Het was niet het afscheid zoals ze zich had voorgesteld; rond haar 65e omdat ze met pensioen ging. Nee, dit afscheid kwam een paar jaar te vroeg. Dit afscheid kwam omdat ze overtollig verklaard was. Heet dat zo? Oh, nee, boventallig is het juiste woord. Toen ze het slechte nieuws hoorde was ze eerst boos en verdrietig, maar naarmate de tijd vorderde zag ze steeds meer voordelen van dit gedwongen afscheid. Ze telde de maanden, weken en tenslotte ook de dagen af. Bij Dara kwamen wij, haar collega’s, vandaag samen. Ze kreeg cadeaus, mooie woorden en heel veel knuffels. Ik haat afscheid nemen.
Maandelijks archief: november 2013
Mooi Werk
“Ik heb een kleindochter”, zegt mijn cliënte blij. Haar zoon heeft een dochter gekregen met een prachtige naam die ik, dat moet ik toegeven, alweer vergeten ben. Mijn cliënte heeft moeite met het Nederlands omdat ze tot voor kort vooral Papiaments en Spaans sprak, maar de Nederlandse gewoonten kent ze al goed en daarom stond er even later een beschuit met muisjes voor mijn neus. Het was een goed begin van een werkdag waarop er nog meer leuke nieuwtjes tot me kwamen.
Toen ik weg reed bij mijn blije oma kwam ik een oud-cliënte tegen die aan het wandelen was. Ze zag er goed uit en vertelde dat ze de baan die ze had gevonden enorm leuk vond, dat het goed ging met haar kinderen en dat ze toch echt wel uit de depressie was waar ze jaren in had gezeten; de balans was weer terug.
Zij vertelde me ook dat een vriendin van haar, ook een oud-cliënte van mij, inmiddels was vertrokken om drie maanden vanaf een boot het evangelie te verkondigen. Ik had de hele weg daar naar toe meegemaakt, maar omdat ik al een paar maanden geleden afscheid had genomen wist ik niet of mijn cliënte deze stap ook echt had gezet. Nou, dat had ze dus, want afgelopen donderdag was ze het vliegtuig ingestapt op weg naar het avontuur.
Toen ik daarna nog even langs een cliënt fietste om een nieuwe afspraak te maken vertelde hij me dat hij bij de voedselbank was geweest en dat hij erg blij was met het eten dat hij daar had gekregen.
Daarna fietste ik naar mijn laatste cliënt van vandaag. Samen hebben we de keukenkastjes opnieuw ingedeeld, iets waar ze al lange tijd tegen aan hikte. Toen haar zoontje van 8 maanden zijn pas doorgekomen tanden bloot lachte wist ik weer waarom ik zo van dit werk houd. Vaak ontmoet ik mensen in moeilijke omstandigheden en af en toe vind ik het werk best zwaar, maar de verhalen van vandaag zijn de lichtpuntjes van mijn werk. Nou, lichtpuntjes. Vandaag was het een vette zonnestraal……
TOEVOEGING: Nog vergeten, toen ik thuiskwam kreeg ik een telefoontje van een cliënte waar ik vrijdag was. Ze had vrijdagmiddag een sollicitatiegesprek en die ochtend hebben we een beetje geoefend samen. We hebben haar positieve eigenschappen doorgenomen en bedacht welke vragen er gesteld zouden kunnen worden. Ze vertelde vandaag dat ze door was naar de tweede ronde en dat het leek alsof het al rond was. Binnenkort kan ze waarschijnlijk weer aan het werk, tijdens schooluren zodat ze geen oppas hoeft voor haar kinderen. Het voelt bijna alsof ik zelf door die eerste ronde heen ben!
Practise what you preach!
Stel je bent 77 en zet je al dertig jaar in als vrijwilliger. Je werkt al een tijdje bij een zorginstelling in Amersfoort en je geniet ervan. Bij het woonzorgcentrum, waar zo’n tachtig mensen wonen, drink je samen met de bewoners koffie en doet af en toe een spelletje. Zeg maar, je bent er voor de hand- en spandiensten. Tot zover is er nog niets aan de hand.
Op een gegeven moment krijg je een brief met de vraag of je maandagmiddag 11 november om 16.00 uur in het zorgcentrum wilt komen omdat de directie je op de hoogte wil brengen van de laatste ontwikkelingen.
