Op vakantie? Geen idee…

,,Pien en Teun, het kan zijn dat we niet naar Frankrijk gaan”, ik probeer mijn stem neutraal te laten klinken.  ,,Wanneer het daar code oranje is dan gaat het hem sowieso niet worden…”, vult mijn man aan. Teun haalt zijn schouders op maar Pien kijkt me verschrikt aan ,,Wanneer weten we het zeker?”, vraagt ze. Tja…daar moeten we het antwoord schuldig op blijven.

Vorig jaar bleven we in Nederland en dat was een prima vakantie, maar we verlangden toch naar een andere taal, boodschappen doen bij een onbekende supermarkt en ook naar bergen in plaats van het vlakke land. Teun en Pien  wilden nog wel een keertje mee wanneer we naar Frankrijk zouden gaan. Ze zagen het al helemaal voor zich; lekker klooien in een riviertje naast de tent en ‘s avonds een spelletje spelen.

Hoe raar kan het lopen. Een paar weken geleden zag het er allemaal nog prima uit corona-technisch gezien. Ik vond twee prachtige kleine campings in Zuid-Frankrijk met Nederlandse eigenaren. In deze onzekere tijden leek me dat wel handig en ik gun ze ook wat inkomsten. Maar ineens leeft het virus weer op en staat alles op losse schroeven.

Een normale vakantie zal het sowieso niet worden. Handgel bij het toiletgebouw, geen drukke markten  bezoeken en met mondkapjes op naar de Intermarché.  Geheel onbezorgd neerploffen op een terras zit er ook niet meer in.

Het zal er om spannen; gaan we überhaupt nog op vakantie? We houden voortdurend de berichtgeving in de gaten, maar weten het pas zeker op het moment dat we met de vouwwagen richting het zuiden reizen. En dan nog blijft het spannend. Wat doen we wanneer het land code oranje krijgt op het moment dat we net op de camping aankomen na twee dagen reizen? Ik durf er niet aan te denken.

Van de normale voorpret is geen sprake meer maar we moeten zo langzamerhand toch beginnen met de voorbereidingen. Ik maak een lijst met zaken die we -als we gaan- niet moeten vergeten. Bovenaan zet ik: Mondkapjes. Met een uitroepteken.

IMG_6770

 

 

 

Puur theater, al die boten voor de sluis!

Het wordt dringen geblazen. Er zijn meer boten verkocht dan ooit, de jachthavens zitten vol.  Voor veel branches is de corona-crisis een ramp, maar de watersport-zaken en de jachthavens varen er wel bij. Ook ik dacht even; had ik maar een bootje. Dan kun je afstand houden, heb je je eigen toilet, kun je wat van Nederland zien en ben je er toch helemaal uit. Bij mij was het slechts een vluchtige gedachte, maar vele anderen hebben meteen actie ondernomen.

Dat wordt nog wat de komende zomer. Veel nieuwelingen op de randmeren; mensen die voor het eerst met hun pleziervaartuig het water op gaan. Pleziervaartuig. Dan verwacht je alleen maar relaxte mensen en gelukkige gezichten. Ik ben benieuwd. Want hoeveel van die mensen weten überhaupt iets over de regels op het water? Hebben ze wel eens eerder gevaren? Weten ze hoe ze moeten aanleggen in een volle jachthaven? Gek eigenlijk dat je voor kleine boten en boten die niet zo hard kunnen helemaal geen examen of test hoeft te doen. Je koopt hem en kunt zo het water op.

Midden op het water is nog wel te doen, maar dat boten geen rem hebben wordt in het begin nog wel eens vergeten. En dan die sluizen…  Dat blijkt toch echt wel een dingetjes te zijn, zelfs bij ervaren schippers. Zo moet je je lijn wel doorhalen, maar niet vastmaken want dan blijf je bij het verlagen van het waterniveau met je boot aan de kademuur hangen. Dat wil je niet!

Voor mensen die geen boot hebben kunnen bemachtigen en dit jaar niet op vakantie gaan heb ik ook een tip.  Zoek een plekje bij de Nijkerkersluis, de Blauwe Dromer bij Harderwijk of een andere sluis. Neem een stoeltje mee, zorg voor een tas met lekkere hapjes en geniet van de bedrijvigheid.  Met veel mensen die voor het eerst een sluis door moeten wordt het vast spectaculair.  Zenuwachtige vrouwen die niet precies weten wat ze moeten doen. Mopperende kapiteins. Ik zie het al voor me. Hoe drukker het wordt, hoe groter de chaos. Dat is puur theater!

IMG_1125 (1)

Uitmaken? Ik was er nooit goed in….

