Wakker in een vreemde wereld

IMG_2541Dat moment van wakker worden, dat je nog niet helemaal weet hoe het ook alweer zit. En daarna weer dat besef; o ja. Corona. De wereld is veranderd. En hoe! Moet hebben gedroomd. Moet hebben geslapen. Moet hebben gewandeld. In een droom dat ik sliep. En alles was simpel. En iedereen aardig. Moet hebben geslapen. Tot iemand me riep. Huub van de Lubbe zong het vaak tijdens concerten van De Dijk. En ik zong het keihard mee. Gewoon in de Flint. Staand tussen enthousiaste stadgenoten. Zij aan zij. Onbezorgd. Zouden we in de toekomst ooit weer op zo’n manier naar een concert kunnen gaan?

De wereld is veranderd en we hebben amper tijd gehad om eraan te wennen. Het is nu al bijna niet meer voor te stellen dat we twee weken geleden nog gewoon op een terrasje zaten. Dat we de stad inliepen en kochten wat we nodig hadden, en nog veel meer. Dat we plannen maakten voor vakanties naar verre landen. Dat we naar de film gingen en feestjes vierden. Het lijkt inmiddels al zover weg terwijl het nog maar een week geleden is dat premier Rutte vertelde dat grote evenementen moesten worden afgelast. Daarna volgde het sluiten van de scholen en misschien zit binnenkort het hele land zelfs op slot.

Opstaan en snel! Geen tijd te verliezen. Een foute beweging. Is mogelijk fataal. Het is hard tegen hard. Tanden of kiezen. Dood aan het middel. Of dood aan de kwaal. De onzekerheid slaat toe. Wat komt er nog op ons pad? Wie overleeft het en wie gaat het niet redden? En hoe moeten we daar mee dealen? En ik werd wakker in een vreemde wereld. Wat gebeurt hier allemaal? Wakker in een vreemde wereld. Met vrouwen van ijzer en mannen van staal.

 Een gek idee dat dit niet alleen gebeurt in Amersfoort, Leusden of Soest. De hele wereld staat op zijn kop.Dit komt nooit meer goed. Dit komt nooit meer in orde. De verwarring is groot. En de wortel zit diep. Moet hebben gedroomd. Zal nooit meer zo worden. Zal nooit meer zo zijn. Als in die droom dat ik sliep. Ik kijk nu al uit naar het eerstvolgende concert van de Dijk. Daar wil ik bij zijn. Dan zing ik dit lied keihard mee.

 

 

Gestoord!

,, Ik heb het geprobeerd, gedaan wat ik kan. Maar alles gaat verkeerd ik ben ook maar een man…” Huub van der Lubbe schittert in het licht. Wat een gaaf optreden in Fluor! En wat een mazzel dat meneer Enzofoort net op tijd kaartjes heeft kunnen kopen want binnen no time was dit concert van De Dijk uitverkocht. Zoon Teun is ook mee. Ik kijk naar hem en bedenk me dat Teun al voor zijn geboorte kennis had gemaakt met deze Nederlandse band. Ik was zes maanden zwanger toen ik de bas tot op mijn stuit voelde tijdens een optreden in de Flint.

Voor me staat een vrij grote man het hele nummer op zijn mobiel op te nemen. In plaats van dat ik naar Huub kijk in zijn gekleurde pak, zie ik een arm met een mobieltje. Ik kan er niet omheen; wat leidt dat ontzettend af. Zal ik er wat van zeggen? Mijn buurman is mij voor en vraagt of de man zijn mobieltje weg wil stoppen. Hij doet het. Eventjes.

Hij is niet de enige die foto’s staat te nemen of hele nummers filmt. Er staan zelfs een paar dames in een onmogelijke houding met hun rug naar de band selfies te nemen. Ondertussen proberen ze Huub van de Lubbe ook op de foto te krijgen. Heel de zaal kijkt naar hen.

Het volgende nummer is alweer ingezet; ,, laat het vanavond gebeuren, laat het vanavond zo zijn…” Huub zingt wat ik denk. Geniet NU van het optreden in plaats van straks! Ik pleit voor een foto-momentje. Voor een nummer waarop iedereen zijn mobiel mag pakken. Maar daarna moet het uit zijn, is dat nu zo moeilijk?

Ineens begrijp ik waarom de man voor mij zoveel van het concert op staat te nemen. Zijn  vriendin kan het podium amper zien. Ze staat vooral tegen zijn rug aan te kijken. Als ze straks thuis zijn pakt hij vol enthousiasme zijn mobiel. Dan ziet zij ook waar wij naar gekeken hebben. Misschien realiseert ze zich dan dat haar vriend wel heel onaardig deed door voor haar te gaan staan en concludeert ze ,,Ik kan het niet. Ik kan er niet omheen”.

Zevende Hemel

De telefoon gaat. Ik praat kort met Marcoen die bij de Flint in de rij staat voor een concert van De Dijk. Een uitverkocht concert. Toch had hij via twitter een kaartje kunnen regelen voor zichzelf en nu had hij ook een kaartje kunnen krijgen voor Pim.

Ik kijk naar mijn elf-jarige zoon en vraag hem of hij zin heeft om naar De Dijk te gaan. Pim schrikt, hij wist van niets. Een mengeling van verlangen en spanning zie ik op zijn gezicht. Schoenen aan, jas aan en gaan. Een beetje onverwacht.

Hoe zal hij het vinden? Zijn ‘eerste’ concert van De Dijk, de band waar wij zo van houden. De liedjes die Pim feilloos mee kan zingen. Het wordt vast een ervaring die hij zijn leven lang niet vergeet.

Meer over Pim en De Dijk kun je lezen in mijn weblog van 8 juni “We beginnen pas”