“Wil jij voor het AD een stuk schrijven over Gerrit?”, vroeg Wichard me laatst terwijl we op het schoolplein stonden. Onze dochters zitten in dezelfde klas en Wichard, die bij het AD werkt, had mijn blog over Gerrit gelezen. Het leek me een mooi eerbetoon en na een avondje kletsen met Gerrit zijn broer Wim kwam ik op de volgende tekst. Vandaag stond het stuk in de krant bij de rubriek “Van Wieg tot Graf”.

Gerrit Mol (1961-2013)
Het was zo’n vertrouwd beeld in de wijk: Gerrit Mol die met zijn onafscheidelijke kratje Heineken achterop richting de supermarkt fietste. Buurtbewoners realiseren zich dat ze dat nooit meer zullen zien, want op 51-jarige leeftijd overleed Gerrit. Hij stierf in het huis waar hij bijna zijn hele leven lang heeft gewoond; Kruiskamp 39.
Een jongen van de straat is Gerrit. Als hij een jaar of twintig is, is hij vaak te vinden op de Conincksbrug, bij de Scheltussingel. Daar wordt hij op een dag door zijn vrienden uitgedaagd om in het water te springen, de beloning is een biertje. “Dat de vaart vol lag met oude fietsen, stenen en glas deerde hem niet; voor een biertje had hij alles over.” vertelt zijn broer Wim, die zich die duik nog levendig kan herinneren.
Verliefd
Gerrit wordt verliefd op een collega bij schoensmeerfabriek Erdal, de latere Prodentfabriek. Hij trouwt met haar en ze gaan in het Soesterkwartier wonen. Op zijn vijfentwintigste wordt Gerrit voor het eerst vader van dochter Ashley. Later komen daar nog een dochter en een zoon bij. Door zijn drankgebruik en zijn soms onvoorspelbare karakter loopt zijn huwelijk stuk en verloopt het contact met zijn kinderen moeizaam. Dat vindt Gerrit verschrikkelijk, want zijn kinderen betekenen veel voor hem. Na zijn scheiding, woont hij eerst op zichzelf, maar na een tijdje gaat hij weer op de Kruiskamp wonen met zijn broer Wim, zijn moeder Toni en ‘Rambo’ , een Yorkshire Terriër. Zijn broer Joop en zijn zussen zijn het huis al uit, zijn vader is dan al overleden.
In 2001 gaat ‘Rambo‘ dood. Zijn broer Wim: “Kort daarna komt Gerrit binnenstappen met ‘Fungus’, zonder overleg met mij of mijn moeder. Wat wij ervan vonden kon hem niets schelen”. ‘Fungus’ is een Amerikaanse Bulldog. Gerrit is enorm gehecht aan ‘Fungus’ en heeft tijdens de wandelingen met zijn hond veel aanspraak. ‘Fungus’ krijg een nest puppies en uit dat nestje houdt Gerrit ‘Bikkel’. Als Fungus in 2010 overlijdt is Gerrit een tijdlang ontroostbaar. ‘Bikkel’ wordt sindsdien extra verwend met chocoladekoeken, ham, kaas en zelfs chocoladevla.
Omdat er veel geld opgaat aan drank -een kratje per dag- en Gerrit niet heel handig is met geld komt hij vaak tekort; in de hele wijk heeft hij leningen lopen. Maar het moet gezegd; Gerrit betaalt altijd alles tot op de cent terug. Wim: “Gerrit vond dat hij het goed aanpakte. Als die reclame op de radio kwam van ‘lenen kost geld’ zei Gerrit altijd ‘daar heb ik geen last van. Als ik van de buren leen is dat gratis”.
De voetbalcompetitie zorgt voor veel hilariteit in de straat. Gerrit is een fervent Ajax-aanhanger en met buren -die voor ondermeer PSV, Utrecht en Feyenoord zijn- wordt de competitie uitgebreid besproken. Buurman Marcoen Hopstaken: “Als Feyenoord weer een keer verloor van Ajax en de telefoon ging dan wist ik al hoe laat het was. Soms had ik geen zin om op te nemen, als ik het wel kon opbrengen dan spraken we over de wedstrijd. Altijd met respect. Gerrit heeft ook wel eens een pakje zakdoekjes op mijn raam geplakt, om me te troosten”.
Tatoeages
Hoe groot zijn liefde voor voetbalclub Ajax is blijkt wel uit het feit dat hij aan de binnenkant van zijn onderlip de naam van de club heeft laten tatoeëren. Dat is niet de enige tatoeage die hij heeft. In zijn nek heeft Gerrit een afbeelding van een mol, wat refereert aan zijn achternaam. Verder heeft hij ondermeer een afbeelding van een stierenschedel op zijn borst en staat er, bij wijze van grap, boven zijn navel de tekst: inhoud 30 liter.
Van buiten ziet hij er stoer en woest uit, maar ergens is Gerrit ook een vriendelijke en attente man. Zo koopt hij voor kinderen in de buurt cadeautjes voor hun verjaardag. Soms komt hij met grote cadeaus aan en geeft dan meteen het bonnetje erbij zodat het duidelijk is dat het cadeau echt is gekocht en niet van ‘een vrachtwagen was gevallen.’
Rond 2004 moet Gerrit een paar maanden ‘brommen’. Waarom hij moest zitten is bij zijn naaste familie nog steeds niet helemaal duidelijk. Zijn broer Wim over die periode: “Gerrit wilde er nooit over praten. Hij hield van provoceren en was erg impulsief, daardoor kwam hij soms in de problemen.”
De dood van zijn oudste dochter Ashley, die in februari op 25-jarige leeftijd sterft aan kanker, zorgt voor een ommekeer. Gerrit is er kapot van en gaat meer en meer drinken. Hij en de hond komen alleen nog buiten voor het hoognodige. Gerrit verzorgt zichzelf steeds slechter en een paar weken voor zijn dood moet hij zijn kleine teen laten amputeren. Nog vol met morfine gaat hij vlak na die operatie op de fiets richting supermarkt met zijn lege kratje, maar de winkel haalt hij niet want aan het einde van de straat gaat hij onderuit. Hij wordt die middag door een ambulancebroeder naar huis gebracht. Daarna is hij nog amper naar buiten gegaan. Zijn bier en shag worden gehaald door buren of vrienden, eten doet hij bijna niet meer.
Vlak voor Gerrit sterft betaalt hij -voor zover bekend- alle schulden af bij buren en vrienden. Hij voelt dat hij niet lang meer zal leven en belt verschillende mensen. Tegen een buurvrouw zegt hij drie dagen voor zijn dood: ‘als het mijn tijd is, is het mijn tijd, maak je maar geen zorgen’. In de nacht van donderdag 5 op vrijdag 6 september is het zijn tijd. Midden in de nacht overlijdt Gerrit, zittend op de bank. Zijn hond Bikkel ligt vlak naast hem, de televisie staat aan en zijn laatste biertje staat nog op tafel.
Gerrit zou vandaag 52 jaar zijn geworden.