Niet in mijn achtertuin!

De volgende column schreef ik voor Aedes Magazine.

img_1476

Het eerste dat ik zag was een grote tatoeage. Tijd om er uitgebreid naar te kijken had ik niet, want ik moest voor een boodschap naar de winkel en het was tegen sluitingstijd. De deur van de poort viel achter me dicht. Ik mompelde ‘hallo’ naar de tatoeage en weg was ik. Een half uur later stond hij er nog. Het was een warme dag en hij droeg alleen een korte broek. Ook op zijn benen had hij tatoeages en ik zag een ringetje in zijn oor. Mij heeft hij niet langs zien komen; hij had alleen oog voor zijn mobiele telefoon.

Als ik drie dagen later na mijn werk bij de poort kom zie ik hem weer staan. Het valt me nu pas op dat hij geblondeerd haar heeft. Stro-geel. Model; tondeuse standje drie. Hij gaat totaal op in zijn mobiel. Als ik vlak voor hem sta schrikt hij op en kijkt hij mij aan. “Waarom sta je hier eigenlijk?”, vraag ik. “Ik woon daar”, zei hij en wees naar een deur aan het eind van de poort. “Hier kan ik op de gratis wifi van de Moskee.”

Uren bracht hij door in de poort. Zo ging dat bijna de hele zomer door. Op een gegeven moment had hij er zelfs een stoel bij gepakt. Op de plek waar hij zat lag het bezaaid met peuken. Niet van hem, zei hij toen ik vroeg of hij zijn peuken voortaan op wilde ruimen.
Ik begon me aan hem te ergeren en kreeg last van het “Not In My Back Yard” syndroom. En dat terwijl hij eigenlijk geen vlieg kwaad deed en er zat omdat hij zelf geen wifi had.

Mijn buurvrouw vond zijn aanwezigheid ook vervelend, toch vonden we het overdreven om hem weg te sturen. Inmiddels wordt het vroeg donker en is het koud buiten. Ik heb onze mobieltjesman al tijden niet gezien en dat is een opluchting. Maar net belde mijn buurvrouw; “er staan allemaal onbekende jongeren in de poort en ze laten rotzooi achter .” We gaan nog heimwee krijgen naar onze stille blonde buurman met zijn mobiel.

Knalzooi

Hoe sneu kun je zijn. Hoe stoer ben je wanneer je op het Eemplein tijdens de kermis nitraatbommen tussen het publiek gooit. Zou je dat vuurwerk ook naar je eigen broertje of zusje gooien? Zou je ook lachen wanneer je eigen oma wekenlang een harde piep in haar oor heeft omdat jij zo nodig de boel moest gaan verstieren? En ben je er trots op dat je het hebt verkloot voor een groot deel van de Amersfoorters? Ik begrijp er helemaal geen barst van. Eikels!

Nu ben ik sowieso al geen voorstander van particulier vuurwerk en na het incident woensdag op de kermis vind ik dat de gemeenteraad toch eens na moet denken over een vuurwerkverbod voor de hele stad. Niet dat je daardoor zulke idioten kan tegenhouden, maar gewoon om een statement te maken. Wat dat aangaat heeft Hiske Land het voorstel om meerdere vuurwerkvrije zones in te stellen net een dag te vroeg gedaan. Ik denk dat veel raadslieden zich nu achter de oren krabben en wellicht van gedachten veranderen. Ze vonden een vuurwerkvrije zone rondom het ziekenhuis voldoende.

Vuurwerk kost naast ergernis en gevaarlijke situaties zoals op het Eemplein ook nog eens veel geld. Een gemiddelde Nederlander geeft zo’n vijftig euro uit aan het vuurwerk. En die vuurpijlen, Romeinse kaarsen, grondbloemen en knallers zijn binnen een paar minuten afgestoken. Het zorgt niet alleen voor ah’s en oh’s maar ook voor overuren bij de ziekenhuizen in verband met brandwonden, afgerukte ledematen en oogletsel. Verder durven de stoerste honden de straat niet meer op en schieten katten onder de bank van angst. Mensen met astma kunnen rondom de jaarwisseling beter binnenblijven en dat geldt ook voor hartpatiënten die zich rot schrikken als groepen jongeren een duizendklapper naast hun fiets laten ontploffen.

