‘Zag ik dat nou goed?’ Terwijl ik in de ijzige kou richting mijn cliënt fietst zie ik ineens vanuit mijn ooghoek een reclameposter voor de Gereformeerde Hogeschool. Dat is op zich niet zo bijzonder, maar er is iets wat mijn aandacht trekt. Ik rem af, loop met mijn fiets een stukje terug, en kijk opnieuw naar de poster. Het valt me op dat het meisje op de poster een legerbroek draagt. Dat is wel het laatste wat ik verwacht op een poster van een Gereformeerde instelling. Ik zou zelf eerder denken aan een rokje of een nette broek. Ik maak een foto met mijn iPhone, stap weer op de fiets en denk er even over na. Ik schrik een beetje van mezelf. Erg wel dat ik mensen zo snel in een hokje duw, terwijl ik er juist altijd prat op ga dat ik zo’n open mind heb en niet zo zwart-wit ben. Word ik toch even met mijn neus op de feiten gedrukt; ook ik heb vooroordelen. Ik vraag me wel overigens wel af wat de achterban van deze foto vindt.
Maandelijks archief: januari 2014
Een verjaardag in het kwadraat
27 januari 1976
“Lang zullen ze leven, lang zullen ze leven, lang zullen ze leven in de gloria….” Ik sta als zevenjarig meisje naast mijn ouders. Op de platenspeler ligt een elpee die we vier keer per jaar tevoorschijn halen. Het kost altijd even moeite om de naald precies bij het begin van het liedje te zetten maar toen dat eenmaal was gelukt werd het volume harder gezet en is het tijd voor de jarigen om naar beneden te komen. Een kinderkoor zingt het verjaardagslied en mijn ouders en ik zingen mee. Ik hoor het gestommel al boven aan de trap. Ze zijn in aantocht! Eerst komt mijn zus Loes de kamer binnen en daarachter loopt Piet, mijn grote broer. Beiden nog in pyjama en met een grote glimlach op hun ietwat slaperige gezicht. Ik geef eerst Piet en daarna Loes een dikke zoen. De tafel is al gedekt en op de houten plankjes, die we als bordje gebruiken staan twee cadeautjes te wachten op de jarigen. Ze zijn geen tweeling, maar wel op dezelfde dag jarig. Toen mijn broer twee werd kreeg hij mijn zusje als verjaardagscadeautje.
27 januari 2014
De tijd gaat best snel. Ik denk terug aan het jaar 1976; toen werd mijn broer twaalf en mijn zus werd tien. Dezelfde leeftijd als Pim en Puck nu. Ikzelf was bijna zeven. Ik denk terug aan dat jaar omdat ik me nog kan herinneren dat mijn tante Doortje Adema vijftig werd. Het was een oudere zus van mijn vader en haar vijftigste verjaardag heeft diepe indruk op me gemaakt. Tenminste, genoeg indruk om me er nu nog iets van te herinneren. Ergens in mijn geheugen zie ik mijn tante in een ouderwetse groene jurk, we zongen met zijn allen ‘lang zal ze leven’ en ik vond haar destijds best al oud.
Ik realiseer me dat mijn broer Piet nu dezelfde leeftijd heeft bereikt. Hem vind ik helemaal niet oud overkomen en dat hij vandaag vijftig is geworden kan ik me eigenlijk niet voorstellen. Binnenkort volgt Marcoen en over vijf jaar ben ik zelf zo ver. Ik ben benieuwd hoe Pim en Puck later terugkijken op deze periode. Vinden zij mensen van vijftig oud? Ik zal het hen morgen tijdens het ontbijt alvast eens heel voorzichtig vragen….
Failliet
“Even kijken…zes, zeven, acht”, De pion van Puck komt op de Langestraat terecht. We spelen een potje Amersfoortse Monopoly. Twee jaar geleden is het spel op de markt gebracht en op een sombere zondagmiddag wil het nog wel eens uit de kast komen. “Mam, jij bent”. Mijn zoon geeft me de dobbelstenen en legt zijn straten recht.
Ik maak een kommetje van mijn handen, schud de dobbelstenen en breng mijn handen naar mijn mond voor een gelukszoen. “Elf!” Ik word steeds enthousiaster en kom op ‘algemeen fonds’. “Betaal je contributie van de kaartclub die verhoogd is nadat het wijkcentrum gesloten is; 50 euro”, lees ik hardop voor. Ik denk terug aan de nieuwe Roef in de Kruiskamp. Wat was dat een gemiste kans door de gemeente. De huur van het pand moest toch nog voor vijf jaar betaald worden, dus wat een onzin om al die enthousiaste groeperingen er eerst uit te gooien en daarna het gebouw te gebruiken voor een STIP.
