Loslaten

Eén jaar was hij. Meneer Enzofoort en ik gingen een paar dagen naar het Oerolfestival. Teun bleef bij Pake en Oma. Ik durfde hem los te laten omdat ik wist dat hij goed werd opgevangen. Een grote stap voor mij. Een klein stapje voor Teun.

Ruim drie jaar later wapperden zijn haren in de wind. Voor het eerst op de fiets zonder zijwieltjes. Ik rende achter hem aan. Toen hij genoeg vaart had liet ik los. Teun reed wel in het gras zodat hij niet zo hard zou vallen wanneer hij uit zijn evenwicht zou raken. Zijn blik toen hij merkte dat hij kon fietsen was onbetaalbaar.

Tien jaar was hij. Hij reed voor mij op de fiets. Al lang zonder zijwieltjes, maar ook zonder handen aan het stuur. Ik had hem al een paar keer gewaarschuwd. Voelde me een zeur. Ik moest hem leren loslaten. Nog geen minuut later lag hij op de stenen. Zijn heup geschaafd, zijn ego kleiner dan de anderhalve meter die hij mat. Hij had losgelaten, maar het was fout gegaan.

Toen hij een jaar of elf was kwam de overbuurman naar me toe. Of ik Teun niet meer op het dak wilde laten spelen. Wat wij niet wisten was dat onze zoon af en toe op de nok van het dak zat. Zwaaiend met zijn houten zwaard alsof hij een stoere strijder was. Typisch Teun. Stel dat hij had losgelaten.

Hij was 14 en ging een week zeilen. Zijn tas had hij zelf ingepakt. Geen zoen bij het afscheid, maar een snel knikje en een ‘doei’. Ik moest hem loslaten. Na die week kwam hij anders terug. Ouder, sterker. Mooi om te zien. Ik was trots op mezelf en ik had het idee dat ik het best goed kon; loslaten.

Hij is bijna 17. We gaan binnenkort met zijn vieren op vakantie. Ik kijk deze week met andere ogen naar Teun. Juist deze week heb ik mij gerealiseerd dat je je kind niet overal voor kunt behoeden Zo kan je zoon denken dat hij de veilige weg bewandelt en wordt dat hem juist fataal. Valt hij en ben je er niet om hem op te vangen. Sta je met lege handen.

IMG_4861

 

Het grote loslaten….

IMG_4862Het is stil op de weg. De klok op het dashboard geeft 0.54 aan. Nog één rotonde en ik ben bij het Vathorst College. Terwijl ik de bocht neem zie ik de contouren van drie mensen. Mijn zoon Pim zit naast zijn tas, zijn blonde haar valt op in het donker. Naast hem staat een volwassene. Verderop staat nog iemand tegen de muur geleund, zijn houding straalt ergernis uit. Ik stop de auto en stap uit. Eigenlijk moet ik wel lachen; Pim is de allerlaatste die wordt opgehaald. De andere leerlingen zijn al weg. Het verbaast me niets.

Twee dagen was hij met zijn klasgenoten naar Parijs geweest en de leerlingen zouden hun ouders bellen op het moment dat de rit nog ongeveer een half uur zou duren. Ik zat vanaf elf uur klaar. Even na half één belde Pim; ,,Mam, ik sta al op school. Mijn telefoon was niet opgeladen en ik had je nummer niet. ”. Typisch Pim. Ik ben meteen in de auto gestapt en hier sta ik dan. Super dat Luuk, één van de docenten, is blijven wachten. Net als de conciërge van school. Ik ben blij dat Pim er niet alleen stond. Dat ik een beetje baal van het feit dat ze op Pim hebben moeten wachten moet ik loslaten.

Over loslaten gesproken; het is me best goed gelukt. Terwijl Pim zijn tas aan het inpakken was heb ik me stil gehouden. Ik had honderdduizend adviezen willen geven maar heb alleen gezegd dat hij op zijn portemonnee moest letten. En het was vooral meneer Enzofoort die zich de afgelopen dagen hardop afvroeg hoe het met Pim zou zijn. Nu zit mijn zoon naast me in de auto, midden in de nacht. Vol verhalen over hoe leuk het is geweest. ,,Ik vond die kerk op de berg echt heel mooi en er was ook een lange glijbaan maar daar hadden we een kaartje voor moeten kopen beneden.” Ik begrijp niet alles van zijn verhaal maar ben blij dat hij zo enthousiast is.

