Met een kater……

De onderstaande column over ons gesprek met de Cardioloog was klaar en ik wilde hem bijna doorsturen naar het AD toen er werd gebeld vanuit het ziekenhuis. Met uitleg, verontschuldigingen en de mogelijkheid om alle vragen die we nog hebben alsnog te stellen. Excuses aanvaard en ik heb meteen een andere column doorgestuurd naar de krant omdat ik het erg flauw vind een trap na te geven. Ik zet het verhaal wel op mijn blog. Tenslotte heb ik er tijd en energie in gestoken. Hier heb ik de mogelijkheid om erbij te zetten dat het uiteindelijk toch nog goed is gekomen. Ik had geen zin om dat verhaal en de column samen te vatten in 370 woorden.  Vandaar wel op mijn blog maar niet in de krant.

IMG_6665

HET ZIEKENHUIS UIT

,,Het is gewoon echt gebeurd hè?”, ik loop met meneer Enzofoort door de gangen van het Meander en kijk hem aan. ,,Ja”, antwoordt hij. ,,Ik heb echt twee keer gezegd dat ik het vervelend vond dat ze zo bleef staan”. Het blije gevoel dat ik tien minuten geleden nog had is nu helemaal verdwenen. Ik kijk meneer Enzofoort aan en zie een mengeling van boosheid en teleurstelling. Twee maanden na zijn hartinfarct hebben we een gesprek met de cardioloog en we hadden ons er goed op voorbereid. De afgelopen weken hadden we wat vragen genoteerd en vol goede moed zaten we drie kwartier geleden al te wachten bij de afdeling. De cardioloog haalde ons op en liep met ons mee naar haar kamer. Ze ging achter haar bureau zitten en wij namen plaats op de twee stoelen daartegenover. ,,De echo gaf aan dat uw hart weinig schade heeft overgehouden aan het hartinfarct, eigenlijk is er niets terug te zien”, vertelde ze. Blij keek ik meneer Enzofoort aan.

Toen pakte ze een recept, schreef daarop de datum waarop één van de vele pillen niet meer ingenomen hoefde te worden, stond op en liep naar de deur. ,,We hebben nog een paar vragen”, zei meneer Enzofoort. De cardioloog bleef bij de deur staan en zei; ,,Oké, stel ze maar’’. Ze bleef staan en meneer Enzofoort moest schuin omhoog kijken om haar te kunnen zien. ,,Eh, dat vind ik niet zo prettig op deze manier”, zei hij nog. Het leek niet tot haar door te dringen; ,,Ik zit al de hele dag”. was haar antwoord.

Meneer Enzofoort scande snel zijn lijstje, stelde de belangrijkste vragen en kreeg een zeer kort antwoord. Het was duidelijk; de cardioloog had haast of ze had geen zin. Dat was een rare gewaarwording omdat ze tijdens de opname op de hartafdeling zo hartelijk was geweest. Zo jammer! Een paar minuten extra tijd en wij waren met een goed gevoel het ziekenhuis uitgelopen. Nu voelde het als een flinke kater. Bij de deur van het ziekenhuis herhaal ik nog eens de positieve woorden over dat er bijna geen schade meer te zien is aan het hart en geef ik meneer Enzofoort een zoen. We sluiten deze periode af. Stilletjes fietsen we naar huis.

Klaar om te wenden

IMG_6607Vanaf een wat hoger gelegen gedeelte kijk ik hoe zoon Teun de boot leeg haalt, samen met zijn collega zeeverkenners. Het is de eerste keer dat hij mee is geweest op zomerkamp van de Karel Doormangroep en ik moet zeggen; ìk vond het best een lange week. Vorige week had ik hem op ditzelfde punt afgezet en was hij net zo stilletjes als hij nu is. Toen uit nervositeit, nu uit vermoeidheid, zo schat ik in.

Teun loopt behendig over de boot om van daar uit alles op de kade te gooien. Zijn witte haren lijken nog wel witter geworden. Zijn gezicht is zo bruin dat zijn lichte wenkbrauwen en wimpers nog meer opvallen. Ik kijk het tafereel eens aan en bedenk me dat het wel lijkt of mijn zoon in één week tijd een jaar ouder is geworden. Ineens zie ik dat hij is veranderd. Het jongetje van de lagere school is inmiddels een veertienjarige puber die mij in lengte voorbij geschoten is.

Hij loopt zelfverzekerd te sjouwen met peddels, zwemvesten en slaapzakken. Om hem heen lopen andere zeeverkenners druk heen en weer. Elk met een eigen taak, allemaal actief. Er worden zeilen schoongespoeld, boten leeg gehoosd en af en toe is er tijd voor een dolletje. Een half uur later is alles opgeruimd en wordt de week officieel afgesloten, daarna fietsen we naar huis.

