Omdat er voor hen geen plaats meer was

IMG_8939Dagenlang hadden ze gelopen. De man en zijn zwangere vrouw waren moe, moe van de lange reis. Even gaan liggen en hun ogen sluiten, dat wilden ze. Ze klopten aan bij de herberg van stichting Elisabeth Groen. Herbergier Struijk deed de deur op een kier en zei; ,,Nee, helaas. Er is geen plek in onze herberg”. Hij zei het met een stalen gezicht. Natuurlijk was er ruimte genoeg, maar hij had geen zin in al die mensen die op zijn grondgebied wilden gaan uitrusten. Tenslotte wilde hij, en de andere leden van de stichting, het terrein bij het voormalige Elisabeth Ziekenhuis inrichten als stadspark. Opvang van vluchtelingen zou dat plan doorkruisen. Hij zei tegen de man en de zwangere vrouw dat ze misschien wel naar industriegebied De Hoef konden gaan, of naar een leegstaand gebouw op de laan van Duurzaamheid. Daar was namelijk nog wel plaats. Voorzichtig deed hij de deur weer dicht. Verdrietig dropen de man en de vrouw af.

Na een tijdje rondgezworven te hebben kwamen ze uit bij de Kamperbinnenpoort. Twee maanden geleden stonden ook al zo’n honderd vluchtelingen aan de stadspoort. Koning Bolsius en Wethouder Houwing lieten hen wel binnen. De groep mocht tijdelijk naar sporthal Schuilenburg en werd kort daarna via de Anne Annemaschool doorgevoerd naar een noodopvang in Soesterberg. Daar proberen zij hun leven weer op te pakken. Engel Simone Kennedy helpt hen daarbij. Samen met vrijwillige herders zorgt ze er voor dat deze vluchtelingen zich wel welkom voelen. Zo kwam er een herder met gevulde toilettassen bij de opvang. Een andere enthousiaste herder regelde een uitje. Lekker schaatsen op de ijsbaan op het Eemplein om even je zorgen te vergeten. De vluchtelingen genoten er van.

Ondertussen was Koning Bolsius druk in overleg want hij wist dat er nog veel meer mensen zouden aankloppen bij de stadsdeur. Hij wilde wel open doen, maar het kwam er maar niet van. De man en zijn zwangere vrouw gaven het op en liepen richting het oosten. Toen ze achter zich keken zagen ze in de verte de verlichte Onze-Lieve-Vrouwetoren. Het was een prachtig gezicht. Helaas voelden ze niet welkom in deze mooie stad. Even later ging de deur wel open. God zij dank; ze waren in Leusden.

Praatje Maken?

Daar staat ze weer. Ik hap naar adem en stap op haar af. Ze lijkt een beetje te schrikken. ,,Mag ik je wat vragen?”, begin ik niet al te origineel. Ze knikt wat aarzelend. ,,Waar kom je vandaan?”. Ze kijkt me vertwijfeld aan. ,,Uit welk land kom je”, vraag ik. Nu begrijpt ze mij wel. ,,Bulgarije” is haar antwoord. ,,Ik ben Nienke”, zeg ik langzaam terwijl ik naar mijzelf wijs. ,,Hoe heet jij?”. Ik verwacht een heel ingewikkelde naam, maar nee. ,,Lily”, zegt ze met een glimlach.

Eindelijk heb ik de stap genomen om eens in gesprek te gaan met de vrouw die al maanden voor de Jumbo bij het Neptunusplein staat. Uren brengt ze daar door met in haar hand een straatkrant. Ze knikt altijd vriendelijk, zelfs naar mensen zoals ik die nooit iets aan haar geven. Nu probeer ik met handen en voeten achter haar verhaal te komen. ,,Hoe lang ben je al in Nederland?” , vraag ik. Die vraag begrijpt ze niet. Ze spreekt slecht Nederlands en het kost me moeite haar verhaal te volgen.

Uiteindelijk kom ik er achter dat ze dertig jaar is en twee jonge kinderen heeft die nog in Bulgarije wonen. Af en toe gaat ze terug naar Bulgarije om haar kinderen te zien. Ze is in Nederland om geld te verdienen voor haar kinderen die bij hun oma wonen. Ik wil nog veel meer weten, maar we spreken elkaars taal niet voldoende. Ik geef haar geld en dat voelt raar. Alsof ik ons gesprek min of meer afkoop.

