,,Je kust me, je sust me, omhelst me, gerust me…” De stem van Pien klinkt helder, haar gitaarspel is subtiel. Ze zingt het nummer van Maaike Ouboter. Loepzuiver, met grote overtuiging. Naast me zitten Teun en meneer Enzofoort. Ik kijk achter me. Mijn moeder, broer en zijn vriendin zijn er ook. Op het balkon mijn vriendinnen. Verder veel familieleden.
,,Met je krullen als nacht, hoe je praat hoe je lacht”, Pien zingt verder. Het is muisstil in de zaal. Iedereen luistert. Bijna iedereen. Juist degene voor wie ze dit lied zingt hoort haar niet. Haar opa Cees. Hij ligt in de kist die naast Pien staat. Achter me hoor ik mensen snikken. Het liedje komt binnen.
Het was een bizarre week. Ik heb hem in een roes beleefd. Het telefoontje dat het slecht ging met Cees, zijn dode lichaam op het ziekenhuisbed, het uitzoeken van foto’s, het bedenken van de tekst op de kaart en nu de uitvaart.
Pien haalt adem en zingt: ,,Ik aai je, ik streel je, ik knuffel en kroel je…” Mijn gedachten gaan terug naar die ochtend. Naar mijn schoonmoeder. Hoe ze op haar tenen moest staan om over de rand van de kist haar man te kunnen kussen. Voor de laatste keer. Afscheid nemen, na zestig jaar samen. Het raakt me diep.
,,Maar houd me vast als het nodig is”, Pien kijkt me vluchtig aan terwijl ze verder zingt. Wat hebben we elkaar vastgehouden! En gemerkt hoe belangrijk kennissen, vrienden en familieleden zijn. Tientallen mensen kwamen thuis bij Cees afscheid van hem nemen. Kannen koffie gingen er doorheen. Zijn hele leven kwam voorbij. Oude vrienden, nieuwe buren, verhalen die ik voor het eerst hoorde, anekdotes die ik al kende.
,,Maar al denk ik soms dat het zo beter is, kan ik het niet helpen dat ik je zo mis.” Mijn schoonvader Cees was op. Vijfentachtig jaar is hij geworden, maar de laatste drie jaar waren zwaar. Voor hem, voor mijn schoonmoeder. Zijn energie werd minder, regie houden lukte niet meer. Er zaten steeds minder krenten in zijn havermoutpap.
De laatste regels van het lied klinken. ,,Je blijft heel dichtbij me, maar in mijn hoofd rust je.” En zo is het. Dag Cees!