Mooi Werk

Afbeelding

“Ik heb een kleindochter”, zegt mijn cliënte blij. Haar zoon heeft een dochter gekregen met een prachtige naam die ik, dat moet ik toegeven, alweer vergeten ben. Mijn cliënte heeft moeite met het Nederlands omdat ze tot voor kort vooral Papiaments en Spaans sprak, maar de Nederlandse gewoonten kent ze al goed en daarom stond er even later een beschuit met muisjes voor mijn neus. Het was een goed begin van een werkdag waarop er nog meer leuke nieuwtjes tot me kwamen.

Toen ik weg reed bij mijn blije oma kwam ik een oud-cliënte tegen die aan het wandelen was. Ze zag er goed uit en vertelde dat ze de baan die ze had gevonden enorm leuk vond, dat het goed ging met haar kinderen en dat ze toch echt wel uit de depressie was waar ze jaren in had gezeten; de balans was weer terug.

Zij vertelde me ook dat een vriendin van haar, ook een oud-cliënte van mij, inmiddels was vertrokken om drie maanden vanaf een boot het evangelie te verkondigen. Ik had de hele weg daar naar toe meegemaakt, maar omdat ik al een paar maanden geleden afscheid had genomen wist ik niet of mijn cliënte deze stap ook echt had gezet. Nou, dat had ze dus, want afgelopen donderdag was ze het vliegtuig ingestapt op weg naar het avontuur.

Toen ik daarna nog even langs een cliënt fietste om een nieuwe afspraak te maken vertelde hij me dat hij bij de voedselbank was geweest en dat hij erg blij was met het eten dat hij daar had gekregen.

Daarna fietste ik naar mijn laatste cliënt van vandaag. Samen hebben we de keukenkastjes opnieuw ingedeeld, iets waar ze al lange tijd tegen aan hikte. Toen haar zoontje van 8 maanden zijn pas doorgekomen tanden bloot lachte wist ik weer waarom ik zo van dit werk houd. Vaak ontmoet ik mensen in moeilijke omstandigheden en af en toe vind ik het werk best zwaar, maar de verhalen van vandaag zijn de lichtpuntjes van mijn werk. Nou, lichtpuntjes. Vandaag was het een vette zonnestraal……

TOEVOEGING: Nog vergeten, toen ik thuiskwam kreeg ik een telefoontje van een cliënte waar ik vrijdag was. Ze had vrijdagmiddag een sollicitatiegesprek en die ochtend hebben we een beetje geoefend samen. We hebben haar positieve eigenschappen doorgenomen en bedacht welke vragen er gesteld zouden kunnen worden. Ze vertelde vandaag dat ze door was naar de tweede ronde en dat het leek alsof het al rond was. Binnenkort kan ze waarschijnlijk weer aan het werk, tijdens schooluren zodat ze geen oppas hoeft voor haar kinderen. Het voelt bijna alsof ik zelf door die eerste ronde heen ben!

@&*&D@#$^% !!!!!

‘Die prachtige bloemen heb je vast voor je verjaardag gekregen’ zeg ik tegen mijn cliënte terwijl ik mijn jas uit trek. De deur naar de kamer staat open en op de tafel staat een groot boeket. Mijn cliënte was vorige week jarig –dat had ik onthouden- en daarom trek ik deze conclusie.

Ze schudt haar hoofd. ‘Nou, het is iets anders gelopen’ en ze kijkt me met een onrustige blik aan. ‘Iets met je moeder?’ vraag ik. Ik weet dat haar moeders gezondheid te wensen overlaat en dat ze zich daar wel eens zorgen over maakt. ‘Nee, ik heb uitgezaaide borstkanker’, is haar antwoord. ‘Het boeket komt van de kerk’. Wham…..

Vier weken geleden was ik voor het laatst bij deze cliënte en toen vertelde al dat ze naar het landelijke borstonderzoek zou gaan in de buurt, ze had een oproep gekregen. Vandaag, mijn eerste werkdag na de vakantie, vertelde ze dat ze al eerder wat in haar borst had gevoeld maar dat ze het op de lange baan had geschoven. Nu blijkt dat de borstkanker ook al is uitgezaaid naar haar lever en haar botten. Binnen drie weken staat haar leven compleet op zijn kop.

Even later zegt ze; ‘Ik heb geen toekomst meer, dat is wel een gek idee. Gelukkig heb ik steun van de mensen van de kerk en ook mijn familie staat voor mij klaar. Mijn zus gaat morgen mee om te horen wat het behandelplan gaat worden en de mensen van de kerk gaan voor me koken als ik chemotherapie krijg. Ik heb ook al een pruik uitgezocht’.