Toevallig ben je die maandagochtend actief als vrijwilliger en omdat de bewoners rond koffietijd te horen krijgen wat de ontwikkelingen zijn blijf je zitten. Het is natuurlijk heel onhandig om ‘s middags opnieuw naar de lokatie te gaan waar je nu toch al zit. Kunt u het nog volgen?
Bewoners verzamelen zich in de zaal en je besluit te blijven zitten. Je schenkt nog een kopje koffie in en dan komt de directie binnen. Ineens word je op je schouders getikt. De vrijwilligers-coördinator is een beetje gepikeerd en wil dat je weggaat. Je denk ‘wat een flauwekul’ en blijft zitten. Lijkt me niet zo gek gedacht.
Het verhaal van de directie is niet mals; het huis wordt gesloten en iedereen moet over een jaar elders ondergebracht zijn. Ook worden een heleboel personeelsleden ontslagen. Iedereen is min of meer in shock…. Dat kun je je voorstellen.
Als een klein kind krijg je na afloop van de bijeenkomst een preek van de vrijwilligers-coördinator en er wordt gezegd dat er een gesprek met je volgt. Raar….. om als 77-jarige als een kind te worden behandeld. Maar ach, je begrijpt ook wel dat het natuurlijk ook niet niks is; het sluiten van de instelling.
De volgende dag ga je naar de bewoners toe om met hen over de op handen zijnde verhuizing te praten en je besluit koekjes mee te nemen. De vrijwilligers-coördinator is waarschijnlijk een beetje overspannen want ze komt pissig naar je toe en neemt je mee naar een aparte ruimte en…..JE WORDT OP STAANDE VOET ONTSLAGEN! Want hoe durf je als vrijwilliger je zo te gedragen! Bij een bijeenkomst blijven zitten die bedoeld is voor de bewoners en dan de volgende dag ook nog bitterkoekjes meenemen!
Helaas is dit bovenstaande verhaal echt gebeurd. Toegegeven: ik heb het verhaal maar van één kant, via haar dochter gehoord. Misschien was de dame in kwestie een beetje te pittig en had ze teveel een eigen mening. Misschien botste zij en de coördinatrice regelmatig en zag de coördinatrice haal liever gaan dan komen. Maar om iemand na 30 jaar vrijwilligerswerk ‘te ontslaan’? En op deze manier? Ik vind het dieptriest. Ik heb nog even op de website van de zorginstelling gekeken, daar stond ondermeer dit:
De zorg in het woonzorgcentrum is gebaseerd op humanistische uitgangspunten, waarbij waarden als respect, betrokkenheid en gelijkwaardigheid benadrukt worden.
Ik zou zeggen: Practise what you preach!
Horen, zien en…. opschrijven
“Echt, ze zochten een rode Skoda en ik zag hem zo langsrijden”, zei een mevrouw met een plastic muts op haar hoofd. “Heb je toen de politie gebeld?” vroeg een vrouw naast haar. “Nee, die reed er al achteraan. Trouwens, gisteren zochten ze een groene auto want er zou een vrouw ontvoerd zijn”. “Ja, was gewoon een echtelijke ruzie”, vulde de derde dame aan.
Ik lig in het zwembad van Sauna Soesterberg en het lijkt wel een soort toneelstukje voor me. Vijf vrouwen van een jaar of zestig liggen lekker te kletsen in het water. Ze hebben het over Burgernet en over dat iedereen weer andere berichten doorkrijgt “Het ligt er maar aan in welk gebied je zit”. Even later hoor ik ze in discussie gaan over een Hammam-behandeling. “Ik vond het echt tegenvallen…. vreselijk was het. Je moest je onderbroek aanhouden daar”. De vrouw die dit zegt tettert al de hele tijd boven de rest uit en ze komt niet erg sympathiek over. “Nou, wij zullen het gewoon wel meemaken straks”, zegt een andere vrouw terwijl ze toch iets teleurgesteld klinkt”.