Ik ben heel benieuwd hoe het de komende weken zal gaan. Waarschijnlijk lachen we naar elkaar en roep ik dan “Hi Lily”. En mijzelf kennende durf ik niet meer langs haar te lopen zonder haar wat geld toe te stoppen. Ik vraag of het goed is dat ik een foto van haar maak. Ze schudt haar hoofd, daar wil ze niets van weten. Ik maak een foto van het krantje en zie dan pas dat er met grote letters Praatje Maken? staat. Eindelijk heb ik dat gedaan; een praatje gemaakt. En het beviel goed.IMG_8129

Groei

,,Ah, wat jammer….ik ben groter dan de kerstboom”, zegt Teun terwijl hij langs de boom richting keuken loopt. Ik kijk op en zie dat hij inderdaad groter is dan de boom. En dat zegt in dit geval meer over mijn zoon dan over de boom, want dat is echt geen klein exemplaar. De boom staat er nog zonder ballen, zonder sterren en zonder lampjes. Kaal. Maar ,,hij ruikt heerlijk”, zo zegt ook dochter Pien terwijl ze naar beneden komt.

Ineens voel ik me enorm rijk. Ik kijk naar de boom, naar Pien en naar Teun die weer uit de keuken komt. Wat zijn ze gegroeid het afgelopen jaar, en dan bedoel ik dat niet alleen letterlijk. Teun is groter dan ik ben. Pien kijkt me bijna recht in mijn ogen. Beiden op de middelbare school. Beiden bezig zichzelf te ontdekken. Ze zoeken hun eigen weg, nemen verantwoordelijkheid, en blijven in gesprek met ons. Ik kijk met bewondering naar deze twee fijne jonge mensen.

Daarna komt meneer Enzofoort binnen. Hij is de hele dag bezig geweest met het afsluiten van het lek in de waterleiding onder de vloer. Ondertussen heeft hij ook nog even de kerstboom gekocht en een stoofpotje in de oven gezet. Ik betrap me er op dat ik zin heb om de boom op te tuigen, kerststukjes te maken en te genieten van mijn gezin. Een half jaar geleden was het bijna anders gelopen. Wat was er gebeurd als we de huisartsenpost niet hadden gebeld? Hoe was het gegaan wanneer dit gebeurd was tijdens de vakantie?  Wat als de grillige lijn op de monitor een streep was geworden? Dan had mijn leven er nu heel anders uit gezien. Ik durf er niet aan te denken. Morgen hang ik samen met Pien de ballen in de boom. Zorg ik voor chocolademelk voor Teun en schenk ik ‘s avonds een dubbele whisky in voor meneer Enzofoort. Om het leven te vieren. Met zijn vieren!

IMG_5315

Pepernoten met een bijsmaak

IMG_8927

Ik weet het niet meer. Ik weet niet of ik het Sinterklaasfeest nog wel zo leuk vind. Nu Teun en Pien op de Middelbare School zitten is het heel anders geworden. Het Sinterklaasjournaal wordt niet meer bekeken, er worden geen schoenen meer gezet en ook de cadeaus veranderen. Geen playmobil, playdough of stabilo-pennen meer op hun verlanglijst. Sterker nog; ik ben geen enkel verlanglijstje tegengekomen in huize Enzofoort en op de vraag wat ze graag zouden willen, gingen de schouders omhoog.

Vijf december voelt voor mij minder feestelijk dan voorgaande jaren. De hardheid van de zwarte pietendiscussie staat mij enorm tegen. Programma’s daarover heb ik gemeden; de documentaire “Blackface” heb ik niet bekeken. Discussies op sociale media heb ik geblokkeerd en het magazine “Piet”, een soort handboek voor een moderne sinterklaasviering heb ik links laten liggen. Ik vind dat we de traditie best een beetje mogen veranderen en ik zou het zelfs niet eens erg vinden wanneer deze traditie langzaam verdwijnt. De wereld verandert nou eenmaal. Maar om elkaar te bedreigen omdat je een andere mening hebt gaat me echt te ver.

Natuurlijk geniet ik van de verwachtingsvolle gezichtjes van kinderen, de liedjes en de gezellige sfeer rondom Sinterklaas, maar het idee dat er al ‘vanghoedjes’ te koop zijn zodat de kinderen meer pepernoten kunnen scoren staat mij ontzettend tegen. Ook de cadeaus lijken steeds duurder te worden. Het ‘speelgoed van het jaar’ voor kinderen van elf jaar is een robot van bijna vierhonderd euro. Dat is toch van de zotte? Denk ook eens aan al die ouders die van een minimum moeten leven en hun kinderen ook vandaag niet teleur willen stellen; hoe moeten zij opboksen tegen de overvloed die in de winkels te zien is?

Ik ben echt geen zuurpruim die niet van gezelligheid houd; de chocolademelk en pepernoten liggen klaar, de blokken voor de open haard idem dito. Ook heb ik afgelopen week echt mijn best gedaan om leuke cadeautjes te kopen voor de familie. Kortom: het wordt vast gezellig vanavond, maar ik denk wel dat ik de kinderen ga vragen of we het volgend jaar een keer anders kunnen doen. Gewoon vier bescheiden pakjes onder de Kerstboom. Het begin van een nieuwe traditie in huize Enzofoort.