“Escape from Alcatraz” was het thema dit jaar en dat betekende een heleboel spannende spelletjes zo blijkt al snel uit de verhalen op de fiets naar huis. Teun fietst naast Meneer Enzofoort en ik vang flarden op over smokkelen, een gouden kaarsenstandaard en een nachtelijk spel.

Als we even later thuis vertelt hij over hoe ze hebben overnacht op een eiland bij het Markermeer en hoe de boten de laatste dag naar De Stuw in Amersfoort zijn gesleept. Dan gaat zijn tas open. Vochtige handdoeken, gekreukelde natte t-shirts, schoenen, een instructieboek… ik zoek de was uit en Teun neemt de andere spullen mee naar zijn kamer. Daarna verdwijnt hij in de badkamer.Als Teun even later opgefrist uit de badkamer komt kan ik alleen maar blij zijn. Blij dat hij een leuke week heeft gehad, blij dat hij weer thuis is. We zijn weer compleet.

Madre de Familia

IMG_4090Daar ligt ze dan. Of eigenlijk ook niet. Ze heeft het uiterlijk van mijn tante, maar haar ziel is al verdwenen. Voor me zitten haar drie dochters, mijn nichten, op een rijtje. Naast hen mijn aangetrouwde neef en de kleinkinderen van mijn tante.

Tweeënnegentig jaar is ze geworden en tijdens zoveel jaren maak je heel wat mee. Foto’s op het scherm vertellen haar verhaal. Zwart-witfoto’s afgewisseld met kleur. Korrelige foto’s afgewisseld met haarscherpe beelden. Soms mijn tante alleen, vaak met haar man en kinderen of met haar zussen en broers. Ze was een soort Madre de Familia. De oudste dochter van het gezin.

Er worden anekdotes verteld en we krijgen een kijkje in haar leven. Als ik mijn ogen dicht doe hoor ik nog haar bijzondere stem en tongval. Als ik in mijn geheugen graaf zie ik haar weer toen ze nog jonger en energieker was. En vandaag nemen we afscheid.

Mijn moeder zit naast me en moet afscheid nemen van haar oudste zus. Ik probeer me voor te stellen hoe dat is, maar ik kan het niet. Ik probeer me voor te stellen hoe het zal zijn om oud te worden, om in de war te raken, om fysiek beperkt te worden. Het lukt me niet. Ik wil het eigenlijk ook niet weten.

Na afloop van de bijeenkomst praat ik met mijn familie. Er zijn nieuwe partners bijgekomen, sommige nichten zijn al oma. Ik realiseer me dat we steeds verder opschuiven. Dat de generatie boven mij steeds meer wordt uitgedund en dat er aan de onderkant weer kinderen bij komen. Ik realiseer me weer eens dat ik nog meer moet genieten van alles wat ik heb. Als ik met mijn moeder naar buiten loop schijnt de zon. Ik knijp in mijn moeders hand. Het was goed dat we er waren.

Demonstratie? Ammehoela!

IMG_6572Pislink ben ik. Hoe halen ze het in hun hoofd? Wat een idiote actie om stenen te gooien naar bussen. Om bushokjes kapot te slaan. Om als een gek met je auto over de rotonde van de stier te scheuren. En waarom? Waarschijnlijk omdat je je verveelt. Of omdat je zin hebt in een lolletje.

Het is weer eens hommeles in de wijk Kruiskamp en ik als bewoner van die wijk baal daar stevig van. Het gaat om een groepje jongeren die het verpest voor de rest. Ze hebben het voor elkaar gekregen dat de bussen van Connexxion een paar dagen de rotonde bij De Stier vermeden omdat de bussen daar bekogeld werden. Eén buschauffeur kreeg zelfs glas in zijn oog. De jongeren protesteerden tegen politiegeweld. Zeiden ze. Laat me niet lachen. Het was volgens mij pure provocatie. Zouden de jongeren überhaupt weten wat de naam is van de Arubaan die bij zijn arrestatie om het leven is gekomen? Zou dat echt de reden zijn geweest van hun protest of hadden ze gewoon zin in een relletje?

Een motor-agent stond rustig tussen de jongeren opnames te maken met zijn telefoon, maar die opnames zijn niet voldoende om tot aanhouding over te gaan. Ze weten welke jongeren aanwezig waren, niet wie wat gedaan heeft. Er worden nog getuigen gezocht. Ik ben er wel klaar mee. Dit was niet het enige dat er is gebeurd in de Kruiskamp. De afgelopen weken is er veel vandalisme geweest in de wijk. Ik zag midden in de nacht jongeren over auto’s lopen. Werd wakker van de brandweer die door de straat scheurde om een vuurtje te blussen. Ik zie zwartgeblakerde bomen in de straat achter ons huis. Tijd om over te gaan op actie.

