Hartkloppingen

img_3153

Ik zie hem nog liggen vorig jaar mei. Last van zijn schouders maar goed aanspreekbaar. Ik vertrouwde het niet en belde de dokterspost. Meneer Enzofoort bleek uiteindelijk een hartaanval te hebben. Gelukkig hebben we adequaat gereageerd en lag hij binnen twee uur gedotterd en wel op de hartbewaking van het Meander Medisch Centrum, maar wat zou er zijn gebeurd wanneer hij een hartstilstand had gehad? Had ik dan ook nog geweten wat ik zou moeten doen?

In een ver verleden volgde ik een reanimatiecursus. Eén van de deelnemers vertelde dat hij een paar maanden daarvoor zelf een hartstilstand had gehad en er goed uit was gekomen door reanimatie. Hij vond dat hij dat zelf ook moest kunnen bij anderen. Ik kon en kan dat alleen maar beamen. Maar ja, de inhoud van de cursus is aardig weggezakt. Was het niet 30 keer duwen en twee keer beademen? Tijd voor een herhalingscursus. Maar dan stap twee. Durf ik mij na zo’n cursus in te schrijven als burgerhulpverlener bij het Reanimatie Netwerk Amersfoort? Als via 112 een hartstilstand in de buurt wordt gemeld krijg je een bericht op je telefoon met de locatie van het slachtoffer. Wie het eerst komt begint met de reanimatie.

Het klinkt prachtig, maar durf ik het wel? Tijdens de hartaanval van Meneer Enzofoort bleef ik kalm en schoot ik in de regelstand, maar hoe reageer ik na zo’n oproep? Ga ik koelbloedig naar het slachtoffer toe of raak ik in paniek? Toch neig ik ernaar mij op te geven voor het Netwerk want het kan mij of mijn gezin ook overkomen, daar weet ik inmiddels alles van. Dan wil ik toch ook dat iemand uit de buurt er alles aan doet om het hart van mijn geliefde weer op gang te brengen als ik zelf niet in de buurt ben?

Elke dag krijgen zo’n drieënveertig mensen in ons land een hartstilstand, een groot deel van hen redt het helaas niet. Stel dat ik misschien iets had kunnen doen en het niet deed. Dat gevoel is erger dan de angst om te moeten reanimeren. Ik ben eruit. Ik ga op herhaling en dan geef ik me op als burgerhulpverlener. Doodeng maar hartstikke nodig.

Pief paf poef

Gaaf. Een hele stapel thrillers. Eentje is van Marion Pauw “lollipop” met op de voorkant een vrouw die een wapen op de lezer richt. De boeken worden gratis aangeboden via de facebookpagina “Gratis af te halen Amersfoort”. Ik ben dol op deze pagina. Als je je eenmaal hebt aangemeld komen de mooiste aanbiedingen langs. Maar ik houd me in. Mijn kast staat nog vol boeken en ik heb ze niet niet eens allemaal gelezen.

Je kunt zeggen wat je wilt van facebook en van andere sociale media, maar dit aspect vind ik wel erg leuk. Aan de ene kant lijkt het alsof we steeds individualistischer worden en elkaar soms via de sociale media de meest vreselijke dingen toewensen, aan de andere kant lijkt het of we steeds meer met elkaar willen delen; niet alleen onze gedachten of ideeën maar ook letterlijk spullen. En het handige van zo’n lokale facebookpagina: je hoeft er niet ver voor te rijden en je ontmoet op een leuke manier stadsgenoten. Zo heb je nog meer facebookpagina’s die speciaal voor Amersfoorters zijn; leerlingkapsters vragen modellen, een koelkast zoekt een nieuwe keuken en ook kunstschaatsen wisselen in no time van eigenaar.

Hoewel ik enorm voor het ruilen en uitwisselen van spullen via facebook ben stond ik van de week wel raar te kijken toen er via een lokale facebookmarktplaats een pistool te koop werd aangeboden. Prijs; vijfenzeventig euro. Geen echt pistool natuurlijk maar hij leek er wel verdomd veel op. Misschien ligt dat vooral aan mij, want mijn kennis van wapens heb ik uit misdaadseries. Het was een ‘luchtdrukwapen’ dat er uit zag als een pistool. Ik ben benieuwd wie dit ‘luchtdrukwapen’ gekocht heeft en vooral wat hij of zij er mee gaat doen.
Volgens PvdA-raadslid Youssef El Messaoudi neemt straatcriminaliteit toe en glijdt de stad af. Het zou me niets verbazen wanneer een crimineel in spé binnenkort een wapen op iemands hoofd richt. Gekocht via facebook. Ook al is het geen echt pistool, ik zou er van schrikken. Tegen de nieuwe eigenaar van dit nepwapen wil ik zeggen; lees eens een spannend boek! Dat kan je leven ook verrijken. Kun je gratis krijgen via internet! Je weet de weg.

img_0915

Tien

 

Tien kaarsjes staan er op een taart. Een taart van jaren met leegheid. Tien jaar een lege stoel in de kamer. Al tien jaar niemand meer voor de televisie tijdens het NK-Schaatsen. Vroeger lag hij zelfs voor de tv op de grond en hield met potlood de rondetijden bij.

