Keuzestress

,,Er kwamen bijna alleen jongens kijken”, dochter Pien trekt haar jas uit en ploft naast me op de bank. Ze komt net terug van de open avond op ‘t Hooghe Landt. ,,Ze kunnen het beter ‘onderzoek en ontwerpen’ noemen, dan komen er vast ook meer meiden op af.” Mijn dochter doet het Technasium en heeft toekomstige brugklassers enthousiast verteld over de opdrachten die ze krijgt voor dit vak.

Ik denk terug aan twee jaar geleden. Toen gingen wij zelf alle scholen af om te kijken welke middelbare school het beste bij haar zou passen. We fietsten van hot naar her.
Het Nieuwe Eemland deed ons denken aan Zweinstein van Harry Potter. De torentjes, de verschillende gebouwen, de sfeer. Pien werd er niet vrolijk van. Daarna mocht ze een les meedraaien op het Farel College. Ze had er enorm veel zin in. Toen ik haar op kwam halen en in de hal zat te wachten overviel mij een beklemmend gevoel. Ik besloot er niets over te zeggen want ik wilde Pien niet beïnvloeden. Toch was ik blij toen ze op de fiets naar huis al zei dat de school niets voor haar was omdat het zo ‘nevelig’ aanvoelde. Diezelfde avond gingen we naar ‘t Hooghe Landt. Ze stapte binnen en was meteen verkocht. Ze vond er een goede sfeer hangen.
Het is een hele klus, de schoolkeuze. Alles wordt uit de kast gehaald om de school zo aantrekkelijk mogelijk te maken. Leerlingen lopen enthousiast rond. Maar ja, leerlingen die het geen leuke school vinden gaan natuurlijk niet op hun vrije avond de school promoten.

Laatst werd geopperd dat het misschien beter is wanneer kinderen pas rond hun veertiende naar de middelbare school gaan omdat ze dan beter weten wat ze willen en je op die leeftijd ook beter in kunt schatten welk niveau bij hen past. Ik denk dat dat inderdaad zo is. Voor Pien en Teun zou een paar jaar wachten niet zo gek zijn geweest. Hoewel, dan zouden we nu ook in de stress zitten over de schoolkeuze. Die hobbel hebben we al genomen. Teun moet dit jaar alleen beslissen welke vakken hij wil kiezen. Richting techniek of richting taal? Ik zou het wel weten.

img_4464

Appeltje

img_7447Wat zielig voor de kinderen van Bolsius. Niet dat hun vader burgemeester is, maar het feit dat hij zo weinig thuis is. Onze burgervader heeft naast zijn werk als burgemeester namelijk nog eens drieëndertig bijbanen. Dan houd je natuurlijk helemaal geen tijd meer over voor je gezin en word je een soort vader die alleen op zondag het vlees snijdt. Ook wethouder Buijtelaar houdt weinig vrije tijd over. Hij heeft wel veertien nevenfuncites. Menno Tigelaar heeft vijf bijbanen. Wat ik heel bijzonder vind; ze doen het allemaal voor niets! En dan bedoel ik niet dat hun bijbaan geen enkele zin heeft, nee ze worden er niet voor betaald. Het zijn heuse vrijwilligers!

Zou werken in het college zoveel energie geven dat je al die bijbanen makkelijk aankunt? Ik dacht dat het best zwaar was, wethouder zijn. Wethouder Kemmerling kan dat vast beamen. Ze is niet voor niets weg gegaan. Qua geld hoeft ze zich in ieder geval geen zorgen te maken. Zij heeft recht op wachtgeld ook al heeft ze zelf besloten weg te gaan. Ze krijgt tachtig procent van haar laatstverdiende loon. Omdat ik zelf vanaf 1 maart boventallig ben bij Welzin ben ik extra geïnteresseerd in hoe het zit met uitkeringen. De vertrokken wethouder krijgt het komende jaar bijna zevenduizend euro per maand van de gemeente Amersfoort. Als zij ergens anders gaat werken en ze verdient daar minder dan wordt haar salaris aangevuld. Als ze besluit niet meer te werken krijgt ze tot haar pensioen zeventig procent.

Gewone mensen, daar schaar ik mijzelf maar even onder, krijgen twee jaar lang zeventig procent van het laatstverdiende loon. Als ik ergens anders ga werken en ik verdien minder dan mijn ‘riante’ loon in de zorg heb ik pech. Als ik besluit niet meer te werken of geen baan vind kom ik in de bijstand. Niemand die het aanvult. Ik heb toch ergens iets niet goed gedaan. Maar; nieuwe ronde dus ook nieuwe kansen. Misschien is een bestuurlijke functie wel wat voor mij. Wethouder Zorg bijvoorbeeld. Combineer ik mijn kennis van de zorg met goed om kunnen gaan met een klein budget. Dan laat ik die bijbanen wel zitten. Tenslotte wil ik ook af en toe thuis zijn bij mijn kinderen.

