Alles raakt op…

 De kleren in mijn kast, mijn geduld, mijn hoop. Alles lijkt wel op te gaan.  In mijn la liggen steeds meer sokken met gaten, mijn ondergoed gaat lubberen en eigenlijk wil ik graag nieuwe gympen. Natuurlijk kan ik alles wat ik nodig heb digitaal bestellen maar dat wil ik niet. Ik denk namelijk al weken dat het niet lang meer zal duren voordat we weer gewoon naar een winkel kunnen. Zonder te reserveren naar binnen gaan, verschillende producten door je handen laten glijden en dan ter plekke kiezen. Dat wat we vroeger zo gewoon vonden. Maar nee. Zover is het nog niet.

Ik voel me een beetje een zeurend kind, maar ik merk dat ik het steeds moeilijker vind om positief te blijven. Misschien komt dat ook wel omdat de stip aan de horizon steeds kleiner lijkt te worden in plaats van groter. Hoewel ik meestal positief in het leven sta begint mijn geduld zo langzamerhand echt op te raken.

In mijn hoofd zwabberen de gedachten net zoals het beleid van de overheid. Hugo’s gewauwel over dat we voor de zomer allemaal onze eerste vaccinatie hebben gekregen; ik geloof er niet meer in. Pas wanneer dat ding in mijn arm wordt gezet haal ik opgelucht adem. Eerder reken ik me niet rijk.

Terwijl er mensen als proef op vakantie gaan durf ik niet eens meer te dénken aan een plekje op een camping, met een kabbelend beekje voor de tent. Terwijl er experimenten gehouden gaan worden met duizenden feestvierders zie ik mezelf deze zomer nog niet eens met een paar vriendinnen op een terrasje zitten. Ik ben zelfs bang dat we over tien jaar zeggen: ,,weet je nog… in het voorjaar van 2021 dachten we dat we er al bijna waren.” Mijn hoop op een normaal leven lijkt inmiddels wel verdwenen. 

Ondertussen probeer ik maar ‘gewoon’ door te leven en houd ik me vast aan de dagelijkse dingen. Ik probeer mijn hoofd uit te schakelen en even helemaal niets te vinden. Misschien is dat wel een goed idee; even niets vinden. Hoef ik ook niet naar antwoorden te zoeken.

Solidariteit lijkt verdwenen

Ik word er zo verdrietig van; we zitten nu al een jaar middenin de corona-crisis. Een jaar! Wie had dat nu kunnen bedenken? Die eerste weken keek ik alle nieuwsprogramma’s, spelde de kranten en had constant een angstig gevoel in mijn lijf.  Maar die eerste periode van de pandemie bracht ook iets moois; saamhorigheid.  We boden elkaar onze hulp aan, organiseerden buurtborrels op anderhalve meter en pepten elkaar op. Nu, een jaar later, voelt het allemaal zo anders. We zijn moe van het virus. Doodmoe. We zijn klaar met de maatregelen, zien weinig toekomstperspectief en dat lijken we vooral op elkaar af te reageren.

De angst van een jaar geleden is bij veel mensen veranderd in wantrouwen en achterdocht. Welke maatregelen de regering ook neemt; het is nooit goed. Wat voor de een helpend is beperkt de vrijheid van een ander. Het lijkt wel of we de schuld van de misère aan de regering geven in plaats van aan het virus. Wat de beste methode is om uit deze crisis te komen weet niemand. En daarin staat Nederland niet alleen; de hele wereld piept en kraakt. 

De solidariteit die we tijdens de eerste lockdown lieten zien is veranderd in egocentrisme. Iedereen vindt zijn eigen groep het belangrijkst. Huisartsen, leraren, patiëntenverenigingen. Ze willen allemaal zo snel mogelijk het vaccin krijgen en knokken en lobbyen voor hun eigen groep. Logisch, maar daardoor moeten anderen langer wachten.

We noemen elkaar wappies of schapen. Alsof je moet kiezen; het virus als een griepje zien of het idee hebben dat iedereen er aan dood gaat en achter alle maatregelen staan. Als dan blijkt dat we andere ideeën hebben dan hoeft dat toch niet te betekenen dat we elkaar de tent uitvechten? We kunnen toch van mening verschillen en normaal met elkaar om blijven gaan?   Een jaar geleden vochten we samen tegen het virus, nu vechten we vooral tegen elkaar. Ik ben misschien nog wel banger voor de polarisatie die is ontstaan dan voor het virus zelf…