Een gemis tijdens verjaardagen, kerstdagen of oud & nieuw. Wanneer we met zijn allen zijn op zo’n dag, zijn we toch niet helemaal met zijn allen. Meestal een gemis op een gewone doordeweekse dag. Zomaar ineens een herinnering in mijn hoofd en een steek in mijn hart.

Al tien jaar geen vader die met een kennersoog naar onze nieuwe houten vloer kijkt of advies geeft tijdens een bouwklus. Geen Pake die vol trots naar zijn kleinzoon kijkt die nu groter is dan hij zelf  ooit was. Geen vader meer die op rustige toon zegt dat ik me geen zorgen moet maken of die een discussie begint over de grote zaken in de wereld.

Tien jaar. Het klinkt als een jubileum. Maar een jubileum is iets feestelijks. Toch steek ik vanavond tien kaarsjes aan. Om het leven te vieren en mijn vader te gedenken. Tien jaar…..

Pake in lijst

Lange Benen

Een spijkerbroekje met wijde pijpen, dat vindt Pien vast leuk. Ik ga door mijn knieën en zoek in de doos naar andere kleertjes. ,,Vier kledingstukken voor twee euro”, zegt het meisje dat op een campingstoeltje achter haar kleedje zit. Even later heb ik nog een paars topje, een geel jurkje en een flowerpower-minirok in mijn hand. De twee euro geef ik aan het meisje en de ieniemieniekleertjes doe ik bij de andere spullen in mijn tas.

Het is 30 april 2007 en omdat man en kinderen vandaag bij oma zijn heb ik het rijk alleen. Nou ja, alleen… Het is druk op de Bloemendalsestraat in Amersfoort. De temperatuur van bijna twintig graden maakt het een extra feestelijke dag. Ik doe de flap van mijn tas omhoog en kijk naar de buit; een prachtige barbiepop met lang blond haar en een heleboel kleertjes. Wat zal dochter Pien daar blij mee zijn. Ze is bijna vijf en houdt enorm van poppen. Voor mijn zoon Teun scoor ik even later een bak vol K’nex. Die zijn onbetaalbaar wanneer je ze in de winkel moet kopen. Voor mezelf koop ik niets, behalve een koud biertje van de tap om mijn dorst te lessen. Wanneer mijn man en kinderen aan het eind van de middag moe maar voldaan thuiskomen geef ik Pien de pop met de kleertjes. Ze kijkt er amper naar. Teun daarentegen begint meteen met zijn K’nex te spelen.

Pien zit achter haar kleedje op de Bloemendalsestraat. Het is 30 april 2010. Het is een koude Koninginnedag, de sfeer is ongezellig en het is minder druk dan anders. We hebben de afgelopen weken Piens kamer doorgespit en kwamen van alles tegen. In de la onder haar bed lag een  barbie oneerbiedig tussen de gummen, snoeppapiertjes en stoffige haarspelden. Ik denk dat ze daar drie jaar geleden is neergelegd en er sindsdien niet meer is uitgekomen. Barbies en mijn dochter zijn geen goede match. Ze vindt ze ronduit stom. ,,Voor poppen kun je nog zorgen”, had ze me toevertrouwd. ,,Het enige leuke van een barbie is dat je haar knieën kunt buigen”, voegde ze daaraan toe. Misschien was dat wat mij als kind zo aantrok; die knikkende knieën en de lange benen. De barbie is één van eerste dingen die ze verkoopt. Ze vraagt er een euro voor, de kleertjes geeft ze er gratis bij.

30 april 2016. Koningsdag is al geweest. Pien maakt zich klaar om naar circusles te gaan. Ik kijk en zie een prachtige jonge vrouw. Een prachtig figuur. Langere benen dan ik ooit heb gehad. Een gezicht zonder make-up met opvallend felblauwe ogen en halflang blond haar. Maar geen barbie, absoluut geen barbie. Geheel zichzelf en authentiek. Ze straalt. Barbies en mijn dochter blijken nog steeds geen goede match. Godzijdank!img_1315

Knellende Schoenen

,,En, hoe vind je ze?”. Ik keek naar meneer Enzofoort en tilde mijn been iets op zodat hij mijn nieuwe schoenen kon zien. ,,Echt Nienke-schoenen”, was zijn antwoord. Ik wist genoeg. Hij vond ze niet mooi. Omdat ze ook nog een beetje knelden verdwenen de schoenen achter in de kast.

