Ik druk mijn neus bijna door het glas. ,,Wat een gaaf huisje!”. In het huis aan de Bloemendalsestraat is flink geklust; de muren zijn gestuukt en de vloer is vlak gemaakt. Ik zie de deuren van een bedstee en een prachtige schouw met oude tegeltjes. Hoe vaak ben ik hier niet met de fiets langs gereden zonder dat het pand mij opviel? Nu de vitrages voor de ramen weg zijn en je naar binnen kunt gluren, kan ik het niet laten af te stappen en te kijken.
De buitenmuren zijn wit geverfd en de oude deur en het andere houtwerk staan in de grondverf. Het huis is te huur, zo zie ik op een papier staan dat door de makelaar op de ramen is geplakt. Ik kijk nogmaals naar binnen. Het is een soort mini-huis. Op de begane grond zijn twee kamertjes; eentje links en eentje rechts van de voordeur. De kamer met de bedstee-deuren is niet echt royaal, maar groter dan de oppervlakte van mijn eerste studentenkamer. Ik doe een stap naar achter en kijk naar boven; daar waar het kleine half-ronde raampje zit is vast nog een slaapkamer. Op de foto’s zie ik dat dat inderdaad zo is; de slaapkamer zit meteen onder de kapconstructie. ,,Weinig kastruimte’’, is mijn eerste gedachte.
Het huis heeft een totale oppervlakte van 75 vierkante meter. Het is een huis met geschiedenis. Wat ik nu pas weet is dat het huis vroeger werd gebruikt als tolhuisje. Iedereen die de stad in of uit ging moest er belasting betalen. Het is niet helemaal duidelijk wie de architect van het huis is, maar het plantsoen er om heen is in ieder geval ontworpen door Zocher. Een groot deel van dat plantsoen wordt mee verhuurd; 150 vierkante meter tuin is niet gek! Ik probeer me voor te stellen hoe hier rond 1840 gewoond werd en hoe er binnenkort in gewoond gaat worden. Het huis is klein, maar de tuin is groot en je zit lekker dicht bij de stad. Alleen die huurprijs; 1395 euro per maand! Een flinke prijs als je dat in je eentje moet ophoesten. Misschien is het toch meer een huis voor een stel. Moet je wel veel van elkaar houden!