Ruim die rotzooi nou eens op!

,,Dit kan niet waar zijn.” Terwijl we dichter bij de fietsbrug komen zien we steeds meer lege verpakkingen. Redbullblikjes, sigarettenpakjes, snoepzakken, chips… en nog een plastic bak met een paar overgebleven druiven.

Mijn man en ik doen een rondje ‘Hoogland West’. We lopen langs de Eem en genieten van de natuur, het water en de ochtendzon, maar we schrikken van de zooi die er achter gelaten is. We weten dat er vaak grote groepen jongeren aan de oever zitten en ik kan me voorstellen dat het heerlijk is om met leeftijdsgenoten te chillen in dit prachtige gebied, maar waarom nemen die jongelui dan niet hun zooi mee naar huis!?

Terwijl we verder lopen horen we meerdere voorbijgangers klagen over het afval. Een wielrenner roept hard: ,,Glas!” en probeert op het laatste moment nog om de glassplinters op het pad te ontwijken. Verderop schudt een skater verbaasd zijn hoofd.

,,Misschien kan ik een grijper en wat vuilniszakken meenemen de volgende keer”, verzucht ik. ,,Dit is teveel voor wat vuilniszakken”, antwoordt mijn man. Ik kijk eens goed om me heen en zie ook nergens vuilnisbakken staan. Dat zou toch best handig zijn. Aan de andere kant; de jongeren hebben de spullen ook meegenomen naar deze plek dus hoe moeilijk kan het zijn om het afval in dezelfde tassen mee terug te nemen?

,,Ik vind het al moeilijk om een appel weg te gooien en zelfs een kauwgompje spuug ik niet zomaar uit. Dat heb ik echt meegekregen van mijn ouders.”  Zegt een vrouw die ons hoort praten.

,,Tja, het zal wel niet helpen om hier een paar boa’s neer te zetten”, mijmer ik terwijl we verder lopen. ,,Misschien kunnen sportcoaches, rappers, populaire docenten, influencers, jongerenwerkers of eigenaren van jongeren-café’s  eens de koppen bij elkaar steken.” Zij zijn vaak rolmodellen van deze jongeren en hebben vast de juiste toon om hen aan te kunnen spreken. ,,Of wacht eens, misschien kunnen de ouders van deze jongeren wat betekenen. Iets met opvoeden?”IMG_1303

Loslaten

Eén jaar was hij. Meneer Enzofoort en ik gingen een paar dagen naar het Oerolfestival. Teun bleef bij Pake en Oma. Ik durfde hem los te laten omdat ik wist dat hij goed werd opgevangen. Een grote stap voor mij. Een klein stapje voor Teun.

Ruim drie jaar later wapperden zijn haren in de wind. Voor het eerst op de fiets zonder zijwieltjes. Ik rende achter hem aan. Toen hij genoeg vaart had liet ik los. Teun reed wel in het gras zodat hij niet zo hard zou vallen wanneer hij uit zijn evenwicht zou raken. Zijn blik toen hij merkte dat hij kon fietsen was onbetaalbaar.

Tien jaar was hij. Hij reed voor mij op de fiets. Al lang zonder zijwieltjes, maar ook zonder handen aan het stuur. Ik had hem al een paar keer gewaarschuwd. Voelde me een zeur. Ik moest hem leren loslaten. Nog geen minuut later lag hij op de stenen. Zijn heup geschaafd, zijn ego kleiner dan de anderhalve meter die hij mat. Hij had losgelaten, maar het was fout gegaan.

Toen hij een jaar of elf was kwam de overbuurman naar me toe. Of ik Teun niet meer op het dak wilde laten spelen. Wat wij niet wisten was dat onze zoon af en toe op de nok van het dak zat. Zwaaiend met zijn houten zwaard alsof hij een stoere strijder was. Typisch Teun. Stel dat hij had losgelaten.

Hij was 14 en ging een week zeilen. Zijn tas had hij zelf ingepakt. Geen zoen bij het afscheid, maar een snel knikje en een ‘doei’. Ik moest hem loslaten. Na die week kwam hij anders terug. Ouder, sterker. Mooi om te zien. Ik was trots op mezelf en ik had het idee dat ik het best goed kon; loslaten.

Hij is bijna 17. We gaan binnenkort met zijn vieren op vakantie. Ik kijk deze week met andere ogen naar Teun. Juist deze week heb ik mij gerealiseerd dat je je kind niet overal voor kunt behoeden Zo kan je zoon denken dat hij de veilige weg bewandelt en wordt dat hem juist fataal. Valt hij en ben je er niet om hem op te vangen. Sta je met lege handen.

IMG_4861

 

Verfrissend!

,,Wegwezen! Ze komen er aan.” Binnen een halve minuut hebben de jongeren hun badhanddoek gepakt, zitten ze op hun fiets of brommer en rijden ze nog nat van het water richting Soest. De fietsbrug bij de Malesluis ligt er weer rustig bij en de politie heeft het nakijken. Ergens snap ik die jongeren wel. Hoe gaaf is het om op een mooie zomerse dag met je vriendengroep de Eem te gebruiken als ultieme badplaats. Hoe stoer is het om met ware doodsverachting van de brug af te springen en hoe spannend is het om met zijn allen te vluchten voor de politie? Daar scoor je meisjes mee lijkt mij.

Maar het komt ook voor dat de politie niet komt opdagen en dan ligt het scheepvaartverkeer stil omdat het te gevaarlijk is de brug te openen. Een brugwachter die vanuit Weesp op afstand de brug bij de Malesluis moet bedienen helpt dan ook niet mee. De jongeren blijven doorgaan met duiken en de bootjes die er wel onderdoor kunnen durven niet te passeren omdat de jongeren van alle kanten naar beneden komen. Natuurlijk begrijp ik ook wel dat het vreselijk irritant is voor bijvoorbeeld de fietsboot wanneer je een uur voor de brug moet dobberen omdat de jongeren de brug hebben ingenomen. En natuurlijk is het gevaarlijk wanneer de waaghalzen zonder te kijken in het water springen of duiken. Je wilt toch niet meemaken dat er eentje ondersteboven op je roeiboot terecht komt of erger nog; bovenop je eigen hoofd. Toch… de politie erop afsturen zorgt volgens mij vooral voor een extra spanningselement.

De betrokken gemeenten, de provincie Utrecht, de politie en de brugwachters in Weesp houden topoverleg maar waar zijn de jongeren in dit verhaal? Ga in gesprek met de jongeren in plaats van dat je op hen jaagt. Stuur brugwachter Joop de Keijzer uit Amersfoort er op af en laat hem de jeugd op humoristische wijze vertellen waarom het zo link en vervelend is. Organiseer een wedstrijd “bommetje springen” van de brug. Verzin een creatieve oplossing! Natuurlijk staan de beste stuurlui aan wal maar If you can’t beat them, join them lijkt me hier toch wel op zijn plaats.

IMG_0947

(PS. deze foto is niet van de brug waar wordt afgesprongen, maar het plezier van deze jongens tijdens Hoppop, komt wel overeen met de lol die de jongeren hebben die van de brug afspringen)