Ik ben er even stil van. Gelukkig voor haar gelooft ze in God en is ze er vol van overtuigd dat ze naar hem toe gaat straks. Ik vind dat maar een verdomd klein lichtpuntje.

Afbeelding

Top!

Afbeelding

Zo’n negen maanden geleden was ze nog een onzekere jonge meid die net in Amersfoort woonde. Ze was depressief en haar gedachten schoten alle kanten op. Gisteren nam ik afscheid van een sterke jonge vrouw die weet waar haar kracht ligt en die vol energie verlangend naar de toekomst kijkt. Ze kent haar sterke en zwakke punten en die heeft ze zelf ontdekt, ik was slechts degene die haar een spiegel voorhield. Wat heb ik toch een wereldbaan!

Taart

Zal ik het dit jaar weer doen? Meedoen aan een workshop “Taarten versieren”? Ik kreeg gisteren de brief van de personeelsvereniging van ‘Beweging 3.0’ en het begon weer te kriebelen. Vorig jaar heb ik aan dezelfde workshop meegedaan, dat kwam goed uit; de taart kon meteen de dag erna door de visite gekeurd worden. Ik werd toen 43. Nu kan ik de dag voor hemelvaartsdag meedoen aan de workshop. Ach, er is altijd wel wat te vieren dus daar hoef ik het niet om te laten. Ik denk dat ik het maar doe, hoewel…. als het mooi weer is wil ik die week naar Vilsteren met de vouwwagen. De kinderen hebben die week nog vakantie en als de zon schijnt en het regent niet al te vaak….

Afbeelding

De workshop ‘schilderen’ die vorige maand ook via mijn werk was aangeboden was ook erg leuk om te doen. Terwijl ik daar tussen allerlei andere vrouwen van mijn leeftijd zat, collega’s die ik nooit eerder had gezien, leefde ik me uit met rood, paars en roze. Een vriendin van me was meegegaan; haar schilderij had de kleuren blauw, groen en wit. En terwijl ik daar zo zat te rommelen aan mijn eerste ‘echte’ schilderij dacht ik nog; dit wil ik vaker doen. Het is alweer anderhalve maand geleden, en sindsdien heb ik geen kwast meer aangeraakt. Misschien moet ik toch maar op de donderdagochtend naar Jaap Hettinga om lekker aan de gang te gaan met kwasten en verf.

Afbeelding

 

Vergane Glorie….

Afbeelding

Toen ik zo’n vier jaar geleden begon met mijn werk als thuisbegeleidster bij Beweging 3.0 besloot ik mijn fiets op te pimpen. Ik kocht -uit praktische overwegingen- rode fietstassen en versierde mijn stuur met leuke plastic roosjes en groene blaadjes. Het stond vrolijk en bijkomend voordeel was dat ik mijn fiets kon vinden tussen al de andere fietsen die bijvoorbeeld in de fietsenstalling of in de binnenstad stonden. De rode fietstassen zijn door de zon roze geworden en door intensief gebruik van de tassen zitten er inmiddels gaten in de hoeken.  De bloemetjes vielen één voor één uit en in plaats van een weelderige bloemenpracht over mijn hele stuur zijn er nog maar een paar bloemetjes over. Echt blij en vrolijk word ik er niet meer van.  Tijd dus voor vernieuwing. Nieuwe bloemen? Mijn fiets paars verven zoals ik deed toen ik nog 20 was? Een vlaggetje aan mijn stuur? Ik ben er nog niet uit. Niets vind ik saai, en saai vind ik niets…..

Afbeelding

Zo lief…

Terwijl ik een gebakje voor mijn neus heb en een kopje koffie drink komt mijn cliëntes zoontje met een envelop en een doos Leonidas bonbons. “Omdat je altijd zo lief voor ons bent”, zegt het jochie. Ik smelt. De bonbons afslaan kan en wil ik niet. Dit is hun manier om te laten merken dat ze mijn hulp gewaardeerd hebben. En ik ga nu –na vijf maanden- mijn wekelijkse bezoekjes afsluiten. Deels omdat de eigen bijdrage teveel wordt, deels omdat ik ook minder nodig ben in het gezin. De kaart hang ik boven mijn bureau en de chocolaatjes eet ik de komende weken langzaam en mindful op. Ik ga er enorm van genieten! Jammie…. 