Ik dobber nog wat rond en vang een flard op van een gesprek tussen een moeder en dochter. Dat ze moeder en dochter waren dacht ik al eerder te zien aan de identieke lichaamsvormen, maar ik weet het nu ook zeker door het gesprek dat ze samen voeren; “Het was zo leuk, ik zie het nog voor me; jij was 1 jaar geworden en tante Conny kwam langs. Ze woonde toen nog in de Van Oldenbarnevelt-straat”. Inmiddels zwemmen de dames van me weg en hoor ik ze even niet. Later hoor ik nog een stuk van hun gesprek; “Aan de telefoon is ze wel aardig, maar toen ze laatst langs kwam dacht ik, nou…die hoef ik niet zo vaak over de vloer te hebben.” Gezellig die twee, ik hoor ze praten over verschillende familieleden. Opa en papa komen langs in het gesprek en even later hoor ik de moeder zeggen; “Ja meis, het is een bijzonder gecompliceerde familie, die familie van ons….”.
Heerlijk vind ik dat, stiekem luisteren naar andermans gesprekken. Ik vul dan van alles in. Zo denk ik dat de vrouw die zo tettert geen makkelijk mens is en dat de dames binnenkort vast een keer slaande ruzie krijgen. Even later zie ik de vriendinnen die wel een Hammam-behandeling krijgen zitten voor de ruimte waar ze de behandeling zo zullen ondergaan. Die gaan daar vast zitten smoezen over de tetterende vrouw. In mijn gedachten zie ik de één al tegen de ander zeggen; “ Volgende keer gaan we gewoon samen, zonder Mien”.
Wanhoop
Wat een puinhoop, wat een verdriet. Ik kijk naar het nieuws op de televisie en krijg tranen in mijn ogen. Duizenden slachtoffers heeft de tyfoon ‘Haiyan’ al geëist. De stad ‘Tacloban’ is bijna geheel verwoest. Denk je eens in; een stad met evenveel inwoners als Eindhoven helemaal in puin. Ruim vier miljoen Filipijnen zijn getroffen door deze zwaarste storm ooit waargenomen op aarde. Wat kunnen we doen?
Dit jaar sturen Marcoen en ik geen kaarten met Kerst en Oud & Nieuw. Dat doen we al ruim tien jaar niet meer en het geld dat we daardoor besparen storten we eind van het jaar op de rekening van een goed doel. Afgelopen jaren ging het geld naar ‘Artsen zonder Grenzen’, ‘Warchild’, RETT-onderzoek, ‘Serious Request’ en nog wat andere organisaties. Dit jaar gaat het weer eens naar giro 555, naar de samenwerkende hulporganisaties. Vind je het een goed idee, doe je dan mee? Ik hoop dat we dit jaar geen kaarten door de brievenbus krijgen maar dat het geld voor die kaarten en de postzegels overgemaakt wordt naar giro 555. Fijne feestdagen alvast!
Glimlach
“Haidiho! Ben je vanavond thuis? Heb wat voor je gekocht in Duitsland Wat is je adres?” Dit facebook-berichtje kreeg ik donderdag ineens van Marlies. Eigenlijk ken ik Marlies niet zo goed; we hebben een paar gezamenlijke kennissen en af en toe zie ik Marlies op mijn werk. Het berichtje kwam dan ook best onverwachts en dat was ook de reden waarom ik via Facebook vroeg of het echt wel voor mij was. Maar Marlies bleef het volhouden; ze had iets voor mij en mijn gezin.
Gelukkig hoefde ik niet lang te wachten, want diezelfde avond kwam Marlies langs met een groot stuk vlees, mosterd, uien en knoflook. Ze was in Duitsland geweest en had het stuk vlees voor me meegenomen. De dag daarvoor waren we elkaar tegengekomen in de supermarkt en toen had ik een opmerking gemaakt over de foto die ze laatst had op facebook had gezet; een foto van een heerlijk stuk vlees uit de oven.
Als verrassing kreeg ik dus de dag erna zelf zo’n stuk vlees. Ik vroeg nog of ik het gewoon kon betalen, maar daar wilde Marlies niets van weten. “Nee, ik vind het wel leuk wanneer je zelf binnenkort eens iemand verrast met het één of het ander”. En dat maakt Marlies een vrouw naar mijn hart! Wat een prachtig idee. Als iedereen de komende week eens een ander verrast dan krijgen we veel blije mensen. Ik kan je melden, de verrassing van Marlies zorgde voor een dikke glimlach op mijn gezicht.