Trots kijk ik naast me. Dertien jaar inmiddels. Hij groeit op, ik word wijzer. Hij zoekt zijn eigen weg, ik laat hem los. Hij gaat zijn gang, ik probeer hem op koers te houden. Al dertien jaar werk ik hard aan mezelf om hem los te laten. Van de eerste keer alleen naar de speeltuin tot nu twee dagen naar Parijs. En dit is nog maar het begin. Het is stil op de weg. Pim  kletst honderduit.

Kris en Lisanne

(AD 27-06-2014)

Afbeelding

Tranen springen in mijn ogen. Ik lig in bed en ben net wakker geworden door de wekkerradio. Tijdens het nieuws valt de naam Kris Kremers; het is duidelijk dat ook zij niet meer leeft. Langzaam biggelt een traan over mijn gezicht. Ik veeg met mijn hand de traan weg. Het is raar om te huilen om de dood van twee meiden die ik eigenlijk helemaal niet ken.

Tot begin april had ik nooit van Kris en Lisanne gehoord, kende ik hen niet. Door de interviews met hun ouders, de verhalen in de krant en de aandacht op televisie kreeg ik steeds meer een beeld van wie ze waren. Dat ze uit Amersfoort komen zorgt ervoor dat ze nog dichterbij kwamen. Het lijkt wel of bijna iedereen op de één of andere manier gelinkt is aan hen. Zo zat Lisanne op de school waar mijn dochter nu zit en kent een collega een vriendin van Kris.

Kris en Lisanne; twee meiden in de bloei van hun leven. Het brengt me terug naar september 1992. Mijn vriendin Elsa en ik gingen na onze studie Journalistiek samen naar Australië. We hadden dezelfde leeftijd als Kris en Lisanne Met onze rugzakken om, gezonde spanning in ons lijf en onze familie om ons heen namen we afscheid op Schiphol. Ruim elf maanden later kwamen we weer terug, vol verhalen. We reden met een oud VW-busje door de woestijn, doken tussen de haaien in zee en wandelden door prachtige natuurgebieden. We kwamen bijzondere mensen tegen en werden volwassen. Kortom: we hadden de reis van ons leven gemaakt.

De familie van Kris en Lisanne hebben hun dochters waarschijnlijk ook uitgezwaaid op Schiphol, niet wetend wat voor verschrikkelijke tijd voor hen zou aanbreken. Van het moment dat duidelijk werd dat de meiden niet terug waren gekomen in hun hostel tot het moment dat de ergste nachtmerrie waarheid bleek. Bijna drie maanden in onzekerheid leven, het is gewoon niet voor te stellen.

Stel dat Pien over een jaar of tien thuis komt met het idee om te gaan reizen met haar vriendin. Dat ze vol enthousiasme vertelt over de tocht die ze wil gaat maken. Ik hoop dat ik dan positief kan reageren, net zoals mijn moeder destijds deed. Ik hoop dat ik mijn dochter dan los kán en los dúrf te laten. Eén ding weet ik zeker. Wanneer ik mijn dochter uitzwaai op Schiphol zal ik altijd even denken aan Kris, Lisanne en aan hun ouders.

Zon, zee en boegbeeld

Afbeelding

“Heb je zin om in eind September mee te gaan zeilen in het water rondom Corfu?”, dat vroeg een goede vriendin van me een paar maanden geleden. Ik hapte letterlijk naar adem en wist even niet wat ik zou antwoorden. “Denk er maar over na. Je hoeft alleen voor je eigen vliegticket en je maaltijden en zo te zorgen”. Mijn gedachten gingen alle kanten op; Hoe moet het dan met Marcoen en de kinderen, ik kan niet zeilen, kan ik wel weg van mijn werk, dan moet ik vliegen, durf ik eigenlijk wel…. Maar het sterkste gevoel was: Ja, ik wil! Het was op dat moment koud en nat buiten en ik zag de zon en blauwe lucht en zee al voor me. Ik heb niet meteen toegezegd, maar na overleg met Marcoen heb ik de knoop snel doorgehakt. 

