,,Kom, we gaan fikkie stoken op het veldje.” Mijn buurjongen liep met grote passen richting het veld waar eerder nog een groot gebouw had gestaan. In zijn kielzog vijf andere buurtkinderen. Ik was de jongste en liep er achteraan. Zo ging dat vroeger. Iemand had een plan en wanneer je het een goed plan vond deed je mee. We gingen niet oeverloos discussiëren over wat we zouden doen. We gingen gewoon spelen. Meestal iets wat één van de grote jongens had bedacht. Had je geen zin, dan deed je niet mee.
Hoe anders lijkt het te gaan bij de vorming van de gemeenteraad. Tien weken geleden hebben we gestemd en er zijn nog steeds geen knopen doorgehakt. Er is nog steeds geen coalitieakkoord. Naar de reden kunnen we alleen maar gissen. Zijn de partijen heel lang bezig omdat de standpunten echt niet verenigbaar zijn of duurt het zo lang omdat ze willen zorgen dat alles de komende vier jaar soepeltjes verloopt? Wie worden wethouders, wat doen we met die rondweg die eigenlijk overbodig is, en hoe lossen we het tekort voor de zorg op? Belangrijke zaken, maar is het echt nodig om daar zo lang over te vergaderen? Ik heb het idee dat alles alweer helemaal wordt dichtgetimmerd.Is de nieuwe coalitie bang voor het avontuur of heerst er angst om later afgerekend te worden op eerder gedane beloftes?
Een schop onder de kont zou wel welkom zijn. Amersfoort zit nu toch in een soort vacuüm, het wordt tijd dat er weer plannen worden gemaakt, beslissingen worden genomen, vooruit wordt gekeken. Het liefst zo transparant mogelijk zodat wij, gewone Amersfoorters, worden meegenomen in die plannen.
Als mijn buurjongen en andere buurtkinderen wekenlang zouden hebben overlegd zou er al een nieuw fundament hebben gelegen op het veldje. Waren onze kansen op een mooi groot vuur verkeken. Soms moet je gewoon doorpakken om het moment niet voorbij te laten gaan. Want terwijl bij ons fikkie op het veldje de rook redelijk zwart was door de plastic autoband die we erbij gooiden, wachten we hier in Amersfoort nog steeds op witte, duurzame, CO2-neutrale rook. Had de gemeenteraad maar zo’n buurjongen zoals ik had vroeger; niet lullen maar poetsen. Actie!