Doodmoe van viruswaarheid

Moe voelde hij zich. Doodmoe. Zijn moeder was gisteravond overleden en vanochtend was er een gesprek geweest met de uitvaartondernemer. Het was allemaal zo ongelooflijk snel gegaan. Eind januari was ze nog gevaccineerd en nu had hij haar kist al uit moeten zoeken. Karel zucht nog eens diep. In het Sint Elisabeth Verpleeg- en Gasthuis hing er een verdrietige sfeer. Van de ruim honderd bewoners met dementie waren er zo’n zeventig positief getest. Naast zijn moeder waren er al meerdere bewoners overleden. En dat terwijl iedereen zo hoopvol was na de eerste vaccinatieronde. Maar helaas. Hij had, volledig ingepakt in beschermende kleding, afscheid van haar moeten nemen.

Door alle hectiek rondom zijn moeder wist hij amper wat voor dag het was. Dinsdag 16 februari, zag hij in zijn agenda. Hij was toe aan wat afleiding en deed de televisie aan. Willem Engel vulde het beeld. Uit het verslag begreep Karel dat de avondklok afgeschaft zou worden. Even dacht hij dat hij het niet goed hoorde; riep Engel nou mensen op om ’s avonds de straat op te gaan om te gaan feesten?

Karel zag meteen De Stier voor zich. Het beeld waar zijn moeder zo graag naar keek vanuit haar kamertje. De Stier waar een paar weken geleden jongeren samen kwamen om te rellen tegen de avondklok. Zijn moeder had nog gevraagd of er een feestje was. Hij had maar ja gezegd. Die avondklok was ook voor hem onhandig omdat hij daar rekening mee moest houden wanneer hij bij zijn moeder was ’s avonds, maar alles wat maar iets kan bijdragen tegen dat rotvirus leek hem legitiem.

Natuurlijk was het Willem Engels goed recht om de avondklok aan te vechten. Maar om dan op te roepen tot feesten op straat? Lekker dicht bij elkaar gaan staan. Waarom? Die man was niet goed wijs. Denkt hij nou echt dat het allemaal wel meevalt? Gezien de grote hoeveelheid kisten die binnengebracht waren bij het Elisabeth Gasthuis valt het virus niet te ontkennen. Maar ja, ieder zijn eigen waarheid… 

Pislink

Pislink zou ik zijn. Ik zou de afhaalmaaltijden door de zaak smijten of midden op het podium gaan staan en schreeuwen uit frustratie. Het valt na al die maanden toch niet meer uit te leggen? Terwijl grote groepen mensen hutje aan mutje in het vliegtuig stappen, zitten mensen in theater Flint zo ver van elkaar af dat ze hun buurman amper herkennen. Terwijl mensen elkaar in het weekend bijna onder de voet lopen in de Langestraat op zoek naar kleding voor het kerstdiner, zijn de deuren van de restaurants gesloten. 

Bah, bah, bah… Ik werk niet in de horeca en bezit geen theater maar ik ben wel plaatsvervangend boos. Of teleurgesteld. Ik snap dat horecaondernemers uit het hele land het spuugzat zijn en hoe dan ook op 17 januari hun deuren open willen gooien, maar of dat nou zo handig is. 

Ze hebben wel gelijk: het wordt tijd dat we de horeca en de cultuursector nu eens voorrang geven. Om te zorgen dat we na de pandemie überhaupt nog ergens terecht kunnen voor een maaltijd, een biertje  of een mooi toneelstuk.

Dit is het moment om Amersfoort op een positieve manier op de kaart te zetten! Laat de gemeente, horeca en cultuursector om de tafel gaan zitten om per locatie te kijken wat er wél mogelijk is. Als een soort pilot. Daarbij wachten we niet tot 17 januari, maar zorgen we ervoor dat de restaurants al met de kerst open kunnen.  Kleine restaurants kunnen samenwerken met grotere. In de grote zaal van Flint laten we meer dan 30 personen toe en na afloop van een film in de Lieve Vrouw kunnen kleine groepjes bezoekers best een drankje drinken. Kortom; maatwerk.  Op de dagen dat de horeca en het theater open zijn, gooien we de rest van de winkels in de stad dicht en visa versa. Zo wordt de pijn eerlijk verdeeld.

Laten we aan de rest van het land tonen hoe je er samen uit kunt komen zodat Amersfoort een voorbeeld is voor andere steden. Niet door te gaan muiten, maar door intensieve samenwerking krijgen we corona onder controle! 