En dan dat afval dat er achter blijft.Toen ik vorige jaar via de facebookpagina van de wijk Kruiskamp mijn medebuurtgenoten opriep om hun eigen vuurwerkafval op te ruimen kreeg ik echt van alles naar mijn hoofd geslingerd: ,,Rot op naar Verwegistan”, en ,,Ga zelf vegen, trut.” Dat ik al menigmaal mijn straatje had schoongeveegd was sommige van mijn buurtgenoten ontgaan.
Al met al genoeg argumenten om vuurwerk voor particulieren te verbieden. Het liefst nog voor de jaarwisseling!

img_0187

Allahu Akbar

 

img_3835Wat ik irritant vind? Een buurtgenoot die midden in de nacht aan komt rijden en zijn radio zo hard heeft staan dat je de muziek al hoort terwijl de autodeur nog dicht zit. Of het nu Turkse muziek is of De Vlieger van André Hazes maakt mij niets uit. Het feit dat ik gestoord word in mijn slaap is het punt. Overdag heb ik geen moeite met muziek of ander stadslawaai. Zo heb ik geen problemen met het geluid van kerkklokken op zondag. Hoewel ik denk dat het gebeier niet echt werkt; er gaan immers steeds minder mensen naar de kerk.Ook maak ik mij niet druk om de oproep tot gebed vanuit Islamitische minaretten. De SGP wel. Die vind dat de oproep islamisering in de hand zou werken. Het zou zorgen voor veel onbehagen en protest.

Nou, om eerlijk te zijn heb ik nog nooit ‘onbehagen’ gevoeld wanneer ik op vrijdag rond het middaguur de Imam hoorde zingen en reken maar dat ik dat hoor want onze tuin grenst aan de Mevlana Moskee in de wijk Kruiskamp. Ik moet toegeven, ik ben afgelopen zomer wel eens vreselijk geschrokken omdat ik in mijn hangmat in slaap was gesukkeld na een lunch van eieren met spek. Reken maar dat “Allahu Akbar” dan hard binnenkomt. Vind ik het mooi? Nou, nee…het gezang van de Imam mag wel wat toonvaster. Maar ach, zolang het alleen op vrijdag en rondom het middaguur is vind ik het prima.

De wereld verandert en zoals vroeger zal het nooit meer worden. Is dat erg? Nee. Ik zie het juist als een toevoeging, als een krent in de pap. Wees nieuwsgierig en vraag of je rondgeleid kunt worden, dan zie je het gebouw van binnen en kun je alle vragen stellen die je hebt. Heb ik laatst ook gedaan.Ik gok dat van der Staaij, fractievoorzitter van de SGP zelf niet in een omgeving woont waar de islamitische oproep tot gebed te horen is. Ik nodig hem komende zomer graag eens uit in onze tuin. Zet ik een kopje thee met suiker, gaan we in de zon zitten, doen we onze ogen dicht en wanen we ons in een vakantieland. Heerlijk!

img_3844

In de War

img_9197

Wat een deceptie! Het kostte mij een paar glazen wijn om mijn hartslag weer normaal te krijgen en echt lekker geslapen heb ik niet. Wat zo’n avond lokale politiek al niet met je doet!

We waren nog hoopvol toen we in optocht van De War naar het stadhuis liepen.
Een optocht voor de broedplaats waar ondermeer kunst, theater en wetenschap bij elkaar komen. Jarenlang is er door creatieve geesten veel tijd geïnvesteerd in deze plek, maar de gemeente verkocht het aan een projectontwikkelaar. In de hoop het tij te keren hadden honderden mensen zich verzameld op het plein voor het gemeentehuis. Van Lois van zes tot Atze van 87. Van betrokken burgers tot Amersfoortse kunstenaars. In de war, enthousiast en gemotiveerd.
Eigenlijk vraag ik me achteraf af waarom. Ik heb niet het idee dat veel raadsleden écht geïnteresseerd waren in onze boodschap: “De War moet blijven”. Zijn de wethouders eigenlijk wel in gesprek gegaan met de mensen op het plein of hebben ze op de wc zitten wachten tot ze veilig binnendoor naar de raadzaal konden? Hans Buijtelaar kwam daar als laatste binnen. Liep met zijn neus in de lucht richting wethouder Bertien Houwing. Die is van cultuur en participatie maar straalde uit dat ze liever niets te maken had met De War.
Ik hoopte op een duidelijk verhaal, maar als leek was het niet te volgen. Het voelde een beetje als de wiskundeles op de middelbare school. Ik deed mijn best, maar begreep er geen zak van.
De Amersfoortse politiek heeft namelijk haar mond vol over burgerinitiatieven, cultureel ondernemerschap en maatschappelijk draagvlak, maar als puntje bij paaltje komt kiezen ze toch voor het grote geld. Er gebeuren zulke wonderlijke dingen op het stadhuis die voor de gewone man niet te bevatten zijn. Het lijkt alsof de politici er vooral voor zichzelf zitten in plaats van voor de inwoners. Een raadsvergadering is als een slecht toneelstuk. De publieke tribune zat stampvol maar uiteindelijk konden we vertrekken met loze beloftes. Teleurgesteld ging ik naar huis en terwijl ik aan de wijn zat is de Westelijke Rondweg er ook nog even doorgedrukt. Buijtelaar kwam, zag en overwon. Hij sliep die avond vast niet op zijn buik…

Laatste Lootjes

img_1565
,,Even kijken”, ik tuur naar de grote envelop en besluit een mapje kinderpostzegels te nemen en de ‘altijd goed kaarten’. Suus kijkt me blij aan. Ik vul mijn naam, adres en dat verschrikkelijke lange IBAN-nummer in en zet tenslotte mijn handtekening onderaan de bon. Oeps. Ruim 18 euro ben ik kwijt voor de kaarten en postzegels. Een flink bedrag, maar ach… het is voor het goede doel. Suus pakt een zegel voor op de voordeur zodat andere kinderen weten dat ze bij ons niet meer langs hoeven komen en huppelt naar de volgende buurvrouw.