Straks zetten we het stuk vlees in de oven en Marcoen bakt er zijn befaamde zelfgemaakte frieten bij. We hebben een vriend uitgenodigd om te komen eten en hopelijk zorgt dat dan weer voor een glimlach op zijn gezicht! Ondertussen denk ik na over mijn verrassing voor weer iemand anders…..
Hele Klus
Er staan drie auto’s voor me te wachten om de parkeerplaats bij het Neptunusplein op te rijden. Er is geen doorkomen aan en ineens zie ik een bord: “Druk op de parkeerplaats? Ga naar de parkeergarage onder de Jumbo, eerste 2 uur gratis”. Dat is het, denk ik en ik rijd richting parkeergarage.
Gek wel, die garage is er al een paar jaar, maar ik ben er nog nooit geweest. Normaal doe ik mijn boodschappen met de fiets, maar omdat ik last heb van mijn schouders en ik inschat dat ik met zware tassen naar huis ga neem ik, bij hoge uitzondering, de auto.
Ik moet even omrijden en dan zie ik de ingang van de parkeergarage. Na een druk op de knop komt mijn kaartje eruit en gaat het hek open. Ik heb het niet zo op parkeergarages, waarom weet ik eigenlijk niet. Het eerste stukje van de garage loopt flink schuin naar beneden, gelukkig is er genoeg ruimte en hoef ik hier niet naar een plekje te zoeken. Gek wel, want buiten staan auto’s in de file te wachten op een parkeerplaats.
Na het parkeren loop ik naar de voetgangersuitgang. Om bij de winkel te komen moet ik een trap op en buiten om richting de winkel lopen. Heb ik de lift soms gemist? Want hoe moet ik straks met mijn karretje naar de auto? Een mevrouw die me tegemoet loopt biedt uitkomst: “ Je kunt je karretje achterlaten bij het personeel van de Jumbo en dan vóór de Jumbo parkeren en dan zetten zij de boodschappen in je auto.” Wat omslachtig, wil ik dat eigenlijk wel? Inmiddels heb ik al spijt dat ik niet gewoon op de fiets boodschappen ben gaan doen.
Na de bakker, de kaasboer en de slager loop ik eerst maar weer eens naar de parkeergarage om in ieder geval deze tassen weg te zetten. Daarna loop ik weer naar de Jumbo en zie ik dat het flink druk is op de plek waar ik straks moet gaan staan om mijn boodschappen in ontvangst te kunnen nemen. Het is me duidelijk; ik ga niet eerst mijn boodschappen achterlaten, de auto halen en dan daar staan wachten op mijn karretje.
Ik zoek mijn boodschappen bijelkaar, betaal en besluit met het karretje via de ‘auto-ingang’ naar de auto te lopen. Dat valt nog niet mee, want met volgeladen karretje loopt het eerste gedeelte wel heel schuin naar beneden. Ik ben blij dat ik mijn naaldhakken niet aan heb en het karretje niet richting geparkeerde auto’s dendert.
Ik laad mijn boodschappen in de auto en loop naar de betaalautomaat, tenslotte wil ik gewoon weer door het hek naar buiten. Daar zie ik het volgende briefje hangen:
Ik kijk nog eens om me heen. Dit is een mislukte garage; ik denk dat nog geen tiende van de garage bezet is en ik begrijp het ook goed. Geen lift, gedoe, vandalisme….
De auto start en ik rijd de garage weer uit. Tenminste….ik doe een poging. Het hek blijft dicht terwijl ik bovenaan het schuine gedeelte sta te wachten. In mijn spiegel zie ik dat ik een verkeerslicht beneden gemist heb en ook de automaat waar het uitrijkaartje in moet. Langzaam laat ik de auto achteruit zakken en rijd ik langs de automaat. Natuurlijk sta ik nets iets te ver weg zodat ik me flink uit moet rekken om het kaartje in de gleuf te doen. Het licht gaat op groen, het hek gaat open en ik rijd naar boven. Dit was de eerste en de laatste keer, volgende keer gewoon weer de fiets!