Het was maar een griepje…

Mijn gedachten schoten alle kanten op; wie had ik de afgelopen dagen gezien en hoe kwam het dat ik ziek geworden was? Ik had toch steeds mijn handen gewassen, niemand geknuffeld en afstand gehouden? Ik kwam er maar niet achter. Maar ondertussen lag ik wel in bed met spierpijn, keelpijn en lichte koorts. Dat laatste wist ik omdat ik de oor thermometer naast me had liggen en dat ding, als een soort hypochonder, om het uur in mijn oor stak.

Het begon met lichte keelpijn maar al snel voelde mijn keel aan als grof schuurpapier. Ik voelde me per minuut zieker worden. Bellen dus naar de GGD om me zo snel mogelijk te laten testen. Gelukkig kon ik er bij de tweede poging al doorkomen, maar een afspraak op korte termijn zat er niet in; pas vier dagen later kon ik terecht bij de teststraat bij de Rijtuigenloods in Amersfoort. Hoewel ik de vorige keer overtuigd was dat ik geen corona had, begon ik nu toch echt wel te twijfelen. Het aantal positief geteste Amersfoorters schoot immers omhoog en misschien was ik daar wel een van! 

Terwijl ik op de website van het RIVM las hoe het zat met regels voor gezinsleden en ik mij afvroeg hoe we in godsnaam anderhalve meter afstand konden houden in ons huis, stond dochter Pien met tranen in haar ogen naast mijn bed. ,,Ik moet in quarantaine omdat iemand van circus positief getest is.”  Doordat iemand anders corona had miste zij een training, mocht niet naar school en moest ze haar baantje bij de supermarkt ook afzeggen. En ze voelde zich gewoon goed! Ook mijn man twijfelde of hij wel mocht gaan werken. Pas toen mijn uitslag negatief was wist hij dat hij weer aan de slag kon. Kortom, ons hele gezin was even flink ontregeld.

Ik voel me gelukkig weer goed en zal er de komende tijd alles aan doen om de kans op verkoudheid, griep of corona zo klein mogelijk te houden. Maar gezien mijn ervaring ben ik bang dat we dit de komende maanden nog wel vaker mee zullen maken. Het wordt een lange winter.

Van Wij Amersfoort naar ieder voor zich…

Zal ik nog naar de markt voor een bos bloemen? Die vraag heb ik me de afgelopen maanden meerdere keren gesteld. Eerst wist ik niet waar de bloemenkramen stonden en nu ik weet dat ze op het Havik staan blijkt een ritje naar die locatie niet in mijn systeem te zitten. Wij, van de bloemenkramen merken het ook. ,,Vroeger was de bloemenmarkt op het Havik een begrip maar nu lijkt het erop alsof veel mensen ons niet meer weten te vinden. Onze omzet gaat niet zo lekker op de zaterdag.” De bloemenkramen waren verplaatst om de 1,5 meter te kunnen garanderen op de Hof. 

De cafés op de Hof mochten als compensatie voor de 1,5 metermaatregel hun terrassen uitbreiden. Naast het verplaatsen van de bloemenkramen op zaterdag werd ook de hele vrijdagmarkt verplaatst. Die moest naar het Eemplein en de Koppel. En wat denk je? Ook Wij, van de vrijdagmarkt merken dat de Amersfoorters de weg naar hun kraam niet kennen. Ze willen weer terug naar de Hof. Daar blijft het niet bij want sinds de vrijdagmarkt verplaatst is zien ook Wij, van de samenwerkende ondernemers Krommestraat  hun omzet dalen. 

Of de verschillende belangen te overbruggen zijn is nog maar de vraag. Want waar de marktkooplieden terug willen naar de Hof willen de ondernemers rond de Hof juist dat ze ruimte blijven houden voor hun terrassen. Sterker nog Wij, de Vereniging Horeca Hof heeft grote plannen voor de winter. Ze willen het liefst grote terras-overspanningen met warmtelampen en daar passen markten niet bij. Zij hopen dat de tijdelijke marktverplaatsing permanent wordt.

Veel partijen, veel belangen, veel ontevredenheid. Ik heb het idee dat Wij Amersfoort, voor iedereen niet meer bestaat. Het is ieder voor zich geworden. Wij, burgemeester Lucas Bolsius zal binnenkort knopen moeten doorhakken. Ik heb nog een tip. Bolsius kent de standpunten van de ondernemers, maar misschien kan hij ook onderzoeken wat Wij, burgers van Amersfoort er eigenlijk van vinden. 

Ik ben zelf vrij laks…

,,Ik heb morgenochtend een afspraak.” Dochter Pien komt de kamer binnen waar ik op dat moment zit te werken. Verbaasd kijk ik op: ,,Wat bedoel je?”

