Foutje…. Bedankt!

Oh, wat heb ik een domme fout gemaakt. Op 24 februari schreef ik over de kunstwerkjes van mijn dochter en zoon. Zij hebben beide tijdens een cursus van “Scholen in de Kunst” hun knuffel nagemaakt. Tenminste… ik dacht dat het ging om hun knuffel. Maar toen ik het er met Puck over had vertelde ze me dat zij niet haar knuffel “Puh” had nagemaakt, maar haar pop “Anna”. Ik heb de pop er even bij gepakt en snap nu ook waarom het beeldje niet echt leek op haar knuffel. Let op het ronde mondje, en de voeten en handen. Het is duidelijk, ik zat er helemaal naast. Dus: Bovenste plaatje klopt, onderste niet….

AfbeeldingAfbeelding

 

Talent? Ehh…

Afbeelding

En nu? Ik kijk naar het kunstwerk in mijn handen. Natuurlijk weet ik wel wat het moet voorstellen; Pims knuffel “Oscar” nagemaakt in klei. Hoe oud zou Pim zijn geweest? Ik schat een jaar of vijf, toen deed hij mee aan “De Hoge Hoed” van Scholen in de Kunst in Amersfoort.  Twee jaar later deed Puck hetzelfde. Zij boetseerde haar knuffel “Puh”.

Afbeelding

En nu zit ik dus met twee kleiwerkjes die jarenlang in verschillende kasten stonden. Eerst natuurlijk flink in het zicht, maar naarmate de tijd vorderde verhuisden ze steeds naar een minder zichtbaar plekje. En vandaag vond ik ze achter wat boeken in de boekenkast boven. Opruimen van een kast is in het begin leuk, maar aan het eind houd je altijd een paar dingen over waarvan je niet precies weet wat je er mee moet doen. Iemand een suggestie?

Pelikaan

“U bent hier vandaag voor de twintigste keer dus je mag een cadeautje uitzoeken”. Wat, al voor de twintigste keer! Ik kan me dat gewoon niet voorstellen. Als je het me zou hebben gevraagd zou ik hebben gezegd, zo’n twaalf, dertien keer. “Wil je een beker, een speldje of een knuffel”. Ik antwoordde “helemaal niets”. De vrouw achter de balie keek me teleurgesteld aan. “Doe dan toch maar een knuffeltje” zei ik. “Kan ik altijd wel iemand blij mee maken.”. En nu ben ik dus in het bezit van een pelikaan-knuffel.

Jarenlang dacht ik er al aan om bloeddonor te worden, maar het kwam er maar niet van. Tot ik op een dag gewoon ging. Na twee keer bloed doneren werd me gevraagd of ik geen plasmadonor wilde worden, want mijn aderen waren zo makkelijk te prikken. Omdat plasma doneren minder impact heeft op je lichaam mag je het elke maand doen en bloed geven mag je als vrouw drie keer per jaar doen. Bij plasma-ferese duurt het ruim een half uur terwijl bloed geven tien minuutjes duurt. Je bloed wordt namelijk gescheiden in een soort centrifuge. Het plasma komt in een zak en het rode deel van je bloed wordt weer teruggepompt.

 Ik vind het geen opgave. De prik kan flink zeer doen en ook het eruit trekken voelt niet echt fijn, maar het is voor een goed doel. Kortgeleden realiseerde ik me dat mijn broer ook ooit is geholpen door mensen die hun plasma hebben afgestaan. Hij had het syndroom van Guillain Barré, een zenuwaandoening waar je verlammingsverschijnselen bij kunt krijgen. Ik heb ook ooit een cliënt gehad die in het ziekenhuis acht zakken bloed had gekregen, zonder die zakken had hij het toen niet overleefd (hij is later alsnog overleden, maar dat lag niet aan die zakken bloed) En toen een vriendin laatst vertelde dat ze ook een bloedtransfusie had gehad wist ik helemaal dat het goed zat. Dus bij deze een oproep; ga er gewoon naar toe. Je wordt vertroeteld, krijgt koffie,soep of fris, je kunt kiezen uit verschillende koeken, je onthaast en als het meezit krijg je ook nog zo’n mooie knuffel…..

Afbeelding