Amateur
“Waarom ga je geen trouwreportages maken”, zei een vriendin laatst toen ze een paar foto’s zag die ik had gemaakt tijdens een paar bijeenkomsten op mijn werk. Ik moest lachen en antwoordde; “Nee joh, ik kan wel een beetje foto’s maken, maar voor trouwreportages moet je meer in huis hebben”. Ik dacht er later over na; aan de ene kant lijkt het me geweldig om mensen op zo’n mooie dag vast te leggen, maar de verantwoordelijkheid lijkt me te groot. Nou heb ik wel foto’s gemaakt tijdens het huwelijk van een vriendin, maar dat was gewoon voor de lol en er waren meerdere fotografen. Als amateur kun je lekker relaxed foto’s maken; er zit meestal wel een leuke foto tussen. Maar als je echt wordt ingehuurd als trouwfotograaf….Stel dat de foto’s mislukken!
Na vorige week weet ik het ook zeker; mocht ik ooit trouwreportages willen maken, dan moet ik zeker goed geschoold worden. Want mijn ‘techniek’ is niet om over naar huis te schrijven. Door de “Improducenten” was ik gevraagd om wat foto’s te maken en ze wilden ook wat binnenfoto’s hebben. Nou, dat heb ik geweten. We hebben lopen klooien met gordijnen en lampen, ik heb verschillende knopjes uitgeprobeerd op mijn fototoestel, maar echt soepel liep het niet. Gelukkig konden er buiten ook wat foto’s gemaakt worden, dat vond ik iets makkelijker. Maar om drie mensen tegelijkertijd leuk op de foto te krijgen is een hele een kunst. Jan hield zijn ogen goed open, maar Barbara en Marcoen wisselden elkaar af; dan had de één zijn of haar ogen weer dicht, daarna de ander. Na ongeveer 500 foto’s waren we het zat. Gelukkig zitten er wel een paar leuke tussen…toch?
OP ZIJN FIETS MET EEN KRATJE BIER
“Wil jij voor het AD een stuk schrijven over Gerrit?”, vroeg Wichard me laatst terwijl we op het schoolplein stonden. Onze dochters zitten in dezelfde klas en Wichard, die bij het AD werkt, had mijn blog over Gerrit gelezen. Het leek me een mooi eerbetoon en na een avondje kletsen met Gerrit zijn broer Wim kwam ik op de volgende tekst. Vandaag stond het stuk in de krant bij de rubriek “Van Wieg tot Graf”.
Gerrit Mol (1961-2013)
Het was zo’n vertrouwd beeld in de wijk: Gerrit Mol die met zijn onafscheidelijke kratje Heineken achterop richting de supermarkt fietste. Buurtbewoners realiseren zich dat ze dat nooit meer zullen zien, want op 51-jarige leeftijd overleed Gerrit. Hij stierf in het huis waar hij bijna zijn hele leven lang heeft gewoond; Kruiskamp 39.
Een jongen van de straat is Gerrit. Als hij een jaar of twintig is, is hij vaak te vinden op de Conincksbrug, bij de Scheltussingel. Daar wordt hij op een dag door zijn vrienden uitgedaagd om in het water te springen, de beloning is een biertje. “Dat de vaart vol lag met oude fietsen, stenen en glas deerde hem niet; voor een biertje had hij alles over.” vertelt zijn broer Wim, die zich die duik nog levendig kan herinneren.
Verliefd
Gerrit wordt verliefd op een collega bij schoensmeerfabriek Erdal, de latere Prodentfabriek. Hij trouwt met haar en ze gaan in het Soesterkwartier wonen. Op zijn vijfentwintigste wordt Gerrit voor het eerst vader van dochter Ashley. Later komen daar nog een dochter en een zoon bij. Door zijn drankgebruik en zijn soms onvoorspelbare karakter loopt zijn huwelijk stuk en verloopt het contact met zijn kinderen moeizaam. Dat vindt Gerrit verschrikkelijk, want zijn kinderen betekenen veel voor hem. Na zijn scheiding, woont hij eerst op zichzelf, maar na een tijdje gaat hij weer op de Kruiskamp wonen met zijn broer Wim, zijn moeder Toni en ‘Rambo’ , een Yorkshire Terriër. Zijn broer Joop en zijn zussen zijn het huis al uit, zijn vader is dan al overleden.
In 2001 gaat ‘Rambo‘ dood. Zijn broer Wim: “Kort daarna komt Gerrit binnenstappen met ‘Fungus’, zonder overleg met mij of mijn moeder. Wat wij ervan vonden kon hem niets schelen”. ‘Fungus’ is een Amerikaanse Bulldog. Gerrit is enorm gehecht aan ‘Fungus’ en heeft tijdens de wandelingen met zijn hond veel aanspraak. ‘Fungus’ krijg een nest puppies en uit dat nestje houdt Gerrit ‘Bikkel’. Als Fungus in 2010 overlijdt is Gerrit een tijdlang ontroostbaar. ‘Bikkel’ wordt sindsdien extra verwend met chocoladekoeken, ham, kaas en zelfs chocoladevla.
