Wij doen het samen op afstand

Even een frisse neus halen na een dag binnen zitten. Het is donker en het regent lichtjes. Ik loop over de Bloemendalsestraat richting het centrum van Amersfoort. Terwijl ik langs “Voor Iedereen” loop werp ik een blik naar binnen. Het is vrij donker in het restaurant. Achter in de zaak zit iemand achter haar laptop. Zou ze de bestellingen aan het bekijken zijn voor de maaltijden die afgehaald  kunnen worden? Of is ze misschien op zoek naar een nieuwe baan? Wanneer ik even later over de Hof loop vliegt de stilte me aan.  Alle terrasstoelen en tafels zijn opgeruimd. De lichten in de cafés zijn uit. 

Eerder die dag kreeg ik een app van Coen, mijn buurman die het KAdECafé runt. Met zijn ‘Take Away’ probeert hij te redden wat er te redden valt. Naast soep, een maaltijd of een Halewijntje kun je ook een vrijdagmiddagborrelbox bestellen, zo liet hij weten. En terwijl ik door de stad loop zie ik bij bijna alle restaurants informatie over het afhalen van maaltijden.  

Ik maak een diepe buiging voor al die horeca-mensen die toch nog de moed vinden om door te gaan. Die zich wild moeten hebben geschrokken toen Rutte in een bijzinnetje vertelde dat de maatregelen nog wel tot in december zouden duren maar die nog steeds kansen zien.

Op de terugweg zie ik bij Van Zanten een poster met de tekst; Wij jullie ook. Ja, wat een gemis. De medewerkers van dit café koken samen met collega’s van andere restaurants maaltijden voor zorginstelling De Amerpoort. Dit alles onder het motto #zorgenvoordezorg.  Wat een kanjers!

Verderop zit pizzabakker Luca  in zijn eentje in de zaak. Hij kijkt naar een voetbalwedstrijd. Normaal gesproken zit het hier vol om deze tijd. Het beeld ontroert mij. De horeca in onze stad gaat het niet redden zonder de steun van de Amersfoorters. Laten we net wat vaker eten halen bij al die creatieve horecaondernemers. Want het is zoals op een van de posters bij een restaurant staat: Wij doen het samen op afstand. Toch? 

Met je kop boven het maaiveld

Ik schrik van mijn eigen gedachte. Ik zie de Amersfoortse docent Rob Molenkamp op het journaal vertellen dat hij gewoon doorgaat met zijn lessen maatschappijleer en ik denk; die durft!  Ga je echt gewoon door na zo’n vreselijke moord in Frankrijk op docent Samuel Paty? Rob Molenkamp zegt van wel. Sterker nog: hij durft zich voor heel Nederland uit te spreken en vertelt zelfs dat ook in zijn lessen cartoons gebruikt worden of een film als Fitna. Dat ik hem zie als iemand die zijn kop boven het maaiveld uitsteekt vind ik ergens ook wel eng.

Nu denk ik wel dat Rob het voordeel heeft dat hij op het Vathorst College werkt, een overwegend witte school. Het lijkt me moeilijker om zo’n les te geven op een ROC-opleiding waar een groot deel van de leerlingen bestaat uit jongeren met een Islamitische achtergrond. Of zie ik dat verkeerd? Feit is dat Rob en ook andere docenten gewoon doorgaan in een tijd waarin mensen steeds kortere lontjes lijken te hebben, de toon grimmiger wordt en geweld normaler lijkt te worden. 

Eigenlijk vind ik het niet eerlijk dat we docenten maatschappijleer de kastanjes uit het vuur laten halen. Het is toch ook onze eigen verantwoordelijkheid om vrijheid van meningsuiting uit te dragen? Het onderwerp zou toch verweven moeten zijn in onze hele maatschappij? 

In Frankrijk gaan leerlingen op 2 november weer naar school en zal er op alle scholen stilgestaan worden bij de vreselijke moord op Samuel Paty. Het zou mooi zijn wanneer die dag ook in Nederland de vrijheid van meningsuiting centraal staat. Niet alleen tijdens maatschappijleer op middelbare scholen, maar ook in kerken en moskeeën, binnen je vriendenkring,  tijdens de gemeenteraad,  in talkshows en vooral ook aan onze eigen keukentafels. Respectvol met elkaar discussiëren en openstaan voor de mening van anderen, ook als dat jouw mening niet is. Maar wel met een belangrijk uitgangspunt: zonder geweld. Want geweld is en mag nooit de oplossing zijn.