Afbeelding

Youp

Hoe oud zou ik geweest zijn? Ik denk zo’n jaar of 16. Ik zat op de middelbare school in Bolsward en samen met wat klasgenoten ging ik naar Youp van het Hek in de Amacitia in Sneek. Omdat een vriend van mij, Hein, na een grap iets harder lachte dan de rest werd hij het pispaaltje van Youp. Hein kreeg telkens wat opmerkingen naar zijn hoofd geslingerd waardoor bijna de hele zaal in een deuk lag.  Na afloop kreeg hij wel een hand van meneer Van ’t Hek, dat dan weer wel. Ik ben het nooit vergeten.

Gisteravond ging mijn man naar Youp. Het was een voorstelling in de Flint, dus hier om de hoek. Hij kon nog een kaartje krijgen en vroeg me of ik mee ging. Nee dus, ik had Youp al gezien en ik heb niet het idee dat hij in die jaren nou heel iets anders is gaan doen. Tuurlijk, nog steeds scherpe grappen en ontroerende momenten die je aan het denken zetten, maar waarschijnlijk ook weer dat treiterige. En ja hoor, ook gisteravond zocht hij weer een persoon uit het publiek die het moest ontgelden. Kortom; niets nieuws onder de zon. Youp staat al minstens veertig jaar op de planken met eenzelfde soort voorstelling

Ergens heb ik bewondering voor mensen die hun hele leven hetzelfde kunstje kunnen doen en zelf nooit uitgekeken raken. Mensen die gewoon weten dat ze tot hun pensioen hetzelfde werk blijven doen. Mensen die daar hun geld mee verdienen en tevreden zijn.  Ik kan het in ieder geval niet en heb toch echt afwisseling en uitdaging nodig. Youp kan het wel. Knap hoor!

Afbeelding

Weg

Twaalf paar ogen staarden ons aan. De mevrouw van de receptie die met ons meegelopen was naar de wachtkamer wees naar de balie waar we ons moesten melden. Ik moest even slikken. Wat een rotruimte en wat een sfeerloze bedoeling. Jessie meldde zich aan en kreeg een vragenlijst met een pen, of ze die even wilde invullen. Het waren vragen over haar medische achtergrond; of ze wel of geen astma had, of er hartproblemen in haar familie voorkwamen etc. We zochten twee stoelen naast elkaar, gingen zitten en Jessie begon met het invullen van haar papieren. De man naast haar kon gewoon meekijken; privacy, ho maar. Juist daar, waar je het liefst anoniem blijft en waar je eigenlijk niet wilt zijn.

Een week daarvoor had mijn cliënte Jessie mij in paniek opgebeld. Ze was zwanger maar kon en wilde de zwangerschap niet volbrengen. Haar jongste was nog geen jaar en zonder man en met een minimum inkomen en schulden kon ze dit kind niet houden. Ze had het uitgebreid besproken met haar huisarts. Er was niemand aan wie ze durfde te vragen om mee te gaan naar de kliniek. Nou ja, bijna niemand en daarom zat ik hier nu. Niet het eerste waar je aan denkt bij  thuisbegeleiding, maar ik vond dat ik haar op deze manier moest ondersteunen. Als ik niet mee ging zou ze alleen met de bus gegaan zijn.

Het was vooral een kwestie van wachten, lang wachten. Ik keek rond. De meeste vrouwen hadden iemand bij zich; een partner, vader, moeder of vriendin. Twee vrouwen zaten er alleen. Sommige dames zaten rustig te praten, anderen staarden voor zich uit, zenuwachtig voor wat komen ging. Een vrouw zat voortdurend te snikken, haar gezicht was bleek. Ze zei geen woord.Mijn cliënte fluisterde dat ze het verschrikkelijk vond. Ik kon het alleen maar beamen. “Jessie, wil je meekomen?”, een mevrouw nam haar mee voor een echo, daar mocht ik niet bij zijn. Zes weken bleek de foetus te zijn, toch een soort opluchting voor mijn cliënte. Ondertussen kwamen verschillende meisjes en vrouwen weer terug naar de wachtkamer. Zij waren klaar. De één keek opgelucht, de andere had dikke ogen van het huilen. De wachkamer werd leger en leger.  Als één van de laatsten was mijn cliënte was aan de beurt. Ik ben antibiotica voor haar gaan halen bij de apotheek en dronk een kop koffie in een buurt-cafe. Even weg uit die verschrikkelijke ruimte. Een uur later zat ik weer in de wachtkamer. Na een tijdje kwam Jessie terug. Dit wilde ze nooit meer meemaken. Ik ook niet.