“Mam, papa moet 20 euro terugkrijgen”. O ja, wel even opletten. Even later is Pim aan de beurt. Hij komt op het vraagteken: “Je hebt een folder laten schrijven door Wanda Dijkstra – Scherpschrijver. Je omzet is daardoor gestegen je ontvangt 150 euro.” ik geef hem het geld. Ben benieuwd of Wanda door de crisis en al het gedoe rondom “Ramón Smits Alvares” nog wel genoeg werk heeft. Ik merk dat ik mijn aandacht niet meer zo bij het spel kan houden. Tien minuten later moet ik een kanskaart trekken. “U draagt bij in de kosten van de heropening van buurttuin Valkhof, betaal elke speler 50 euro”. Met pijn in mijn hart geef ik mijn tegenspelers het geld. Die speeltuin is binnenkort verleden tijd want er zullen huizen worden gebouwd. Dit monopoly-spel is twee jaar oud, maar inmiddels achterhaald. Een klein half uur later word ik ingemaakt door mijn zoon. Ik ben failliet, en als we niet oppassen Amersfoort straks ook.
Mevrouw de Bruijn
“Spaart u ook punten?”, vroeg mevrouw De Bruijn steevast. “Nee hoor!”, antwoordde ik dan. Mevrouw de Bruijn pakte daarna de vleeswaren en het rundergehakt in, gaf me het zakje en het wisselgeld en meestal zei ik dan “Tot morgen…” en ging ik de winkel weer uit.
Al zo’n vijftien jaar komen Marcoen en ik een paar keer per week bij slagerij De Bruijn op het Neptunusplein in Amersfoort. Voor de kinderen was het een waar feestje, want ze kregen altijd een plakje worst. Wij waardeerden ondermeer de rookworsten van deze keurslager. Die worsten worden bejubeld en bekroond, hun rundergehakt is de lekkerste die ik ooit geproefd heb en de liefde voor het vak straalt van elke medewerker af.
Het is een echt familiebedrijf: meneer en mevrouw de Bruijn waren lange tijd de spil in de zaak, maar naar mate de jaren vorderden namen hun zonen Fred, Jeroen en Patrick steeds meer van hen over. Op de zaterdagen en tijdens de vakantie helpen ook een paar kleinkinderen van meneer en mevrouw De Bruijn mee in de zaak.
De laatste jaren ging mevrouw De Bruijn er steeds vermoeider uitzien. Ze was ver over haar pensioenleeftijd heen maar bleef in de winkel staan zolang ze kon. “Thuiszitten is niets voor mij”, vertelde ze eens. Zij en haar man gingen ook bijna nooit op vakantie. Een week per jaar naar hun huisje in Zwitserland, dat was echt het maximum.
Het viel me op dat mevrouw de Bruijn de laatste tijd wel vaak het aantal producten controleerde en dat ze soms bijna stiekem tegen de balie leunde. Het leek of ze erg vermoeid was, maar ja….wat wil je wanneer je tegen de tachtig loopt!
Op een dag stond mevrouw De Bruijn niet meer in de winkel. Een van haar zonen -ik weet niet welke want ik weet nooit welke naam bij welk gezicht hoort- vertelde dat ze last had van haar geheugen en naar een zorgboerderij ging. Alleen thuis zitten ging niet, en werken in de winkel lukte ook niet meer.
Twee weken geleden was ik thuis en dacht ik ineens aan mevrouw de Bruijn. Gek, want ze had al maanden niet meer in de slagerij gestaan en ik begreep niet zo goed waarom ik juist op dat moment aan haar dacht. Ik bedacht me dat ik haar echt wel miste tijdens mijn rondje boodschappen doen. Toen ik die dag in de slagerij kwam vroeg ik aan één van haar zonen hoe het met mevrouw De Bruijn ging. “Niet goed”, antwoordde hij. “Vlak na Kerstmis had ze erg pijn in haar buik. Na onderzoek bleek ze uitgezaaide kanker te hebben en ze is meteen opgenomen in een hospice.” Ik schrok en kwam even niet meer uit mijn woorden.
Vandaag stond ik in de slagerij voor een rookworst en een zakje spekjes. Eén van de medewerksters vroeg me: “Jij vraagt toch nog wel eens naar mevrouw de Bruijn?”, ik knikte en wist eigenlijk al wat ze zou gaan zeggen. “Mevrouw de Bruijn is afgelopen zaterdag overleden….”.
