pak mijn mobieltje uit mijn tas en zie het volgende bericht van Marcoen: “Gerrit is vannacht op de bank in elkaar gezakt. Dood”. Ik schrik en denk aan de laatste woorden die we hebben gewisseld, nog geen drie dagen geleden: “Als het mijn tijd is, is het mijn tijd”, maakt je geen zorgen….”

Gerrit eind mei 2012