Pien vertelt dat ze een half uur aan de telefoon heeft gezeten om een afspraak te maken voor een coronatest bij de Rijtuigenloods. Toen ze er eindelijk door was, had ze ons mailadres wel tig keer moeten spellen, want door haar verkoudheid klonk de f als een s en andersom.

Ik moet even schakelen. Pien is al een paar dagen verkouden. Ze heeft last van keelpijn, een droge hoest en is wat snotterig, maar ik maak me geen zorgen. Ik heb er niet aan gedacht om haar te laten testen, maar Pien wil zekerheid. Prima natuurlijk. Rutte zei immers: Doe niet te stoer, blijf thuis bij verkoudheid en laat je ook bij milde klachten testen. Maar het zit nog niet zo in mijn systeem.

Terwijl ik naar de keuken loop voor een kop koffie, zie ik mijn man zitten. Ik had hem niet thuis verwacht. ,,Ik dacht dat je naar je moeder zou gaan om plantjes te kopen voor op het balkon”, zeg ik. Het antwoord is meer dan duidelijk: ,,Ik ga natuurlijk niet naar mijn 87-jarige moeder terwijl we de uitslag van de coronatest van Pien nog niet hebben.”

Daar zit wat in. Ineens denk ik aan mijn werkafspraak de volgende dag met vier leuke oudere dames. Zij zitten in de kwetsbare leeftijd en ik wil ze graag zien en spreken, maar of dat nu wel zo verstandig is? Volgens de regels mogen we wel naar buiten mits we zelf maar niet verkouden zijn, maar ik besluit toch een collega in te schakelen om met de dames te gaan koffiedrinken. Jammer dat ik er niet bij kan zijn.

Het is maar goed dat we niet allemaal zo laks zijn als ik ben, want dan zou het virus zomaar weer de kop op kunnen steken. Het dilemma ‘wel of niet laten testen’ zal wel vaker ter sprake komen, helemaal wanneer het straks weer herfst wordt.

Een paar dagen later wordt Pien gebeld. De opluchting is van haar gezicht af te lezen. Geen corona. Precies wat ik dacht.

IMG_6687

Hou op met al die regels!

Wat een teleurstelling. Het etentje in de Mannenzaal is afgelast. Mijn man en ik hadden ons er zo op verheugd. Lekker eten in een mooie ambiance, helemaal coronaproof. We wilden hiermee onze lokale ondernemers steunen, maar helaas. Hoewel alle vergunningen kloppen past het diner niet binnen het bestemmingsplan. Hallo gemeente…het is crisis!

Veel ondernemers hebben creatieve oplossingen verzonnen om ondanks alles hun hoofd boven water te houden. Zo zijn bij Queens tijdelijk mondkapjes te koop. Ideaal wanneer je geen knoop aan kunt naaien en niet zo’n handige schoonzus hebt als ik. Johnny’s Burger Company aan de Stadsring maakte ook van de nood een deugd en plaatste een ijscorner voor de winkel. De heiligenbeelden die over zijn bij cafe ’t Nonnetje worden binnenkort te koop aangeboden in een tijdelijk curiosawinkeltje in het restaurantgedeelte en Flint start met Festival Sessies op hun terras. Kortom; ondernemers zitten niet stil, ondanks alle beperkingen.

Maar het lijkt wel alsof ze niet altijd alle ruimte krijgen van de gemeente. Waar de een wel een live-concert mag organiseren, wordt het bij de ander verboden. Terwijl de een wel een winkel mag beginnen in zijn café, mag de ander geen diner organiseren omdat dat niet binnen het bestemmingsplan past. Volgens mij is het nu niet de tijd om alle regels en de vergunningen onder een vergrootglas te leggen.

Het kan toch niet de bedoeling zijn dat regels creatieve ondernemerschap in de weg zitten waardoor een hardwerkende ondernemer uiteindelijk failliet gaat? Dat kost de gemeente op langere termijn toch veel meer geld? Wat heb je aan het strikt handhaven van vergunningen wanneer die geen positieve bijdrage leveren tijdens deze onverwachte crisis? Juist nu moeten alle kansen die er liggen gepakt worden.

Alleen samen krijgen we corona  onder controle. Samen. De inwoners van Amersfoort, de lokale ondernemers én de gemeente. Maar wat meer flexibiliteit is dan wel op zijn plaats.

IMG_5604

Hou op met betuttelen van ouderen!