Ik roep dan ook mijn wijkgenoten op om de politie te bellen wanneer ze vandalisme zien of wanneer ze weten wie de stenen gegooid hebben. Laten we met zijn allen zorgen dat die groep jongeren niet de kans krijgt om door te gaan. En laten we hopen dat ze, als ze gepakt worden, zelf moeten dokken voor het vandalisme. Dat ze zelf de bijna vierhonderd euro per ruit van de bushokjes moeten betalen. Daar moeten ze heel wat vakken voor vullen.

Terugblik op de MH17

IMG_3929Wat een bizarre dag was het. Het is bijna niet te geloven dat het alweer een jaar geleden is gebeurd. Vorig jaar kwamen we terug van een optreden van Puck en mijn schoonvader en Marcoen wilden nog een stukje van de Tour de France zien. Het programma werd onderbroken omdat er een vliegtuig was neergestort.

De dag daarna had ik al een onbestemd gevoel. Bijna 300 mensen waren overleden; er zat vast iemand in het toestel die wij op de één of andere manier kenden. En ja hoor, op zaterdagochtend,  stond een achterneef van mij bij mijn moeder voor de deur. Hij had slecht nieuws. De zwager van mijn zus, Erik,  zat in de MH17. Samen met zijn vrouw Tina en zoon Zeger.

Familie van Tina was op zoek naar mijn zus en haar man. Ze konden hen niet bereiken hadden maar herinnerden zich dat mijn zus Gorter heet en via het telefoonboek kwamen ze bij mijn achterneef terecht, die daarop naar mijn moeder ging. Mijn zus en haar man zaten in Frankrijk en wisten nog van niets. Mijn moeder kreeg de zware taak om het slechte nieuws te vertellen. Dat telefoontje betekende voor mijn zus en haar gezin het begin van een nachtmerrie.

Als ik zo terug denk aan het afgelopen jaar schieten de tranen in mijn ogen. Wat een impact heeft deze ramp gehad op het gezin van mijn zus, op mijn moeder en ook op mij. Hoewel ik het gezin niet heel goed kende heeft het overlijden veel teweeg gebracht.

De herdenkingsdienst in Hilversum was indrukwekkend. En een paar maanden later de uitvaart. Nog zie ik de drie kisten voor me en de 24 dragers. Nog hoor ik het heldere stemmetje van Babette, het 7 jarige nichtje van Zeger die vertelde dat ze het zo leuk had gevonden om verstoppertje te spelen. Nog hoor ik het vliegtuig overvliegen aan het eind van de uitvaart, juist op het moment dat iedereen stil was. Het leek wel geen toeval.

Ook de maanden daarna waren zwaar voor mijn zus en haar man. Verhalen over zuurstofkapjes, onduidelijkheid over de daders of over wie nu wel of niet op de hoogte was van het gevaar, familie-rechercheurs die langskwamen met nieuws over ‘bodyparts’, het uitruimen en verkopen van een huis dat niet van jou is. Het ging hen niet in de koude kleren zitten. Ook de lezing die was gegeven waarin details naar voren kwamen die je als nabestaande eigenlijk niet, maar ook weer wel wilt weten had veel impact.

Mijn zus en haar gezin worden wekelijks via de media geconfronteerd met nieuws over de ramp. Ook hebben ze veel interviews gegeven, om op die manier het verdriet te verwerken. Ik heb het van dichtbij meegemaakt maar realiseer me ook dat ik maar een fractie van de verhalen en het verdriet heb meegekregen.

In het begin las ik alles over de ramp, keek ik elk televisieprogramma, luisterde ik naar de radio. De laatste maanden werd dat minder. Maar deze week lees ik toch weer de verhalen en kijk ik naar de documentaires op televisie. Daarna wil ik het afsluiten. Hoewel….echt afsluiten gaat waarschijnlijk nooit lukken. Wat het afgelopen jaar dagelijkse realiteit was zal een herinnering worden. Een pijnlijke…

Lees ook:

“Nooit meer verstoppertje spelen” , 25 oktober 2014

“Trots en Verdriet”, 20 augustus 2014

“Als ik een vogel was”, 26 juli 2014

Dat was het dan…

IMG_6498

Vliegensvlug verwisselt Pien samen met een klasgenoot het decor. Ineens verandert de snelweg in een camping. Meneer Enzofoort pakt mijn hand en knijpt er in, ik kijk hem aan. Het is zover. We zitten te kijken naar de eindmusical. Deze keer weet ik wat ik kan verwachten maar twee jaar geleden ging ik blanco naar de musical van Teun en raakte ik hevig geëmotioneerd. Om mijn zoon te zien spelen en te bedenken dat hij naar de middelbare school ging… ik vond het nogal wat. Deze keer heb ik me mentaal voorbereid.