IMG_7963Ik kon er uren naar staren. Even loskomen van alles en genieten van de vlammen die steeds hun eigen weg zochten. Een kampvuur.  Het waren de mooiste momenten tijdens de vakantie. Een dag later rook je het nog in je kleding, heerlijk! Ook thuis brandde de open haard geregeld. Het bracht gezelligheid en warmte en was onlosmakelijk verbonden met een glas wijn en een toastje met kaas. Het had ook iets romantisch. Zo gaf ik mijn man ooit een pallet openhaardhout voor zijn verjaardag. Gewoon, omdat ik met dit symbolische cadeau het vuurtje letterlijk en figuurlijk wilde laten branden. En natuurlijk ook uit eigenbelang want ook ik genoot van die prachtige vlammen in de open haard.

Zo onbezorgd stoken als vroeger zal niet meer gaan. De gemeente Amersfoort wijst ons op de negatieve effecten van houtrook met de slogan “Hout stoken? Maak het toch uit!”  We moeten het uitmaken omdat het zoveel risico’s met zich meebrengt. Bij het opstoken van hout komen fijnstof en andere schadelijke stoffen vrij. Die veroorzaken problemen aan de luchtwegen, longen, hart en bloedvaten.

Tien jaar geleden was ik me hiervan nog niet bewust. Pas sinds een paar jaar ben ik op de hoogte van de gezondheidsrisico’s. Onze open haard heeft al tijden geen hout meer gezien en de vuurkorf wordt ook niet meer gebruikt, maar eerlijk is eerlijk; we barbecueën nog wel op houtskool. In de houtoven die mijn man van vrienden kreeg worden ook nog heerlijke gerechten bereid. Sinds kort hebben we ook een barbecue op gas. Die wordt steeds vaker gebruikt maar toch mis ik dan wel die typische rooksmaak.

We zijn dus al aan het afkicken, mijn man en ik. Maar helemaal stoppen lukt nog niet. Ik betrapte mezelf erop dat ik afgelopen week naar campings in Frankrijk zocht waar je een kampvuurtje mag maken. Dat blijft voor mij toch belangrijk. De laatste trekjes van een verslaving waar ik misschien wel nooit helemaal van af kom. Uitmaken. Ik ben er nooit goed in geweest.

IMG_0017

 

 

Ik ben zelf vrij laks…

,,Ik heb morgenochtend een afspraak.” Dochter Pien komt de kamer binnen waar ik op dat moment zit te werken. Verbaasd kijk ik op: ,,Wat bedoel je?”

Pien vertelt dat ze een half uur aan de telefoon heeft gezeten om een afspraak te maken voor een coronatest bij de Rijtuigenloods. Toen ze er eindelijk door was, had ze ons mailadres wel tig keer moeten spellen, want door haar verkoudheid klonk de f als een s en andersom.

Ik moet even schakelen. Pien is al een paar dagen verkouden. Ze heeft last van keelpijn, een droge hoest en is wat snotterig, maar ik maak me geen zorgen. Ik heb er niet aan gedacht om haar te laten testen, maar Pien wil zekerheid. Prima natuurlijk. Rutte zei immers: Doe niet te stoer, blijf thuis bij verkoudheid en laat je ook bij milde klachten testen. Maar het zit nog niet zo in mijn systeem.

Terwijl ik naar de keuken loop voor een kop koffie, zie ik mijn man zitten. Ik had hem niet thuis verwacht. ,,Ik dacht dat je naar je moeder zou gaan om plantjes te kopen voor op het balkon”, zeg ik. Het antwoord is meer dan duidelijk: ,,Ik ga natuurlijk niet naar mijn 87-jarige moeder terwijl we de uitslag van de coronatest van Pien nog niet hebben.”

Daar zit wat in. Ineens denk ik aan mijn werkafspraak de volgende dag met vier leuke oudere dames. Zij zitten in de kwetsbare leeftijd en ik wil ze graag zien en spreken, maar of dat nu wel zo verstandig is? Volgens de regels mogen we wel naar buiten mits we zelf maar niet verkouden zijn, maar ik besluit toch een collega in te schakelen om met de dames te gaan koffiedrinken. Jammer dat ik er niet bij kan zijn.

Het is maar goed dat we niet allemaal zo laks zijn als ik ben, want dan zou het virus zomaar weer de kop op kunnen steken. Het dilemma ‘wel of niet laten testen’ zal wel vaker ter sprake komen, helemaal wanneer het straks weer herfst wordt.

Een paar dagen later wordt Pien gebeld. De opluchting is van haar gezicht af te lezen. Geen corona. Precies wat ik dacht.

IMG_6687