Toeterende auto’s en parkeerchaos

,,Mevrouw, gaat u de politie bellen?’’ Twee jonge vrouwen kijken me hoopvol aan. ,,Dat was ik  niet van plan”, antwoord ik. Het is zaterdagmiddag en ik ben op weg naar de slager op het Neptunusplein. Ik had mijn mobiel gepakt omdat ik een berichtje kreeg van mijn man, of ik ook nog wat gehakt mee wilde nemen. Een van de dames vervolgt; ,,sinds Omur twee weken geleden open ging kunnen we nergens meer parkeren. Wij wonen hier om de hoek en het is echt niet meer grappig.”

Ik begrijp het meteen. Normaal is het ook druk op het Neptunusplein, maar dit slaat werkelijk alles. Het is een komen en gaan van auto’s. Het is één grote chaos.  Op de plek waar de vrachtwagens kunnen laden en lossen staan nu kris-kras drie auto’s met hun klep open, wachtend op mensen die met dozen vol de winkel uit komen. Anderen lopen met wel zeven plastic tassen naar hun auto toe. Waren die gratis tasjes niet al een paar jaar geleden verboden? Er wordt getoeterd en op de stoep van de winkel gaan zes mannen bijna met elkaar op de vuist. De sfeer is gewoon grimmig. 

De nieuwe supermarkt trekt veel klanten, dat is duidelijk.  Eerst zat deze winkel op de Kamp, daar was het ook al chaos wat het parkeren betrof. Je zou verwachten dat die problemen wel verdwijnen bij een winkel waar nota bene een parkeergarage onder zit! En waar ook een lift naar toe gaat. Maar ergens gaat er iets mis. Is een parkeergarage opzoeken te veel moeite? Doet de lift het niet? 

Op papier leek het Neptunusplein een prima plek maar in de praktijk valt het tegen. Ik hoop dat er snel een oplossing komt. Vooral voor de mensen die op en om het plein wonen. Misschien dat de eigenaar meer reclame kan maken voor de parkeergarage onder de winkel. Ook zou het handig zijn om de stoep af te zetten zodat niemand daar kan parkeren.  Niet allemaal op zaterdagmiddag met de auto naar de winkel komen zou ook al helpen. Samen krijgen we het parkeerprobleem op het Neptunusplein er wel onder. Toch?

Het was maar een griepje…

Mijn gedachten schoten alle kanten op; wie had ik de afgelopen dagen gezien en hoe kwam het dat ik ziek geworden was? Ik had toch steeds mijn handen gewassen, niemand geknuffeld en afstand gehouden? Ik kwam er maar niet achter. Maar ondertussen lag ik wel in bed met spierpijn, keelpijn en lichte koorts. Dat laatste wist ik omdat ik de oor thermometer naast me had liggen en dat ding, als een soort hypochonder, om het uur in mijn oor stak.

Het begon met lichte keelpijn maar al snel voelde mijn keel aan als grof schuurpapier. Ik voelde me per minuut zieker worden. Bellen dus naar de GGD om me zo snel mogelijk te laten testen. Gelukkig kon ik er bij de tweede poging al doorkomen, maar een afspraak op korte termijn zat er niet in; pas vier dagen later kon ik terecht bij de teststraat bij de Rijtuigenloods in Amersfoort. Hoewel ik de vorige keer overtuigd was dat ik geen corona had, begon ik nu toch echt wel te twijfelen. Het aantal positief geteste Amersfoorters schoot immers omhoog en misschien was ik daar wel een van! 

Terwijl ik op de website van het RIVM las hoe het zat met regels voor gezinsleden en ik mij afvroeg hoe we in godsnaam anderhalve meter afstand konden houden in ons huis, stond dochter Pien met tranen in haar ogen naast mijn bed. ,,Ik moet in quarantaine omdat iemand van circus positief getest is.”  Doordat iemand anders corona had miste zij een training, mocht niet naar school en moest ze haar baantje bij de supermarkt ook afzeggen. En ze voelde zich gewoon goed! Ook mijn man twijfelde of hij wel mocht gaan werken. Pas toen mijn uitslag negatief was wist hij dat hij weer aan de slag kon. Kortom, ons hele gezin was even flink ontregeld.

Ik voel me gelukkig weer goed en zal er de komende tijd alles aan doen om de kans op verkoudheid, griep of corona zo klein mogelijk te houden. Maar gezien mijn ervaring ben ik bang dat we dit de komende maanden nog wel vaker mee zullen maken. Het wordt een lange winter.