Glasgerinkel in de nacht

IMG_1266‘Een woninginbraak’ vul ik in bij vraag 9. Ik ben er eens goed voor gaan zitten, voor het grote AD buurtonderzoek via ditmagwelindekrant.nl . Na vragen over de band met mijn buren en de pluspunten van mijn buurt ben ik aangekomen bij de vraag: ‘Wat zijn uw voornaamste zorgen wat betreft veiligheid in uw buurt’. Bang om op straat overvallen te worden ben ik niet, overlast door mijn buren? Geen last van…de dreiging van een woninginbraak? Ja! Dat is niet zo gek, want de Kruiskamp staat landelijk bekend als de wijk met de meeste inbraken.

Een paar jaar geleden werden meneer Enzofoort en ik rond half twee ‘s nachts wakker van glasgerinkel. Voor ik het goed en wel in de gaten had stonden we buiten. Het raam van buurvrouw Bets en buurman Flip was aan diggelen. Op de plek waar eerst hun televisie stond was een gapend gat. Het raam was ingeslagen en twee jongens waren er op een scooter met de televisie vandoor gegaan. Best knap, want het was nogal een groot scherm. Ik was te laat buiten om een glimp van de dieven op te vangen maar buurman Dirk zat al met de zoon van het echtpaar in zijn auto om op zoek te gaan naar de rotjongens op hun scooter. Buurvrouw Tonia ontfermde zich over Bets en Flip die trillend in hun nachtkleding buiten stonden. Een andere buurvrouw zette koffie en Gerben van drie huizen verder was het glas al bij elkaar aan het vegen. En ik? Ik stond eigenlijk alleen maar wakker te worden. Het was een bijzonder tafereel, het gaf ook wel het saamhorigheidsgevoel weer dat er destijds in onze straat was.

Het was helaas niet de laatste inbraak in onze straat en al helemaal niet in onze wijk. Zo hoorde ik afgelopen jaar van drie klasgenoten van Pien dat er in hun huis was ingebroken. Wat een schrik. Het idee dat iemand onuitgenodigd in je huis komt en in je spulletjes neust lijkt me vreselijk. Zelf neem ik mijn laptop, telefoon en sleutels mee naar boven ‘s avonds. Ik doe de achterdeur op slot als ik boven zit te werken en we hebben extra sloten aangebracht. Dat vul ik ook in als antwoord op vraag elf. ‘Welke maatregelen heeft u genomen om u veiliger te voelen’. Ondanks mijn angst voor een inbraak wil ik niet weg uit de Kruiskamp, want als er ingebroken wordt zijn er altijd wel buren die komen helpen vegen. Of koffie zetten.

Een vieze smaak in mijn mond

IMG_3432

,,Hé Nienke, daar komt ie”, mijn zus Loes hing met haar hoofd uit haar stapelbed en tuitte haar lippen; er kwam een bolletje speeksel. Ze maakte van dat bolletje een lange sliert en probeerde dan -vlak voor de sliert spuug zou vallen- de boel weer naar binnen te zuigen. Ik lag in het onderste bed en hing met mijn hoofd onder haar hoofd en probeerde op het laatste moment de spuug te ontwijken. Meestal ging het goed maar soms kreeg ik de klodder in mijn gezicht. Zomaar een gek spelletje van twee meisjes van 7 en 10 jaar oud. Mijn oudere zus Loes en ik deelden jarenlang een kamertje omdat er niet genoeg kamers waren in huis en ondanks onze tegengestelde karakters was het geen probleem. Het was zoals het was.

Ik moest er aan denken toen ik woensdag tijdens het ontbijt de krant las: “Raadsleden ruziën over wel of geen eigen kamers”, was de kop. De gemeenteraadsfracties, zo was het plan, zouden geen eigen kamers meer krijgen op het stadhuis, maar ze zouden in de toekomst vergaderruimtes naast stadscafé de Observant moeten bespreken via een reserverings-systeem. Het zogenoemde ‘flexibele werken’. Daarvan was niet iedereen gecharmeerd. Hans van Wegen van de Burger Partij Amersfoort wil zijn blocnote, pennen en nietmachine kunnen opbergen. Zielig wel, een volwassen man die zo hecht aan zijn spulletjes. Verder zei Van Wegen; “Als anderen in de kroeg of in een kerk willen vergaderen moeten ze dat zelf maar weten. Ik heb overdag een eigen kamer nodig op het stadhuis”. Raar, want ik dacht dat de gemeente juist vond dat we meer gebruik moeten maken van lege ruimtes en volgens mij zijn er kerken genoeg in Amersfoort.

Ik nam een slok koffie en las verder. Zou fractievoorzitter Louis de la Combé van de PvdA, écht hebben gezegd ‘dat hij niet zomaar gelijkgesteld kan worden aan ambtenaren die ook in dezelfde ruimten willen vergaderen?’. Ineens zag ik De la Combé als een koning voor me, die een beetje neerkijkt op zijn onderdanen. Het werd nog erger: ,,we willen onze mensen niet naar een buurthuis sturen”. Ik verslikte me in mijn koffie. ,,Zeg Louis, ben je vergeten dat een heleboel buurthuizen gesloten zijn in verband met bezuinigingen?” Veel groepen moesten zelf maar uitzoeken waar ze gaan vergaderen en meneer De la Combé is te beroerd om een ruimte te reserveren bij het stadhuis! Ik krijg er een vieze smaak van in mijn mond. En zin om te spugen.