Ik vraag me af hoe het gegaan is toen de Amersfoortse beeldhouwer Ton Mooy zijn bronzen ontwerp voor de fontein op de Hof liet zien aan wethouder Houwing van cultuur. Was haar reactie ,,een echte Ton Mooy” of zou ze enthousiast opgesprongen zijn en vol overtuiging ‘prachtig’ hebben geroepen? Ik zou niet graag in haar schoenen hebben gestaan. Het lijkt me moeilijk om compleet eerlijk te zijn wanneer een gerenommeerd kunstenaar met zijn schaalmodel binnen komt alsof het een prachtige taart is en dan te zeggen; ,,Mwah…..” Het is tenslotte toch zijn ‘kindje’ waar hij maanden aan gewerkt heeft.

Dat brengt me op het volgende dilemma; ik ben voor kunst en cultuur in Amersfoort en ik waardeer enorm de inzet van een organisatie als stichting “Open Oog” die zelf het benodigde geld door sponsoring bij elkaar probeert te krijgen maar ik vind het kunstwerk niet mooi. Ik heb er meerdere keren naar gekeken en heb geprobeerd er open voor te staan maar het lukt me niet om enthousiast te worden.De gedachte achter het kunstwerk kan me wel bekoren: Het moet een monument worden voor alle Amersfoorters en daarom zijn er beelden van gewone mensen in verwerkt zoals een vrouw met hoofddoek, een verliefd stelletje en twee vrouwen hand in hand. Toch een moderne gedachte.Het plan wordt voorgelegd aan de bewoners van Amersfoort. Ik ben benieuwd hoe. Komt er een soort enquête of wordt er op een andere manier gekeken naar de mening van de ‘gewone man’?
Ik wens de stad een goede keuze toe, ook al is het misschien niet mijn keuze.

Nog even over mijn schoenen. Ze stonden een tijdje in de kast tot mijn dochter vroeg waarom ik die leuke schoenen nooit meer aan had. Ik heb ze weer eens aangetrokken en inmiddels draag ik ze bijna dagelijks. Ze zitten nu namelijk heerlijk. Soms moet je even ergens doorheen voordat je iets gaat waarderen.

img_0195

Bel maar niet

img_6709
,,Eens even kijken. U bent Jan met de korte achternaam en u heeft een ambulance nodig in de wijk Koppel, klopt dat?” De centralist van 112 stelt de vraag in alle rust. Jan antwoordt nerveus; ,,Ja, ik ben inderdaad Jan met de korte achternaam en mijn moeder hier in het flat bij de Meridiaan loopt blauw aan, kunt u snel komen?” Jan klinkt angstig en raakt in paniek. ,,Heeft u een momentje”, vraagt de centralist. ,,Nee!“ Jan schreeuwt inmiddels. ,,U moet nu komen met een ambulance….mijn moeder…” ,,Helaas”, zegt de centralist ,,U staat in het bel-ons-maar-niet-meer register omdat u tijdens nieuwjaarsnacht een vuurpijl richting mijn collega van de politie heeft geschoten. Hij heeft nog steeds last van zijn oog en kan voorlopig niet werken. U staat bij ons op de zwarte lijst. Kortom; jammer Meneer met de korte achternaam maar we komen een jaar lang niet meer voor u of uw familie in actie. Wanneer u zich tijdens de volgende oudejaarsnacht gedraagt dan overwegen we u weer te deblokkeren. Succes verder!” Piep piep piep. De verbinding is verbroken. Jan met de korte achternaam kijkt naar zijn moeder die er steeds slechter uit ziet. Woest is hij. Hoe durven ze!

Waarschijnlijk wordt bovenstaande scenario nooit de werkelijkheid omdat hulpverleners niet voor niets gekozen hebben voor hun vak. Toch lijkt het mij wel een goede straf wanneer Jannen met een korte achternaam eens merken hoe het is wanneer de hulpdiensten niet meer voor je klaar staan als je zelf in nood bent. Ik kan me voorstellen dat die hulpverleners het gebrek aan respect wel een keer zat zijn. Het lijkt me ook goed wanneer de achtenveertig Jannen die zijn aangehouden tijdens de rellen in de Koppel bij de volgende oudejaarsavond apart gezet worden. Misschien kunnen ze een nacht logeren in een pand vlak buiten de stad. Deuren barricaderen en rond middernacht het licht uit doen. Op 1 januari mogen ze dan na een kopje thee zelf naar huis lopen, want de brommers waarop en de auto’s waarin ze zijn gekomen zijn die nacht bij het vreugdevuur bij de Coninckstraat in vlammen opgegaan. Oog om oog, tand om tand.