Vorige week ging de bel ook al en toen ik door het raampje van de voordeur keek zag ik in eerste instantie niemand staan. Nieuwsgierig deed ik de deur open. Het was mijn buurjongetje Lucas van vier. Drie turven hoog. In zijn hand een boekje van Jantje Beton. De drie euro per lot zou worden gebruikt voor iets nieuws op het schoolplein. Ach….het is voor het goede doel.

,,Ik heb twee boekjes meegenomen.” Dochter Pien gooit haar tas met sportkleding op de grond en duwt mij twee boekjes van ‘De Grote Clubactie’ onder mijn neus. ,,Twee?”, zeg ik verbaasd. Pien legt uit dat ze per 25 verkochte loten een lichtgevende frisbee krijgt. Als ze de meeste loten voor Circus Amersfoort verkoopt dan krijgt ze entreekaartjes voor de voorstelling ‘Junglebook’.

Leuk, maar ik weet inmiddels uit ervaring dat Pien na het verkopen van loten aan mij, oma en de buurvrouw er al snel klaar mee is. De rest van het boekje zal oningevuld terug worden gegeven.
De opbrengst gaat naar nieuwe circusspullen en ach….het is voor het goede doel! Ik vul braaf in dat ik drie loten à drie euro wil. Wel raar dat die organisaties in dezelfde maand hun loten of kaarten verkopen, bedenk ik me nog.

,,Hoofdprijs is een auto mam”, zegt zoon Teun even later wanneer hij terugkomt van de Karel Doormangroep. Dat klinkt aantrekkelijk! Het boekje van de ‘Nationale Scouting Loterij’ wordt voor mij op tafel gegooid.,, Twee euro vijftig per lot en een heel boekje voor 25 euro.” Ik pak mijn pen. Hoe meer loten, hoe groter de kans. En het is voor het goede doel.

Antroposofisch

De volgende tekst stond in Aedes Magazine van septemberimg_1260

“Dan ben jij het kindje en ik ben de moeder.” De driejarige Rosa regelt het allemaal wel. Terwijl ik in mijn hangmat lig en nog even geniet van de laatste zonnestralen tijdens de nazomer lopen in de tuin van de buren een stuk of vijf kinderen rond. Het is een vrolijke boel. Vanachter de heg hoor ik ze spelen. Nu is Rosa moeder, maar op andere momenten is ze zandtaartjes aan het bakken in de buitenkeuken of zingt ze een liedje met Jesse.

Ik zie nog het gespannen gezicht voor me van mijn buurvrouw toen ze mij meedeelde dat ze een kinderopvang wilde beginnen. Misschien had ze verwacht dat ik zou gaan tegensputteren, maar eigenlijk was ik meteen enthousiast. Ik vond het echt iets voor haar. Het werd een kleinschalige kinderopvang op antroposofische basis. Dat betekent dat de kinderen vaak buiten spelen. Het speelgoed is van natuurlijk materiaal gemaakt en tussen de middag wordt er zelfgebakken biologisch brood gegeten.

Terwijl ik in het zonnetje lig,  geniet ik van de rust waarmee mijn buurvrouw de vragen van de kinderen beantwoordt. Ook bewonder ik haar positieve houding; op kalme toon legt ze uit waarom iets wel of niet mag. Ik heb haar nog nooit echt boos meegemaakt of haar stem horen verheffen.

Het is maar heel sporadisch voorgekomen dat het er niet zo rustig aan toe ging. Het was op een bloedhete dag aan het einde van de middag. Drie kinderen waren tegelijkertijd aan het huilen. Ik kreeg medelijden met mijn buurvrouw. Maar toen ik vroeg of ik haar kon helpen antwoordde ze monter; “nee hoor, het komt wel goed.” En ze had gelijk. Het kwam ook goed.

Straks wordt het weer winter. Ook dan speelt Rosa samen met de andere oppaskinderen in de tuin. Laarsjes aan en rode wangen onder haar wollen mutsje. Wat voor weer het ook is, een frisse neus hoort er bij. Ik zal het dan wel missen; de kinderstemmetjes en de leuke uitspraken. In tegenstelling tot de kinderen zoek ik in de winter de warmte binnen op. Eigenlijk wel een gemiste kans. Ik kijk nu al uit naar het voorjaar.