,,We zaten lekker te kletsen en toen werden we gevraagd weg te gaan, want we waren te zichtbaar voor de mensen binnen.” Het stoom komt uit de oren van mijn vriendin. Ze had een boodschap gedaan voor een mevrouw die in een woonzorgcentrum woont.  Na tien weken mocht mevrouw eindelijk naar buiten en konden ze elkaar zien zonder glas ertussen. ,,Omdat ik geen familie ben mag ik niet op bezoek en ook mochten we niet samen in de tuin zitten.” Mijn vriendin wordt steeds bozer. ,,Dus we zaten even op het bankje naast de ingang, maar toen kwam de directeur en moesten we alsnog ergens anders naar toe.”

Het lijkt me niet makkelijk, tijdens deze crisis directeur te zijn van een woonzorgcentrum of verpleeghuis. Je wil natuurlijk voorkomen dat dat virus zich gaat nestelen in je instelling en je zit vast aan de regels van de overheid, maar om deze groep ouderen zo te betuttelen vind ik mensonterend. De hoeveelheid aan regels is ongehoord. Als familie moet je in een keer voor drie weken afspreken, een vast familielid mag maximaal twee keer per week komen en de instelling bepaalt het tijdstip.  Wat een gedoe, wat een frustratie.

Moet je nagaan. Ben je tachtig, was je altijd zelfstandig en dan raak je de regie over je eigen leven volledig kwijt. Zit je min of meer opgesloten op je kamer, moet je wachten op het enige familielid dat binnen mag komen en ondertussen zie je op de televisie dat terrassen weer opengaan, kinderen weer naar school kunnen, sportscholen weer aan de slag mogen. Dan voel je je toch volkomen genegeerd?

Er moet meer met de ouderen zelf gesproken worden. Wat willen zij? Durven ze het risico te lopen ziek te worden, blijven ze juist binnen of zit daar nog iets tussenin?  Mijn vriendin had gewoon met mevrouw in de binnentuin van de instelling moeten kunnen zitten ook al is ze geen echte dochter! Iets meer flexibiliteit lijkt me op zijn plaats? Misschien moet er meer gekeken worden naar wat wel kan in plaats van niet!

IMG_8950

 

Tips voor de wethouder

Potverdorie zeg. Je zult maar de financiën van de gemeente Amersfoort in je pakket hebben. Arme wethouder Willem-Jan Stegeman; een paar maanden geleden dacht hij nog dat de begroting redelijk op orde was, maar door de Corona-crisis moet er ineens geld uitgegeven worden aan zaken waar hij helemaal niet op gerekend had. Zo gaan er miljoenen naar de ZZP-ers in de stad, moest er geld komen voor de huur van sportaccommodaties en moeten ook andere bedrijven ondersteund worden om niet om te vallen. Het lijkt me geen makkelijke klus.

De bedrijven zelf doen natuurlijk ook hun best om met kunst en vliegwerk het hoofd boven water te houden. Maar hoe moet bijvoorbeeld theater De Lieve Vrouw overeind blijven in de anderhalve meter maatschappij? Dat gezellige, intieme pand is totaal ongeschikt om afstand te houden. Of een poppodium als Fluor, theater Flint of Kunsthal KAdE? Het zou fijn zijn wanneer de gemeente Amersfoort deze bedrijven ondersteunt zodat ze niet failliet gaan en we over een tijd weer ‘gewoon’ van het culturele aanbod kunnen genieten.

Het blijft natuurlijk puzzelen waar het geld vandaan moet komen. Ik heb alvast twee tips. Wacht nog met het bouwen van een nieuw stadhuis. Inmiddels zijn ook de ambtenaren handig geworden in het vergaderen via Zoom of Teams en kan er ook bij hen gedeeltelijk vanuit huis gewerkt worden waardoor nieuwbouw vooralsnog geen prioriteit heeft. En voor zaken als de afhandeling van paspoorten en rijbewijzen en het houden van raadsvergaderingen is al maanden een mooi pand beschikbaar. Midden in de stad. Het pand van Hudson Bay. Met drie ingangen, meerdere etages en verschillende grote ruimtes die helemaal in te richten zijn op onze nieuwe anderhalve meter maatschappij.

En stop met de bouw van de Westelijke rondweg. Er blijven bij het niet doorgaan van de weg miljoenen over die gebruikt kunnen worden voor bijvoorbeeld de culturele sector. Want nu gebleken is dat veel mensen thuis kunnen werken zal er nog minder verkeer over de weg rijden dan verwacht. En het was er al niet zo druk. Wie nu nog voor de rondweg gaat heeft de afgelopen weken onder een steen gelegen en is niet klaar voor het nieuwe normaal. Toch, wethouder Stegeman?

IMG_0849