Waarom ik vooral aarzelde was het feit dat ik mijn man en kinderen een week niet zal zien. Sinds ik kinderen heb ben ik af en toe een nachtje weggeweest maar dat was bij hoge uitzondering. Marcoen en ik zijn –toen Pim een jaar was- drie dagen naar het Oerolfestival geweest zonder Pim en ik weet nog hoe moeilijk ik dat vond. Toen we terugkwamen wilde hij het eerste half uur niets van ons weten en bleef hij bij oma Nelletje en Pake in de buurt. Ik was gewoon opgelucht toen hij na dat half uur weer naar ons lachte en weer contact zocht.

Nu ga ik dus een week weg voor mijn eigen plezier, genieten van zeilen, zon en goed gezelschap. Ik realiseer me ineens dat ik vaker gezeild heb dan ik dacht toen mijn vriendin me belde; als 10-jarige een weekendcursus in Friesland, met de examenklas van de middelbare school heb ik gezeild rondom de Waddeneilanden, met mijn beste vriendin een paar dagen bij de Whitsundays in Australië, een week in de wateren rondom Turkije toen ik zo’n 24 jaar was. Kortom; zeilervaring genoeg, hoewel een groot deel van het werk toen verzet werd door anderen. Ook nu zullen mijn vriendin en haar vriend het meeste werk verzetten. Ze hebben inmiddels hun ‘CWO2 Kajuitjacht zeilen’ gehaald dus dat komt wel goed; ik hoef alleen voor boegbeeld te spelen.

Met Marcoen en de kinderen komt het ook wel goed. Loslaten heet dat geloof ik. Energie opdoen voor wanneer ik terugkom, want dan gaat Marcoen een weekje weg en zal ik alle zeilen bij moeten zetten. Gelukkig weet ik tegen die tijd wel hoe ik dat aan moet pakken.

Loslaten

Wanneer mensen vragen wat voor werk ik doe dan vertel ik dat het thuisbegeleiding heet en dat het lijkt op maatschappelijk werk, maar dan echt bij mensen thuis. Om een klein beetje een indruk te geven staat hieronder een column die ik schreef voor het digitale personeelsblad voor de afdeling Maatschappelijke Zorg en Dienstverlening. 

 “Weet je, je kunt nu best zonder mijn bezoekjes,” zeg ik, terwijl ik een slok van mijn koffie neem. “Als je ziet waar je vandaan kwam en waar je nu bent dan weet je dat zelf ook”. José kijkt me wat onzeker aan. Ze weet het zelf ook, maar het is zo moeilijk om afscheid te nemen. Om dat kleine lijntje dat ik met haar heb echt los te laten. 

Een paar maanden geleden kwam ik voor het eerst bij haar thuis. Ze was moe en depressief. Wist niet hoe ze het vol moest houden met twee kleine kinderen. Had weinig sociale contacten. Langzaam kwam ze uit het dal. Ze knokte ervoor, ging naar het Riagg en volgde wat van mijn tips op.  Zo adviseerde ik haar om een kaart te sturen naar de buren toen ik zag dat die een kind hadden gekregen. Dat deed ze en nu heeft ze goed contact met diezelfde buren. Ook vertelde ik haar dat ze het goed doet met haar kinderen waardoor haar zelfvertrouwen groter werd. En verder heb ik haar gemotiveerd om eens wat leuks te ondernemen met haar man. Dat resulteerde in een gezellig gourmet-avondje. Ze is er nog niet helemaal maar haar dips zijn minder diep, en durft ze weer naar de toekomst te kijken.

En die toekomst wordt er eentje zonder mijn bezoekjes want ze begrijpt ook wel dat ik niet meer langskom wanneer we alles afsluiten. Haar man vertelde dat ze het altijd fijn vonden wanneer ik langskwam en dat ze me gaan missen en dat is wederzijds.

José is een fijne cliënte en ergens gaat onze relatie ook iets verder dan hulpverlener-cliënt. Ik weet dat dat niet hoort, maar ja….  Nu is het dus tijd om de banden door te snijden. Tijd om het vangnet achter te laten. Niet alleen moeilijk voor mijn clënte, maar ook voor mij.