Ik kijk vol bewondering naar Pien en haar klasgenoten. Sommige meiden lijken het laatste jaar wel drie jaar ouder te zijn geworden. Jongens die vroeger een hoog knuffelgehalte hadden hebben ineens de baard in de keel. Het kleinste jongetje uit de klas is zijn klasgenoten voorbij geschoten. Het is bijna niet voor te stellen dat deze pubers ooit als vierjarigen begonnen op deze school. Eerst nog als kleine individuen, maar de laatste maanden werd de klas een hechte groep. Samen de CITO-toetsen doen, daarna drie dagen op kamp en dan nu de eindmusical.

Als we na afloop op het schoolplein staan en ik net een biertje heb gekregen van een collega-ouder, komt Pien naar me toe. Ik zie aan haar houding dat ze het moeilijk heeft; ze vindt afscheid nemen verschrikkelijk. Terwijl ik haar knuffel laat ze haar tranen de vrije loop. Ik probeer de mijne binnen te houden. Het is eigenlijk nog niet te bevatten; nooit meer op het schoolplein staan om je kind te halen. Niet meer een gesprekje met een andere ouder terwijl je wacht. Nooit meer traktaties maken voor de klas en geen hapjes meer hoeven regelen voor het kerstdiner.

Het is rond tien uur, een paar ouders zijn er al vandoor met hun zoon of dochter. De rest staat nog rustig met elkaar te praten. Pien komt naar mij toe: Ze heeft het gehad en wil naar huis. Ik drink mijn glas leeg en loop met haar mee naar de fiets. Meneer Enzofoort komt zo. Terwijl wij door de Schimmelpenninckstraat richting huis rijden realiseer ik mij dat ik van niemand echt afscheid heb genomen. Misschien wel omdat ik zo’n hekel heb aan afscheid nemen. Net als Pien.

IMG_6525

Wim-Wam-Reus

IMG_6434,,In de wilde zwarte bossen woont de Wim-Wam-Reus met de wim-wam oren en de wim-wam neus…..”. De tekst van het liedje gonst in mijn hoofd terwijl ik op de brug bij de Eemhaven sta en richting het plantsoen kijk. Ik zie het zes meter hoge been voor het oude KAdE-gebouw. Kunst, gemaakt door Henk Visch. Elke keer wanneer ik dat been zie, denk ik aan de Wim-Wam-Reus en ga ik in gedachten terug naar Teuns kindertijd. Hij was een jaar of drie toen hij door het huis liep en het versje van Annie M.G. Schmidt zong. Hij ging helemaal op in zijn eigen wereld en had niet door dat we stonden te kijken. Als ik daar aan denk krijg ik heimwee. Heimwee naar die kinderjaren waarin hij nog geloofde in sprookjes. Heimwee naar de tijd van de Wim-Wam reus.

Mijn blik gaat van het been richting de Koppelpoort. Als peuter keek Teun naar de Koppelpoort alsof het een sprookjeskasteel was. Door zijn fantasie zag ik bijna zelf de jonkvrouwen uit het raam hangen en de ridders te paard onder de poort door rijden. Eigenlijk is het wel een bijzonder; deze stadspoort is al eind 14e eeuw gebouwd. De poort werd elke dag open en dichtgedaan door raddraaiers. Een gevaarlijke klus waarbij menig ledemaat gebroken werd. Ze deden het dan ook niet vrijwillig. Boven de waterpoort zit een houten uitbouw vanwaaruit gloeiende pek gegooid kon worden, het mezekouw. Toch prachtig, zoveel geschiedenis in de stad waarin ik woon? Zoveel geschiedenis dicht bij huis.

Ik hang over de brugleuning en kijk nog eens goed. Zie ik daar niet een kikker tussen het groene kikkerdril? Een meisje dat rechts van de koppelpoort staat kijkt naar beneden. Ze heeft een gouden bal laten vallen. Ze kijkt verschrikt. Op haar hoofd glinstert een zilverkleurige diadeem. Ze ziet er uit als een prinses. Een trein passeert achter mijn rug. Ik schrik op uit mijn gedachte en bedenk me dat ik heel veel foto’s zou maken wanneer ik zo’n prachtige poort op vakantie tegen zou komen. Maar omdat de poort dagelijkse kost is voor mij fiets ik er vaak gedachteloos langs. Ik zou eens wat vaker stil moeten staan bij het sprookje dat Amersfoort heet!

IMG_6413