Herinneringen
Onderin de doos vind ik een stapel foto’s, ik wist niet eens meer dat ik ze had. Foto’s van Marcoen toen hij nog bij BNN werkte, schoolfoto’s van de kinderen, een foto van mij gemaakt bij Radio Gelderland, foto’s gemaakt op Terschelling en… een foto van mijn vader met de kinderen.
Ik kijk eens goed naar de foto. Wat een prachtmoment! Puck zit bij Pake op schoot en Pim staat naast zijn stoel, ze hebben duidelijk ‘een onderonsje’. Pim schatert het uit en mijn vader grijnst. Tenminste….daar ga ik van uit want echt goed kun je het niet zien. Wanneer zal het zijn geweest? Ik denk dat Puck daar ongeveer een jaar was, dus de foto is waarschijnlijk gemaakt in de zomer van 2004. De lokatie weet ik nog precies; Vilsteren. Op de camping, waar wij met onze kinderen, en vroeger onze ouders met ons, graag komen.
De foto’s liggen verspreid op de tafel. Uiteindelijk vind ik nog drie foto’s waar mijn vader op staat. Eentje is op dezelfde middag gemaakt als bovenstaande foto, een andere tijdens ons huwelijk in 2001. Verder is er nog een foto waarop mijn vader te zien is met een zuurstofslang in zijn neus. Ik kan me het moment niet herinneren en herken de lokatie ook niet. Wat jammer dat ik niet zoveel foto’s meer heb waar mijn vader op staat. Ik geloof dat Marcoen nog wel een paar op zijn computer heeft staan, maar die is nu niet thuis en op dit moment wil ik gewoon foto’s in mijn handen voelen. Ze oppakken, dichtbij mijn ogen brengen, ze bestuderen.
Ineens rollen de tranen over mijn wangen. Ik denk terug aan vandaag precies 7 jaar geleden; de dag dat mijn vader overleed. Ik denk aan de verschrikkelijke strijd de nacht ervoor. Ik voel nog zijn hand in mijn hand, terwijl ik zachtjes in zijn oor fluisterde; ‘ga maar Pa, het is goed zo’, maar hij kon ons die nacht nog niet loslaten. Ik denk aan zijn wijsvinger die hij vlak voor zijn overlijden nog in de lucht stak en ik hoor de stilte weer, nadat zijn zuurstofapparaat uit was gezet. Die oorverdovende stilte. Al zeven jaar…..
Mindfulness
Wat vond ik het jammer toen ze aankondigde dat ze ging verhuizen. Greet woonde nog niet zo lang naast ons op de Kruiskamp, maar samen met haar man Frank en haar drie kinderen wilde ze toch een grotere woning met een grotere tuin. Misschien wilde ze ook wel buren die minder herrie maakten, maar dat heb ik nooit als reden gehoord ; -) Ze zocht naar een huis met een ruimte waar ze kon masseren, en die vond ze in een andere wijk in Amersfoort. In haar tuin staat een prachtig huisje met een massage-tafel.
Naast masseren heeft Greet zich ook gespecialiseerd in het geven van mindfulnesstrainingen. Toen ik na de zomer een mailtje kreeg met de vraag of ik ook mee wilde doen aan een training werd ik meteen enthousiast. Zes avonden en een dag duurde de training en ik heb ervan genoten. Van het begin tot het einde. Sowieso is het fijn om af en toe een avond voor jezelf te hebben en aan jezelf te werken. De sfeer was ontspannen, de mede-cursisten waren leuke mensen en Greet zorgde ervoor dat ik me keer op keer welkom voelde. De afsluitende stilte-dag is inmiddels geweest en het is tijd om de balans op te maken.
Wat heb ik er aan gehad? Ik heb gemerkt dat ik mijn zintuigen meer open heb staan. Natuurlijk niet de hele dag, maar ik ben me bewuster van geluiden, ruik bijvoorbeeld een sinaasappel die ik schil echt, voel de wind op mijn huid, merk de structuur op van mijn badschuim, ben me bewust van mijn ‘zijn’.
Ook heb ik het gevoel dat ik minder eisen stel aan mezelf. “Wees mild voor jezelf” is een van de uitgangspunten van mindfulness. Soms leg ik mijn eigen lat wat hoog, wil ik van alles, heb ik het gevoel dat ik faal wanneer ik niet alle dingen op mijn ‘things-to-do-lijst’ heb doorgestreept aan het einde van de dag. Die drang is nu gelukkig een stukje minder geworden.
