Ik weet het even niet meer. Soms weet ik gewoon niet meer wat ik ergens van vind. Hoe sta ik ten opzichte van het feit dat Vereniging Dorpsbelang Hoogland liever geen opvangcentrum wil in de buurt van hun dorp? Hoe kijk ik naar de ‘reljongeren’ in de wijk Koppel? Ik lees erover en probeer mijn eigen mening te vormen. Zo denk ik dat geen enkele stad of dorp staat te springen om vluchtelingen op te vangen, maar ze moeten toch ergens naar toe. En die ontspoorde jongeren in de Koppel? Daar moet wat aan gedaan worden, maar hoe? Flink straffen of mogelijkheden bieden; ik ben er nog niet uit.
Is het enerzijds moeilijk om overal een mening over te hebben, de andere kant van het verhaal is dat er vaak zo heftig wordt gereageerd. Vrijheid van meningsuiting is een groot goed, maar hoe ver mag je daarin gaan? Toen ik vlak na de jaarwisseling op de facebookpagina van de wijk Kruiskamp schreef dat ik het zo’n rotzooi vond in onze wijk en de buurtbewoners opriep om hun eigen vuurwerkafval te gaan opruimen kreeg ik de wind van voren. Waar ik me mee bemoeide! Dat ik maar moest oprotten naar Verwegistan! Ik schrok er van. De hardheid raakte me.
Mijn opmerking heb ik van de pagina gehaald omdat ik geen zin had in een lading bagger over mij heen. Eigenlijk vind ik dat nog wel het ergste; ik had zelfs geen zin meer in discussie. Gek dat Facebook en Twitter sociale media worden genoemd. Ze worden namelijk steeds a-socialer. Het lijkt wel of iedereen het normaal vindt dat je de meest kwetsende teksten plaatst. Misschien vinden veel mensen het leuk om elkaar te shockeren maar ik mis het respect. In mijn columns ben ik ook niet altijd even aardig voor iedereen, maar mijn intentie is om wel iedereen met respect te behandelen. Net zoals mijn intentie is om naar andere meningen te luisteren en daar mijn voordeel mee te doen.
Toen ik op de middelbare school zat hing daar een poster met een prachtige tekst. Een tekst geschreven door Jana Beranová, vluchtelinge uit Tsjechië: ,,Als niemand luistert naar niemand, vallen er doden in plaats van woorden”. En zo is het.