Vandaag is de dag…

6.16 uur. Ik kijk op de klok. Ben nooit zo vroeg, en al helemaal niet zo wakker als nu. Sta meteen aan. Vandaag is de dag dat Pim weer naar Zweden reist. Met de trein. Een tussenstop bij vrienden in Malmö en als alles mee zit is hij dan donderdagmiddag in zijn nieuwe kamer, een ‘tuinhuis’ in Visby. Ruim twee maanden was hij thuis. Wel weer even wennen; het kraken van de vloer van de zolderverdieping. Een zoon die gaat stappen. Weer een bord extra op tafel. Soms schuurde het een beetje, maar de knuffels tussendoor maakten veel goed. De gesprekken zijn anders geworden. Zijn houding volwassener. En vandaag vertrekt hij dus weer. Ik zie de contouren van de gordijnen, hoor de buurman de deur opendoen voor een wandeling met zijn hond. Ik voel me onrustig. Een onbestemd gevoel zorgt ervoor dat ik niet meer in slaap val. Dan maar uit bed voor een kop koffie.

9.12 uur. Ik lig in baan 7. Zoals elke maandag ben ik in de Amerena.  Ik zwem heen en weer en probeer mijn onrust eruit te zwemmen. Ik laat de afgelopen weken door mijn hoofd spoken en bedenk me wat ik vandaag allemaal ga doen. Heb de neiging om van alles op te ruimen, maar weet ook wel dat ik voor hetzelfde geld nergens aan toe kom. Gelukkig hoef ik niet te werken. Ik kijk constant naar de klok. 10.12 stap ik uit het bad. 

12.31 uur. Marcoen heeft warm eten gemaakt. Hamburger, broccoli, gebakken aardappeltjes. We zitten met zijn vieren aan tafel. Pim zijn koffer is net door Marcoen dichtgeritst terwijl Pim kracht zette om de twee helften op elkaar te houden. Hij heeft veel kleding gekocht en nieuwe schoenen en moet meer meenemen dan op weg naar Amersfoort. In een andere tas zitten krentenbollen, wat drinken en zijn toilettas. Zijn rugzak met laptop staat daarnaast. Het treinkaartje is gedownload. Voor de zekerheid toch ook maar een printje gemaakt. Ik kijk naar Puck en Marcoen. Zij zitten tegenover ons. Pim zit links van mij. Inmiddels weet ik hoe het voelt wanneer er op die plek geen bord staat. Hij is immers een jaar lang weggeweest. 

15.36 uur. Station Amersfoort. We zwaaien Pim uit. Mijn tranen komen iets te vroeg. Shit. Dit wilde ik helemaal niet. Ik ben juist trots op hem. Blij dat Pim zin heeft om weer naar Zweden te gaan. Zin om zijn vrienden weer te zien die hij ontmoet bij zijn tussenstop. Zin om straks weer te beginnen aan de universiteit. En zin om naar zijn nieuwe kamer, een ‘tuinhuisje’ te gaan waar hij en wij alleen nog maar foto’s van hebben gezien. Terwijl de trein kleiner wordt merk ik dat slikken pijn doet. Ik moet me niet zo aanstellen. 

19.05 uur. We krijgen een appje: ‘Nou, het wordt een hotel in Hamburg’. Ergens valt een trein uit waardoor zijn hele planning in het honderd loopt. Alsof er een rij dominostenen te vroeg omvalt waardoor er geïmproviseerd moet worden. Ik baal met hem mee. Schrijf terug dat hij dan maar moet genieten van een zacht bed en wellicht een bad. Maar ik weet ook dat hij inmiddels bijna volwassen is, en hij niet in zeven sloten tegelijk loopt. Ik vind het vooral sneu. Omdat hij alleen is. Om mijn onrust weg te nemen pak ik mijn computer en begin te schrijven….