Plakoorlog

,,Die is van mij!” Kleine Henk van 6 staat stampvoetend voor zijn klasgenootje Jopie. Jopie heeft namelijk een paar grote stukken papier gepakt en plakt er gekleurde rondjes op.,,Nee hoor, ik heb ze zelf uit de werkkast gehaald”, antwoordt Jopie terwijl hij met ingespannen blik zijn kwastje in de behangplak steekt. De gekleurde rondjes zitten inmiddels overal. Op zijn trui, zijn schoenen en ook op zijn wang. Henk kijkt bedrukt en begint bijna te huilen. ,,Van mij”, zegt hij nog een keer zachtjes. Gelukkig, daar komt juf Bea Middeling. Ze gaat door haar knieën en vraagt aan Henkie wat er aan de hand is. ,,Hij heeft meer papier dan ik.” Henk snikt. ,,Ja, Jopie dat is niet eerlijk”, zegt de juf en ze geeft een papier aan Henk. Het kan Jopie niet zoveel schelen. Hij gaat lekker door met plakken. Henk daarentegen kijkt triomfantelijk de klas rond; ‘dat heb ik goed geregeld’ lijkt hij te denken.
Henk en Jopie zijn inmiddels volwassen, maar hun oude vete zet zich voort. In Leusden. Daar is het oorlog. Een heuse plakoorlog. Met de Tweede Kamerverkiezingen in zicht heeft de VVD in Leusden het helemaal gehad met het ‘onbeschofte plakken’ van de SP. Kleine Henk Lonink, inmiddels VVD-raadslid, is boos. De Leusdense socialisten hebben namelijk afgelopen weekend drie(!) posters naast elkaar geplakt op een openbaar verkiezingsbord. Het is een schande. ,,Ze hebben er een handje van bij de SP. Ik vind het onbeschoft!”, aldus Henk. SP-afdelingsvoorzitter Jopie Welten is zich van geen kwaad bewust. ,,Er was nog zoveel ruimte, dus hebben we drie posters opgeplakt.” Joop vervolgt; ,,Wanneer er te weinig ruimte is mogen andere partijen rustig over onze posters heen plakken.”
Om zo’n zelfde ruzie tussen bijvoorbeeld Kees Kraanen (VVD) en Marijke Jongerman (SP) te voorkomen kiest de gemeente Amersfoort voor voorgedrukte campagneborden waarbij alle partijen evenveel ruimte krijgen. Om de posters ‘s avonds ook nog te kunnen zien worden ze van binnenuit verlicht. Een soort poldermodeloplossing, het mag wat kosten. Sjongejonge. Wat een gedoe over het plakken van posters. Alsof mijn stemgedrag afhangt van zo’n poster. Wat kunnen we nog meer verwachten de komende weken? Twitteroorlogen, photoshop-acties, valse-toezeggingen? De politiek nog serieus nemen. Het wordt steeds moeilijker.

694

Schijndemocratie

header_pagina_7
,,Als mensen het echt niet willen gaat het niet door”, dat liet oud-wethouder Fons Asselbergs een tijdje geleden optekenen in deze krant. Hij had het over het ontwerp voor een soort ombouw om de fontein op de Hof. ‘De Stadsbron’ heet het ontwerp dat gemaakt is door de Amersfoortse beeldenmaker Ton Mooij. Het bronzen kunstwerk zal zes meter hoog worden en bestaan uit vijf beelden van mensen die onder een boom staan. Ik heb het ontwerp bekeken en vond het foeilelijk. Een kwestie van smaak natuurlijk. Dat is altijd een dingetje bij kunst. Zo ben ik zelf dol op de Stier die gemaakt is door Thijs Trompert en vind ik de Pelgrimsdeur van de Onze Lieve Vrouwetoren ook prachtig. Het beeld van Johan van Oldenbarnevelt bij de gracht vond ik juist weer heel lelijk. Maar goed. Nu dus plannen voor de fontein op de hof.

Stichting Open Oog organiseert morgen een presentatie van het project “De Stadsbron” in de Sint Joriskerk. Meer dan honderd genodigden krijgen uitleg over het project. Open Oog wil op basis van de reacties in de kerk aantonen dat voor dit project een breed draagvlak bestaat. 
Wacht eens even; je nodigt zelf mensen uit en vraagt hen wat ze vinden van je kunstwerk. Hmm…
Kunstenaar Ton Mooij zal er ook aanwezig zijn. Ik zou hem niet recht in zijn gezicht durven zeggen dat ik het beeld niet mooi vindt, hij heeft er zijn ziel en zaligheid in gelegd. Hoe zit dat bij die genodigden, en zijn die genodigden een afspiegeling van de Amersfoortse bevolking?

Wanneer de meerderheid van Amersfoort het beeld graag wil dan moet dat maar, maar zorg er dan wel voor dat mensen ook de kans hebben gehad er wat van te vinden.
Ga morgen de markt op en laat foto’s zien van het ontwerp. Vraag mijn buurvrouw Siep wat ze van het beeld vindt, laat de jeugd er eens naar kijken of vraag de dropverkoper zijn mening. Houd een peiling. Regel een enquête. Doe iets. Maar preek niet voor eigen parochie en duw de bevolking daarna zo’n beeld door hun strot. “De Stadsbron” moet juist de gewone bevolking uitbeelden, maar op deze manier wordt het een elitair kunstproject. Jammer. Gemiste kans.