Het is gebeurd voor ik er erg in heb. Twee jongens van een jaar of zestien staan met hun fiets voor de Jumbo op het Neptunusplein. Ze openen een pak gangmakers, pakken de koeken uit de verpakking en laten de rest gewoon vallen. Ze stappen op hun fiets en rijden weg, mij verbouwereerd achterlatend.
Er staat nog een jongen. Hij staat op het punt de andere twee achterna te fietsten en zit nog te hannesen met zijn oortjes. Terwijl ik het plastic en het kartonnetje van de verpakking van de grond pak zeg ik tegen hem; ,,Zeg even dat ze hun zooi voortaan opruimen”. De jongen kijkt me verstrooid aan en doet zijn oortjes uit. Ik herhaal mijn tekst en hij antwoordt; ik zal het doorgeven.
Zomaar je zooi op straat gooien. Ik begrijp er niets van maar er zijn mensen die dat heel gewoon vinden. Ik had als kind mijn zakken altijd vol zitten. Snoeppapiertjes, ijsstokjes en ander klein afval zat eerst een tijdje in mijn broek- of jaszak voor ik die weer leegde in de vuilnisbak. Het niet zomaar iets op de grond gooien zit zo in mijn systeem dat ik zelfs bij popconcerten het moeilijk vindt om de plastic glazen op de grond te laten vallen tussen het andere afval.
Vandaag is het World Cleanup Day en gaan in Amersfoort honderden vrijwilligers aan de slag om de rotzooi van anderen op te ruimen. Heel mooi hoor, maar misschien moeten we elkaar ook aan durven spreken wanneer iemand zwerfafval van zich af gooit.
Dat deed ik eerder bij de jongeren bij ons in de poort en hoewel ik het best spannend vond reageerden ze prima. Op mijn “jongens, leuk dat jullie hier staan maar ruim ook de rommel op”, reageerden ze spontaan ,,u heeft gelijk, gaan we doen”. En ze doen het inderdaad. De eerste keren heb ik nog een vuilniszakje opgehangen bij hun hangplek, maar nu regelen ze dat zelf.
sta nog steeds met de lege koekverpakking op de stoep voor de Jumbo. Loop naar de afvalbak die een meter of twee verder staat en gooi het afval weg. Op de vuilnisbak hangt een poster waarop staat: ‘Opruimen. Het lijkt simpel. En dat is het ook.’ Toptekst!