Gerrit

IMG_3397Met droevige ogen kijkt de hond mij aan. Zou hij weten dat het precies een jaar geleden is dat zijn baasje Gerrit overleed? Bikkel drukt zijn neus tegen het raam alsof hij zit te wachten tot zijn baasje hem weer komt halen voor een wandeling. Al een jaar lang moet deze hond zijn baas missen. Al een jaar missen wij ‘Kruiskampers’ onze kleurrijke buurman Gerrit Mol.

Ik leerde hem kennen toen we zo’n 16 jaar geleden aan de Kruiskamp kwamen wonen. In het begin vond ik hem intimiderend overkomen met zijn lichaam vol tatoeages en wandelend met zijn grote Amerikaanse Bulldog, maar toen ik hem beter leerde kennen bleek hij zachtaardiger dan hij leek. Tenminste…voor ons.

Teun werd 1 jaar en die dag stond Gerrit voor de deur met een grote doos. Er zat een oplaadbare scooter in. Gerrit gaf de kassabon van de speelgoedwinkel erbij zodat we wisten dat hij niet ‘van een vrachtwagen was gevallen’. Teun kon nog niet eens lopen en het duurde minstens nog een jaar voordat hij op de scooter kon. Wat heeft dat ding in de weg gestaan. Maar wat kwam het uit een goed hart. Toen ik hoogzwanger was van de tweede ging de telefoon; ,,Nienke, weet je al wat het wordt? En zo ja, mag ik dan de naam weten?”. Ik kon oprecht zeggen dat ik het niet wist en dat ik zeker geen naam aan hem door zou geven voordat ons kind geboren was. Na Pien’s geboorte kwam die stoere Gerrit aan met een bijtring met een zilveren bel waarin haar naam was gegraveerd. Zo’n stoere buurman, met zo’n lief cadeautje.

De jaren gingen voorbij en we leerden Gerrit steeds beter kennen. Hij heeft van alles uitgevreten en heeft zeker niet alleen maar vrienden gemaakt, maar ik weet dat hij voor ons door het vuur zou zijn gaan als dat nodig zou zijn. We liepen elkaars deur niet plat, maar als we elkaar zagen maakten we een praatje. Hoewel we heel verschillend waren, respecteerden en waardeerden we elkaar.

Nu is hij alweer een jaar dood.Het is bijna niet voor te stellen. Soms fiets ik de straat in en verwacht ik Gerrit te zien, tegen beter weten in. Ik mis hem op de fiets met zijn kratje Heineken achterop. Ik mis hem terwijl hij onvast op zijn benen Bikkel uitlaat. Ik mis zelfs de geur van sigaretten die uit zijn huis kwam wanneer hij de deur open deed. Potverdorie Gerrit. Je wordt gemist!

Niet emmeren!

IMG_3381

Een loser ben ik. Terwijl om me heen de één na de andere kennis, vriend of collega wordt uitgedaagd om mee te doen aan de ‘ALS- Ice Bucket Challenge’, ben ik nog helemaal niet genomineerd voor deze ludieke actie. De Challenge begon eind juli in Boston bij een honkballer die zelf de diagnose ALS kreeg, een progressieve spier- en zenuwziekte. Hij goot een emmer ijswater over zijn hoofd en daagde sporters van zijn oude honkbalteam uit hetzelfde te doen en geld over te maken naar de stichting ALS. De actie breidde zich uit als een olievlek. Via facebook was het ene na het andere filmpje te zien en ik moet zeggen; ik heb om sommige filmpjes hartelijk gelachen.

De actie heeft ook Amersfoort bereikt en Burgemeester Bolsius was één van de mensen die werd uitgedaagd en de uitdaging aannam. Doel van de actie is, naast de donaties, meer bekendheid. Zelf wist ik al het een en ander over ALS, ondermeer door de columns van Loes Claerhoudt en door die waanzinnig confronterende reclame-campagne met portretten waaronder stond; “Ik ben inmiddels overleden”. Vorige week hadden meneer Enzofoort en ik het nog over de hype; dat we er niet helemaal bij hoorden omdat we door niemand waren uitgedaagd om een emmer water over ons hoofd te gooien. Het voelde een beetje zoals bij gym vroeger; daar werd ik dikwijls als laatste gekozen. In het begin ben je nog hoopvol, maar nadat de één na de ander is uitgekozen weet je dat je weer als laatste overblijft. Dat was vorige week.

Inmiddels is meneer Enzofoort genomineerd en heeft hij er op geheel eigen wijze een draai aan gegeven; met behulp van een playmobil-poppetje van Pien en een glaasje water. Natuurlijk had hij mij kunnen nomineren zodat ik me minder een loser zou voelen, maar hij begreep wel dat ik niet een nominatie wilde van iemand die zo dichtbij stond. Een nominatie gedaan uit medelijden. Inmiddels ben ik er eigenlijk wel klaar mee; ik heb genoeg grappige en minder grappige filmpjes gezien op mijn facebook-account en ik heb besloten niet meer aan deze Ice Bucket Challenge mee te doen ook al word ik genomineerd. Stichting ALS heeft 1 miljoen euro binnen gehaald door deze actie en dat vindt ik waanzinnig fijn voor hen maar ik doneer liever een bedrag aan het Longfonds. Gewoon, omdat iedereen die een emmer ijskoud water over zijn hoofd kreeg enorm naar lucht stond te happen.