Daar staat ze weer. Ik hap naar adem en stap op haar af. Ze lijkt een beetje te schrikken. ,,Mag ik je wat vragen?”, begin ik niet al te origineel. Ze knikt wat aarzelend. ,,Waar kom je vandaan?”. Ze kijkt me vertwijfeld aan. ,,Uit welk land kom je”, vraag ik. Nu begrijpt ze mij wel. ,,Bulgarije” is haar antwoord. ,,Ik ben Nienke”, zeg ik langzaam terwijl ik naar mijzelf wijs. ,,Hoe heet jij?”. Ik verwacht een heel ingewikkelde naam, maar nee. ,,Lily”, zegt ze met een glimlach.
Eindelijk heb ik de stap genomen om eens in gesprek te gaan met de vrouw die al maanden voor de Jumbo bij het Neptunusplein staat. Uren brengt ze daar door met in haar hand een straatkrant. Ze knikt altijd vriendelijk, zelfs naar mensen zoals ik die nooit iets aan haar geven. Nu probeer ik met handen en voeten achter haar verhaal te komen. ,,Hoe lang ben je al in Nederland?” , vraag ik. Die vraag begrijpt ze niet. Ze spreekt slecht Nederlands en het kost me moeite haar verhaal te volgen.
Uiteindelijk kom ik er achter dat ze dertig jaar is en twee jonge kinderen heeft die nog in Bulgarije wonen. Af en toe gaat ze terug naar Bulgarije om haar kinderen te zien. Ze is in Nederland om geld te verdienen voor haar kinderen die bij hun oma wonen. Ik wil nog veel meer weten, maar we spreken elkaars taal niet voldoende. Ik geef haar geld en dat voelt raar. Alsof ik ons gesprek min of meer afkoop.
Ik ben heel benieuwd hoe het de komende weken zal gaan. Waarschijnlijk lachen we naar elkaar en roep ik dan “Hi Lily”. En mijzelf kennende durf ik niet meer langs haar te lopen zonder haar wat geld toe te stoppen. Ik vraag of het goed is dat ik een foto van haar maak. Ze schudt haar hoofd, daar wil ze niets van weten. Ik maak een foto van het krantje en zie dan pas dat er met grote letters Praatje Maken? staat. Eindelijk heb ik dat gedaan; een praatje gemaakt. En het beviel goed.