Het is geen wondermiddel, zo’n cursus. Mopperen doe ik nog steeds en ik maak me ook af en toe flink kwaad om dingen die de moeite niet waard zijn, maar de training heeft me aan het denken gezet. De waan van de dag kun je zelf in stand houden of negeren. Als ik pijn in mijn spieren heb kan ik dat accepteren of ertegen vechten. Ik weet nu dat ik die keuze heb en ik weet ook wat mij het verst brengt. Hopelijk kan ik dit vasthouden, en zo niet? Dan haak ik over een paar maanden gewoon weer aan bij een cursus van Greet, of…zoals ik haar wel eens noem “Great!”. Ben je nieuwsgierig geworden naar mijn voormalige buuf: http://www.greetblok.nl en dit is een foto van Greet:
Leef het Leven!
Potverdorie. Ik lees dat vrienden en familie vandaag afscheid nemen van Koen. Morgen komt de huisarts en dan gaat Koen dood. Hoe dat moet zijn voor hem en zijn naasten kan ik me bijna niet voorstellen en dat komt vooral door Koen zijn leeftijd; 50 jaar…
Koen is een opvallende stadgenoot, ik zag hem voor het eerst toen hij op Koninginnedag in een prachtige outfit tussen de kraampjes liep met -volgens mij- zijn vrouw aan zijn zijde. Ze waren bijzonder geschminkt, liepen als een koning en koningin door de Bloemendalse-straat terwijl ze bellen aan het blazen waren. Het was bijna surrealistisch, er hing een sprookjesachtige sfeer om hen heen.
Ik wist toen overigens helemaal nog niet dat hij Koen, of eigenlijk -oorspronkelijk- Marcoen heette. Dat is niet de enige overeenkomst met mijn eigen Marcoen. Ze zijn beiden geboren in Breda en Koen is 50 jaar, Marcoen wordt 50 jaar. Ze delen zelfs dezelfde doopnamen Cornelis Maria. Bij Marcoen komt daar nog ‘Frederik’ bij.
In mei hoorde Koen dat hij blaaskanker had en naast een blog waarin hij over zijn ziekte en zijn leven schrijft, heeft hij samen met zijn dochters Jip en Fee ook een voorstelling gemaakt. Half december hebben ze tijdens ‘Gluren bij de Buren‘ het stuk opgevoerd en de reacties waren overweldigend. Strekking van de voorstelling: “al ga je dood op je vijftigste, blijf tot de laatste minuut genieten en positief, zodat je met opgeheven hoofd je dierbaren achter kunt laten.” Begin januari stonden ze nog met het stuk in Breda en eigenlijk zouden ze woensdag zijn ‘kankermonoloog’ nogmaals op de planken brengen hier in Amersfoort. Ik had een kaartje bemachtigd, maar de voorstelling gaat niet door. Zijn leven stopt morgen. Koen, morgenavond open ik een bijzondere fles wijn en proost op jou en je gezin onder het motto “leef het leven!”
Een vriend van Koen beschreef de bijzondere manier waarop hij afscheid van Koen heeft genomen: http://cult.thepostonline.nl/2014/01/13/voorstelling-afgelast/
Stil
Ze kwamen bij Hilversum het treinstel binnenlopen; hij voorop, zij erachter. Ik schat dat ze ongeveer 65 jaar waren en ergens leken ze wel op elkaar. Misschien was het de kledingstijl die overeen kwam, of was het iets anders? Ik zat al vanaf Amersfoort bij het raam van zo’n ‘vierzitter’. De man kwam naast mij zitten, de vrouw koos de plek tegenover hem en dus schuin tegenover mij. Ze trok haar jas uit. Ze zeiden niets. In de vierzitter aan de andere kant van het gangpad zat een wat oudere vrouw met haar zoon en diens vriendin. Tenminste dat had ik opgemaakt uit het gesprek dat ze al tien minuten voerden. Het ging over welke stations we passeerden, welke musea ze wilden bezoeken en andere belangrijke zaken. Het stel naast me zei niets. De vrouw staarde de hele rit uit het raam en ze zag er op de een of andere manier heel treurig uit. Een kwartier later hadden ze nog niets gezegd. Ik bedacht me dat ik wel heel erg de neiging heb om mijn eigen verhaal te verzinnen bij mensen. Zoals het er nu naar uitzag kenden deze meneer en mevrouw elkaar helemaal niet, anders zou je toch wel iets zeggen of op een andere manier contact met elkaar maken?