Afbeelding

Foto: Marcoen Hopstaken

 

Loslaten

Wanneer mensen vragen wat voor werk ik doe dan vertel ik dat het thuisbegeleiding heet en dat het lijkt op maatschappelijk werk, maar dan echt bij mensen thuis. Om een klein beetje een indruk te geven staat hieronder een column die ik schreef voor het digitale personeelsblad voor de afdeling Maatschappelijke Zorg en Dienstverlening. 

 “Weet je, je kunt nu best zonder mijn bezoekjes,” zeg ik, terwijl ik een slok van mijn koffie neem. “Als je ziet waar je vandaan kwam en waar je nu bent dan weet je dat zelf ook”. José kijkt me wat onzeker aan. Ze weet het zelf ook, maar het is zo moeilijk om afscheid te nemen. Om dat kleine lijntje dat ik met haar heb echt los te laten. 

Een paar maanden geleden kwam ik voor het eerst bij haar thuis. Ze was moe en depressief. Wist niet hoe ze het vol moest houden met twee kleine kinderen. Had weinig sociale contacten. Langzaam kwam ze uit het dal. Ze knokte ervoor, ging naar het Riagg en volgde wat van mijn tips op.  Zo adviseerde ik haar om een kaart te sturen naar de buren toen ik zag dat die een kind hadden gekregen. Dat deed ze en nu heeft ze goed contact met diezelfde buren. Ook vertelde ik haar dat ze het goed doet met haar kinderen waardoor haar zelfvertrouwen groter werd. En verder heb ik haar gemotiveerd om eens wat leuks te ondernemen met haar man. Dat resulteerde in een gezellig gourmet-avondje. Ze is er nog niet helemaal maar haar dips zijn minder diep, en durft ze weer naar de toekomst te kijken.

En die toekomst wordt er eentje zonder mijn bezoekjes want ze begrijpt ook wel dat ik niet meer langskom wanneer we alles afsluiten. Haar man vertelde dat ze het altijd fijn vonden wanneer ik langskwam en dat ze me gaan missen en dat is wederzijds.

José is een fijne cliënte en ergens gaat onze relatie ook iets verder dan hulpverlener-cliënt. Ik weet dat dat niet hoort, maar ja….  Nu is het dus tijd om de banden door te snijden. Tijd om het vangnet achter te laten. Niet alleen moeilijk voor mijn clënte, maar ook voor mij.

Frustratie

Ik bel aan en wacht. Niets. Ik bel nog eens aan maar er wordt niet open gedaan. Voor het huis staat een bankje, ik ga zitten en kijk voor de zekerheid in mijn agenda. Het is half vier en dat is ook het tijdstip waarop we hebben afgesproken. Maar mijn cliënte is niet thuis. Ik pak mijn telefoon en bel haar mobiele nummer.  Er wordt niet opgenomen. Ik spreek een boodschap in.  Ik baal. Ze had me namelijk zelf gebeld om de afspraak van de ochtend naar de middag te verzetten en daarvoor heb ik andere cliënten op de ochtend gezet. Daar zit ik dan. Dit zijn de momenten waarop ik baal van mijn werk. De meeste cliënten zijn blij wanneer ik kom, maar van deze weet ik dat niet zeker. Ik ben er nog maar twee keer geweest, voor de vakantie kreeg ze wekelijks bezoek van onze stagiaire. Ze heeft bij het WMO-loket geklaagd over het feit dat er vier weken niemand is geweest en de GGD heeft me daarom benaderd met de vraag hoe dat kan. Het voelde bijna alsof ik op het matje moest komen.Het gekke is; ze wist dat ik pas na de vakantie weer langs zou komen, we hebben samen die afspraak gemaakt. En destijds leek ze het geen probleem te vinden. 

Toen ik vorige week langs kwam –voor het eerst na mijn vakantie- hebben we veel dingen kunnen regelen; ze kan de rekening van het CAK voor haar eigen bijdrage doorsturen naar de bijzondere bijstand en ze kan bij de voedselbank de komende weken een doos ophalen, al voldoet ze niet helemaal aan de eisen. En nu flikt ze me dit. Onze afspraak van de volgende week heeft ze ook al afgezegd omdat ze er nodig een paar dagen tussenuit moet. Ik ben er even klaar mee. Mijn agenda klap ik dicht, ik stop hem in mijn tas en fiets naar huis. Stikchagrijnig.

Afbeelding