1. Sollicitatie
,,Met Nienke”, ik loop met mijn telefoon de ruimte uit waar net een workshop ‘netwerken’ afgesloten wordt. ,,Hi Nienke, ik moet je helaas teleurstellen, je bent het niet geworden.” Ik slik. De teleurstelling is enorm. ,,Het lag niet aan jou want we vonden het een goed en fijn gesprek, maar de andere kandidaten hadden een beter aansluitende opleiding en meer ervaring”. Ondertussen staat een medecursist vragend met zijn duim omhoog in de deuropening. Ik schud mijn hoofd en wijs met mijn duim naar beneden. Ik slik mijn tranen weg. Oh, wat baal ik. Ik zat er zo dichtbij voor mijn gevoel. De baan had alles wat ik leuk vind. Contact maken en onderhouden met verschillende groepen mensen, netwerken, ook zorgen dat de meest kwetsbare mensen meedoen aan de maatschappij, leuke collega’s, drie dagen aan de slag, in mijn eigen Amersfoort dus gewoon op mijn fietsje, afwisselend werk. Ik praat nog even door met degene waarbij ik heb gesolliciteerd. Bedank haar en loop naar het lokaal terug. De meeste workshop-collega’s zijn al weg. Ik doe mijn schrift in mijn tas, zeg de workshoptrainer gedag en loop naar het bushokje vlak bij de workshoplokatie.
Potverdorie. Het leek mij zo fijn om weer aan de slag te gaan. Collega’s te hebben. Niet meer maandelijks vier sollicitatie-activiteiten te hoeven invullen bij het UWV. Wat meer geld binnen te krijgen. Uitgedaagd te worden. Te sparren met collega’s. ’s Ochtends op te moeten schieten om op tijd op mijn werk te zijn. Naar mijn werk te fietsen.Ik ben al flink wat maanden zonder baan. Werkeloos ben ik niet want ik heb verschillende klussen te doen. Soms loop ik in Hilversum rond en doe daar redactie en regie van het Radio 5 programma Volgspot. Ook zit ik geregeld zit ik achter mijn bureau en heb contact met mensen in verband met de website en het platform Amersfoort Kiest. Ik hielp mee met de conferentie van het Sociaal Fonds Amersfoort dat donderdag gehouden werd en ik schrijf elke week een column voor de Amersfoortse Courant. Maar ik mis een ritme. Collega’s. De noodzaak om op tijd klaar te zijn ’s ochtends.
Terwijl ik in de bus naar Amersfoort zit app ik meneer Enzofoort en wat vriendinnen. Ze reageren lief. De buschauffeur heeft vast ook een shithumeur want hij rijdt zo onrustig dat ik er kostmisselijk van word.
Ik neem een besluit. Ik ga schrijven. Schrijven over het gevoel dat ik krijg wanneer ik contact heb met het UWV. Schrijven over het gevoel dat ik heb wanneer ik schrijf op een vacature. Schrijven over het gevoel van leegte terwijl ik ondertussen best druk ben. Over de onrust in mijn lijf. Ik ben niet op zoek naar klussen; ik wil een baan. Met een vast salaris. En leuke collega’s. En vandaag begin ik vol goede moed aan het volgende hoofdstuk.
Wordt vervolgd.