De trein minderde vaart, we reden Amsterdam Centraal binnen. De vrouw trok haar jas aan en stond op, de man volgde even later ook en dat was fijn want daardoor had ik wat meer ruimte om ook mijn jas aan te trekken. In het gangpad stonden meer mensen te wachten en toen de trein even flink afremde wankelden we allemaal heen- en weer. De deur ging open, ik liep de trein uit en ging richting de uitgang van het station. Ineens zag ik de vrouw weer lopen. En naast haar de man die naast me zat. Ze liepen hand in hand! Ik kon mijn ogen niet geloven. Waren ze uitgepraat? Hadden ze ruzie gehad? Ik wilde bijna op haar schouder tikken om het te vragen…
Het wordt een eh… bijzonder jaar!
“Op je werk weet je niet zo goed wat er precies van je wordt verwacht. Dat maakt je onzeker. In augustus stap je over naar een andere baan, waar je beter tot je recht komt…”
Ik lig in bed en lees de Horoscoop voor het jaar 2014 in het AD. Wat heerlijk om te weten dat het met mijn werk wel goed komt. Het werk dat ik nu doe bevalt me goed, maar de toekomst is best onzeker. Komt de gemeente over de brug met voldoende geld of wordt er nog meer bezuinigd? Hoe dan ook; in augustus stap ik over. Ben wel nieuwsgierig wat voor werk ik dan ga doen. Ik lees verder; “In september en oktober heb je veel meer energie en durf je een grote stap te zetten. Tijd voor verandering!” Jemig, dat duurt nog ruim een half jaar en aan wat voor grote stap moet ik denken? Wij gaan met ons gezin niet een Bed and Breakfast beginnen in het buitenland, verhuizen binnen Amersfoort doen we alleen wanneer we een grote prijs winnen bij de loterij en getrouwd ben ik al. Oh, wacht eens. Ik lees dat het in de liefde al een langere tijd niet lekker zit. In juli spreek ik dit uit. “Het wordt dan buigen of barsten, maar een ding is zeker; jij pikt het niet meer”. Oeps… Ik kijk nog eens goed of ik mijn eigen horoscoop wel te pakken heb, want zover ik het weet loopt onze relatie juist lekker. ‘Vissen’, dat klopt. Maar dan wordt het helemaal een probleem want mijn man is ook ‘Vissen’. Wie van ons moet dan buigen en wie moet barsten?
Ik geloof eigenlijk niets meer van deze horoscoop, behalve van de zinnen: “Jouw intuïtie werkt heel goed en je begint erop te vertrouwen. Zeker als het over mensen gaat waar je van houdt”. Ik knip het bedlampje uit en kruip lekker tegen Marcoen aan. Het zit wel goed!
Mijmering
Het ronde spiegeltje in de badkamer vangt mijn blik. Ik kijk eens goed. Krijg ik nu een oude kop, of lijkt het maar zo? Ik vergis me niet; mijn wangen gaan wat hangen en mijn nek is ook niet helemaal strak meer. Met de kam in mijn handen ga ik door mijn natte haren. Vroeger was ik blond. Nu ben ik donkerblond en heb een heleboel grijze haren die zich vooral op een bepaalde plek op mijn hoofd concentreren. In de kam blijven haren achter. Mijn haar wordt dunner, dit in tegenstelling tot de rest van mijn lichaam. Ik kan er niet meer om heen. Op de televisie zie ik ook steeds een reclame langskomen voor een bepaald soort shampoo voor vrouwen boven de 40. Mijn hormonen beginnen blijkbaar te veranderen en zorgen ondermeer voor het uitvallen van mijn haren. Zou die shampoo nou helpen of is het gewoon een slimme marketingtruc? Ik moet zeggen dat ik overweeg om de shampoo aan te schaffen, want ik wil graag wat haren overhouden. Nog twee maanden en ik ben 45 jaar. Vroeger vond ik mensen van die leeftijd al best oud, nu ik zelf die leeftijd heb begrijp ik daar niets meer van. Ik voel me ongeveer 36. Kan dat? Dat je jezelf een andere leeftijd voelt? Hoewel… 36…. Als ik ‘s ochtends wakker word voelt het soms alsof ik 70 ben. Tenminste… dat denk ik. Mijn spieren moeten echt enorm op gang komen ‘s ochtends en voordat ik gedoucht heb is mijn lichaam nog niet klaar voor de dag.
Ik pak de elektrische tandenborstel. Gelukkig heb ik mijn eigen tanden nog, ze staan mooi recht en voorlopig blijven die nog wel even zitten. Misschien moet ik wat vaker mijn tanden bloot lachen. In de spiegel probeer ik het uit; een stralende lach. Mijn ogen gaan glimmen en als ik objectief probeer te kijken zie ik een gewone vrouw van bijna 45. Niets mis mee! Dat is het dus; ik moet gewoon meer lachen!