Omdat er veel geld opgaat aan drank -een kratje per dag- en Gerrit niet heel handig is met geld komt hij vaak tekort; in de hele wijk heeft hij leningen lopen. Maar het moet gezegd; Gerrit betaalt altijd alles tot op de cent terug. Wim: “Gerrit vond dat hij het goed aanpakte. Als die reclame op de radio kwam van ‘lenen kost geld’ zei Gerrit altijd ‘daar heb ik geen last van. Als ik van de buren leen is dat gratis”.
De voetbalcompetitie zorgt voor veel hilariteit in de straat. Gerrit is een fervent Ajax-aanhanger en met buren -die voor ondermeer PSV, Utrecht en Feyenoord zijn- wordt de competitie uitgebreid besproken. Buurman Marcoen Hopstaken: “Als Feyenoord weer een keer verloor van Ajax en de telefoon ging dan wist ik al hoe laat het was. Soms had ik geen zin om op te nemen, als ik het wel kon opbrengen dan spraken we over de wedstrijd. Altijd met respect. Gerrit heeft ook wel eens een pakje zakdoekjes op mijn raam geplakt, om me te troosten”.
Tatoeages
Hoe groot zijn liefde voor voetbalclub Ajax is blijkt wel uit het feit dat hij aan de binnenkant van zijn onderlip de naam van de club heeft laten tatoeëren. Dat is niet de enige tatoeage die hij heeft. In zijn nek heeft Gerrit een afbeelding van een mol, wat refereert aan zijn achternaam. Verder heeft hij ondermeer een afbeelding van een stierenschedel op zijn borst en staat er, bij wijze van grap, boven zijn navel de tekst: inhoud 30 liter.
Van buiten ziet hij er stoer en woest uit, maar ergens is Gerrit ook een vriendelijke en attente man. Zo koopt hij voor kinderen in de buurt cadeautjes voor hun verjaardag. Soms komt hij met grote cadeaus aan en geeft dan meteen het bonnetje erbij zodat het duidelijk is dat het cadeau echt is gekocht en niet van ‘een vrachtwagen was gevallen.’
Rond 2004 moet Gerrit een paar maanden ‘brommen’. Waarom hij moest zitten is bij zijn naaste familie nog steeds niet helemaal duidelijk. Zijn broer Wim over die periode: “Gerrit wilde er nooit over praten. Hij hield van provoceren en was erg impulsief, daardoor kwam hij soms in de problemen.”
De dood van zijn oudste dochter Ashley, die in februari op 25-jarige leeftijd sterft aan kanker, zorgt voor een ommekeer. Gerrit is er kapot van en gaat meer en meer drinken. Hij en de hond komen alleen nog buiten voor het hoognodige. Gerrit verzorgt zichzelf steeds slechter en een paar weken voor zijn dood moet hij zijn kleine teen laten amputeren. Nog vol met morfine gaat hij vlak na die operatie op de fiets richting supermarkt met zijn lege kratje, maar de winkel haalt hij niet want aan het einde van de straat gaat hij onderuit. Hij wordt die middag door een ambulancebroeder naar huis gebracht. Daarna is hij nog amper naar buiten gegaan. Zijn bier en shag worden gehaald door buren of vrienden, eten doet hij bijna niet meer.
Vlak voor Gerrit sterft betaalt hij -voor zover bekend- alle schulden af bij buren en vrienden. Hij voelt dat hij niet lang meer zal leven en belt verschillende mensen. Tegen een buurvrouw zegt hij drie dagen voor zijn dood: ‘als het mijn tijd is, is het mijn tijd, maak je maar geen zorgen’. In de nacht van donderdag 5 op vrijdag 6 september is het zijn tijd. Midden in de nacht overlijdt Gerrit, zittend op de bank. Zijn hond Bikkel ligt vlak naast hem, de televisie staat aan en zijn laatste biertje staat nog op tafel.
Gerrit zou vandaag 52 jaar zijn geworden.